[D66] Terugkijken: De les na drie maanden (Wuhan Coronavirus 2019-nCoV #147)
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Wed Apr 22 10:29:10 CEST 2020
Bron: De Groene Amsterdammer #17-#18
Datum: 22 april 2020
Auteur: Jop de Vrieze
URL: https://www.groene.nl/artikel/grillig-hardnekkig-en-ongenadig
Opm: Artikelen in De Groene Amsterdammer over de coronacrisis
zijn voor alle lezers gratis te lezen.
Corona: De les na drie maanden - Grillig, hardnekkig en ongenadig
-----------------------------------------------------------------
Wat hebben we van deze coronamaanden tot nu toe geleerd? Verwacht geen
wonderen: het probleem vergt veel meer expertise dan die van
epidemiologen, microbiologen en virologen.
'Loopt Nederland gevaar? Dat wilt u van mij horen.' Het is vrijdagavond
21 februari en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
houdt in Amsterdam een bijeenkomst over het nieuwe coronavirus. Op dat
moment is het virus wereldwijd al geconstateerd bij 76.000 mensen, vlak
over de grens in Duitsland en in een Frans skigebied opgedoken. Aan het
woord is Aura Timen, hoofd van het Centrum Landelijke Coordinatie
Infectieziektebestrijding bij het RIVM. Ze vervolgt: 'Euh, weet ik
niet.' De zaal barst in lachen uit. 'Beeldvorming is heel erg bepalend
in deze uitbraak. Alles is mediageniek en alles is media. (...) Maar op
dit moment lijkt het me dat we veilig zijn in Nederland.'
Later zou blijken dat het virus op het moment van deze lezing
waarschijnlijk al het land was binnengebracht door wintersporters vanuit
Noord-Italie. Tijdens carnaval, van 23 tot 26 februari, zou het in
Brabant ongezien om zich heen grijpen en een week later zou bij een man
uit Loon op Zand als eerste het coronavirus vastgesteld worden.
De beoogde strategie om het virus in de kiem te smoren wordt na 'het
bombardement van gevallen uit Italie' snel losgelaten. De GGD heeft niet
genoeg capaciteit om ieder verdacht geval te testen en de contacten van
de betreffende persoon op te sporen. Dat heeft ook geen zin, constateren
de deskundigen van het Outbreak Management Team (OMT): het virus is niet
meer tegen te houden.
Met name dat afblazen van het systematische bron- en contactonderzoek
zou Nederland duur komen te staan. Daar waar een land als Zuid-Korea er
na een eerste golf van besmettingen alles aan deed om de uitbraak door
middel van testen, opsporen en isoleren weer onder controle te krijgen,
besloot Nederland de aandacht te richten op het vertragen van de
verspreiding en het opvangen van de gevolgen. Flatten the curve.
Op 16 maart zou premier Rutte in een speech de inmiddels beroemde
groepsimmuniteitsstrategie presenteren, al werd de framing later wat
aangepast: het 'gecontroleerd rond laten gaan' was erop gericht de
maatschappij niet nog meer te ontwrichten en tegelijk de ziekenhuizen
niet te overbelasten.
Kritiek op die strategie was er van begin af aan, al klonk die luider in
Groot-Brittannie, dat met een vergelijkbare aanpak begon. Het afschermen
van kwetsbaren zou praktisch onhaalbaar zijn, ook onder de gezonde
bevolking zouden tienduizenden mensen ernstig ziek worden en duizenden
sterven, er was veel te weinig bekend over wat het virus nog meer kon
aanrichten dan longontstekingen en het was nog veel te onzeker of
iedereen die het virus opliep wel genoeg immuniteit zou opbouwen.
De critici hebben grotendeels gelijk gekregen: door een gebrek aan
mondkapjes en andere persoonlijke beschermingsmiddelen zijn er in
verpleeghuizen - ondanks bezoekverboden - slachtingen aangericht. De
niet-coronazorg is praktisch tot stilstand gekomen. Er zijn aanwijzingen
dat het virus hartklachten veroorzaakt en dat ook mensen die slechts
thuis uitzieken flinke longschade kunnen oplopen. Onderzoek uitgevoerd
door bloedbank Sanquin duidt erop dat nog maar zo'n drie procent van de
Nederlanders antilichamen in het bloed heeft. Naar alle
waarschijnlijkheid bouwen de meeste mensen met weinig klachten inderdaad
onvoldoende immuniteit op.
Ook bij het OMT is deze boodschap doorgedrongen: op groepsimmuniteit
moeten we voorlopig niet rekenen. Ondertussen is de druk om de huidige
lockdown te versoepelen sterk toegenomen. Een van de voorwaarden die het
OMT hiervoor stelt: voldoende capaciteit voor bron- en contactonderzoek.
