[D66] Groene filmclub: Push
R.O.
jugg at ziggo.nl
Wed Aug 5 17:48:19 CEST 2020
https://www.groene.nl/filmclub/film/push
Push
Fredrik Gertten | 2019 | 92 min
Te zien tot: 31 augustus 2020
Waar is de stad voor bedoeld? Wonen is het intuïtieve antwoord, werken
hoort er ook bij en anderen ontmoeten zeker ook. Zoals de documentaire
Push laat zien hebben steden nog een functie, een die vrijwel
onzichtbaar is maar misschien wel het meeste bepaalt. Steden zijn
investeringsobjecten waar internationale kapitaalbeheerders – van
private equity-partijen tot de pensioenfondsen van brave ambtenaren –
hun geld parkeren en laten vermeerderen. En niets levert meer rendement
op dan eenvoudige woningen opkopen en de huren verhogen. Met wonen
hebben grote delen van de stad in feite niets te maken, zo merkt een van
de beschouwers van het verknoopte spel van geld en stenen op in deze
documentaire.
Het verhaal van de woningmarkt waar de kleine huurder de markt wordt
uitgeprijsd is tegelijk algemeen en zeer specifiek. Of het nu gaat om
Toronto in Canada, Valparaíso in Chili of Londen, waar de uitgebrande
Grenfell-toren als grimmig symbool omhoog priemt, overal gebeurt
hetzelfde: investeerders kopen panden, verwaarlozen het onderhoud of
slopen ze om er luxeflats neer te zetten die vervolgens leeg blijven.
Tachtig procent van het vastgoed in Londen dat in handen is van een
bedrijf, staat leeg. Kraken, zoals een groep daklozen doet in de chique
wijk Mayfair, heeft zelden zo rechtvaardig gevoeld.
Tegelijkertijd is ieder verhaal bijzonder. Iedere wijk heeft zijn eigen
kenmerkende figuren, zijn eigen oude bewoners en winkels en cafés. Ze
maken de buurt, aldus de goed gecaste muzikale kroegbaas in Toronto, tot
een gemeenschap waar mensen elkaar kunnen tegenkomen en het leven
doornemen. Totdat winstbejag daar een einde aan komt maken.
Het is niet moeilijk om mee te gaan in de verontwaardiging die Leilani
Farha, speciaal VN-rapporteur op het gebied van huisvesting, drijft in
haar zoektocht naar hoe steden een investeringsobject werden. Haar werk
vormt de rode draad van Push en haar blik bepaalt wat we zien. Dat
levert onmiskenbare tragiek en regelrechte misdadigheid op. ‘We hadden
een crisis zoals die van 2008 nodig’, zegt een investeer die Farha
spreekt. De crisis waarbij gezinnen hun woning kwijtraakten, maakte de
woningmarkt beschikbaar als investeringsobject.
Maar er blijven ook zaken buiten beeld. ‘Ik heb een groot bedrijf nodig
als ik een computer wil kopen’, zo klinkt in het Berlijnse Kreuzberg.
‘Maar voor een kop koffie toch zeker niet?’ Inderdaad is het in Push
Starbucks tegen de onafhankelijke kleine koffiezaak, maar de vraag
waarom Starbucks blijkbaar een vestiging kan openen in een wijk – en
daarmee de kleine ondernemer verdrukt – blijft onbeantwoord. Daar zijn
klanten voor nodig.
Misschien zijn het enkel de toeristen die de leuke wijken van
internationale steden aandoen juist omdat ze kleinschalig en leuk zijn
om vervolgen naar de Starbucks gaan. Maar uiteindelijk is iedereen
toerist in elkanders wijk. Gentrification, standaardisering en
prijsopdrijving is iets wat iedereen de ander aandoet maar over klaagt
wanneer het in de eigen omgeving gebeurt.
Push is opgenomen voordat het coronavirus steden tot zones van afstand
bewaren en mondkapjes maakte, en doet daarmee op een bepaalde manier
alweer gedateerd aan. Niet omdat roofkapitaal plotseling niet meer
bestaat is, maar omdat het altijd aanwezige menselijk contact dat steden
tot zulke fijne plekken maakt om een heel andere reden voor altijd is
veranderd. Een pandemie blijkt net zo fataal als mondiaal kapitalisme.
Misschien dat stille straten nu nog meer prooi voor geld worden. Of
misschien trekt de investeerder verder en kan het oorspronkelijke doel
van de stad terugveroverd worden.
Casper Thomas
More information about the D66
mailing list