De meeste GGD's voeren dergelijke onderzoeken nog wel uit, maar slechts
om kwetsbare contacten van mensen bij wie het virus is geconstateerd te
waarschuwen en niet om nieuwe uitbraken in te dammen. Daarvoor zal ieder
verdacht geval getest moeten worden en zal bij een positieve test
iedereen die intensief contact had preventief twee weken in quarantaine
moeten. Een helse klus, waarvoor wellicht een app, maar in elk geval een
leger vrijwilligers nodig zal zijn - iets waar nog amper op is ingezet.
Als het meezit zijn we straks, dik drieduizend doden verder, terug waar
we na die eerste weken hadden moeten blijven: testen, opsporen,
isoleren. De vraag is alleen of we daar uberhaupt weer kunnen komen.
Doordat de Nederlanders ook onder de huidige maatregelen nog relatief
veel bewegingsvrijheid genieten, is het niet zeker dat de verspreiding
ver genoeg teruggedrongen zal zijn zodat de GGD's het stokje kunnen
overnemen. De onzekerheid is in elk geval groot, schrijft het OMT in
zijn advies van 20 april: 'Het is niet mogelijk om op basis van
wetenschappelijke bewijzen een strategie uit te werken om de
maatschappij weer te openen zonder dat dit zou kunnen leiden tot een
mogelijk onbeheersbare verspreiding van het virus.'
Het OMT voelt de hete adem in de nek van externe deskundigen,
opiniemakers en burgers die vrezen dat het middel op termijn erger wordt
dan de kwaal. Wetenschappers roepen op tot het openbaar maken van de
ziekteverspreidingsmodellen van het RIVM, tot het verbreden van de
discussie en het meewegen van meer belangen dan alleen de sterfte en het
overspoelen van intensivecareafdelingen.
Deels is die kritiek ingegeven door het besef dat het probleem veel meer
expertise vergt dan die van epidemiologen, microbiologen en virologen.
Ook het OMT realiseert zich dit en schrijft in zijn advies van 20 april:
'De afschaling van de maatregelen moet bekeken worden vanuit een breder
perspectief waarin het OMT een van de deskundige medische adviseurs is.'
Tegelijk dreigt de discussie verder te politiseren, waarbij met name het
geluid aanzwelt dat het met dat virus allemaal wel meevalt - behalve
voor mensen 'die toch al oud en zwak zijn'. Dit narratief wordt gevoed
door onder meer een studie van de Stanford Universiteit. Deze
onderzoekers maten antistoffen in het bloed van 3330 vrijwilligers en
concluderen dat al veel meer mensen besmet zijn dan gedacht, waardoor
het sterftepercentage weleens lager uit zou kunnen vallen dan bij griep.
Probleem: ze wierven hun deelnemers via Facebook. Dat trok vooral mensen
aan die klachten hadden ondervonden en wilden laten bevestigen dat ze de
ziekte hadden gehad. Selectiebias heet dat.
Ook zonder dergelijke studies blijft staan: verreweg de meeste
slachtoffers zijn ouder dan zestig jaar, rekent Robin Fransman op
economenblog ESB voor. Hij oppert om beheerst te heropenen, te beginnen
met gezonde mensen onder de 55 jaar die ook niet samenwonen met
kwetsbare personen.
Een interessant idee, maar waar dit aan voorbij gaat, is dat juist in
een vrije samenleving als de Nederlandse het scheiden van
bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld op basis van leeftijd, een risicovolle
onderneming is. Ook op dit moment houdt lang niet elke familie zich aan
het advies om opa's en oma's op afstand te houden - wanneer de jonge
generaties zich weer volop in het maatschappelijke leven gaan storten,
zal dit wellicht wel dramatische gevolgen krijgen.
Uiteraard verdienen dergelijke scenario's een serieuze beoordeling, net
zoals het idee dat het virus vrijwel alleen bij intensief contact en in
slecht geventileerde ruimtes overspringt. In de buitenlucht, bij hogere
temperaturen zou het zich veel minder makkelijk verspreiden. Dat zou in
elk geval verklaren waarom het virus veel arme landen nog relatief heeft
gespaard, al is het door de uiteenlopende fasen waarin de pandemie zich
bevindt nog te vroeg voor al te grote conclusies. Met dergelijke
theorieen moeten we voorzichtig blijven: ook als ze een kern van
waarheid blijken te bevatten, ligt overinterpretatie op de loer.
De coronacrisis speelt op alle niveaus tegelijk en vormt juist daardoor
zo'n uitdaging voor een samenleving waarin individuele vrijheid centraal
staat. We zullen meer in relatieve risico's moeten gaan denken. Welke
besmettingsrisico's zijn het waard om weer iets van onze vrijheid terug
te krijgen? En hoe houden we daarin rekening met elkaar?
Ook op wereldniveau hangt alles met elkaar samen. De crisis legt
pijnlijk de kwetsbaarheid van de internationale gemeenschap bloot.
Westerse landen lieten zich overrompelen door een combinatie van
virusonderschatting, zelfoverschatting en een selectieve invulling van
het begrip vrijheid. In versneld tempo doet deze crisis beseffen dat
Zuid-Korea, Singapore en Hongkong niet alleen zijn uitgegroeid tot
wereldspelers, maar dat zij ons op cruciale vlakken zijn
voorbijgestreefd. De komende jaren zullen we moeten bepalen wat we van
hen kunnen en willen leren.
Het adagium lijkt: ieder voor zich. In de strijd om mondkapjes en
testen, in het vinden van een exit-strategie uit de lockdown, in het
nemen van maatregelen die de economische en maatschappelijke gevolgen
moeten beperken. Daar waar de Amerikaanse president Donald Trump, nog
meer dan de Britse premier Boris Johnson, het virus eerst nog
bagatelliseerde, zoekt hij nu naar anderen om zijn schuld op af te
schuiven - eerst China, nu de WHO.
Die organisatie is volgens veel ingewijden - hoe imperfect ook - in veel
beteren doen dan tijdens de grieppandemie van 2009 en de ebola-uitbraken
van de afgelopen jaren. Maar de organisatie is gemuilkorfd door de
geopolitieke spanningen. Machtige nationale overheden dulden geen
kritiek, de WHO heeft er als apolitieke organisatie zelfs geen mandaat
voor. Ondertussen krijgt de WHO van met name de VS juist dat verwijt:
het had China harder moeten aanpakken, eisen moeten stellen. Iets wat
Trump naar hemzelf toe onder geen beding zou hebben toegestaan.
Internationale organisaties zijn zo machtig en krachtig als de nationale
regeringen die hen toelaten. Binnen die kaders zijn ze zo doelmatig als
de belangrijkste personen binnen die organisaties durven zijn. Vandaar
dat de WHO met onder meer Mike Ryan en Tedros Adhanom Ghebreyesus veel
meer gezag uitstraalt dan de European Center for Disease Prevention and
Control (ECDC). Die organisatie is al bij haar oprichting in 2005 (na
sars) door de Europese lidstaten onschadelijk gemaakt en is door een
totaal gebrek aan budget verworden tot een papieren tijger.
Er gloort wel enige hoop. De Europese Commissie heeft opgeroepen tot
meer samenwerking en heeft een routekaart uitgebracht voor het
verlichten van coronamaatregelen. Nationale regeringen zullen moeten
tonen in hoeverre ze bereid zijn vanuit dat gemeenschappelijke belang te
denken en werken.
In eigen land lijkt de Tweede Kamer zich te herpakken en haar
controlerende taak serieuzer op te nemen. In de eerste maanden leek
vooral de linkse oppositie het kabinet en zijn deskundigen niet te zwaar
te willen aanvallen, wellicht uit vrees politiek opportunisme en
antiwetenschappelijke retoriek te worden verweten. Inmiddels lijkt bij
hen te zijn doorgedrongen dat het kabinet zich niet alleen maar kan
verschuilen achter 'onze experts' en dat die experts niet per definitie
de waarheid in pacht hebben.
Dat geldt niet alleen in het beleid, maar ook in de wetenschap zelf. Die
dendert sneller voort dan ooit, resultaten en datasets worden massaal
gedeeld. Dat levert schatten aan kostbare informatie op, maar er is
nauwelijks tijd voor fatsoenlijke beoordeling door collega's, zegt Gowri
Gopalakrishna, die wetenschappelijke integriteit bestudeert aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam. 'Open wetenschap is goed, maar zonder
voldoende controle erop voort te bouwen is gevaarlijk.'
Veel zal afhangen van wat die wetenschap in de komende maanden zal
brengen, aan inzichten, helderheid en mogelijke remedies. Een veilig en
effectief vaccin zal er binnen een jaar nog niet zijn. Medicijnen voor
de ernstig zieken misschien wel - een studie met de bestaande
virusremmer remdesivir liet veelbelovende tussentijdse resultaten zien.
Maar verwacht ook hier geen wonderen. Daarvoor heeft het virus zich de
laatste maanden veel te grillig, veel te hardnekkig en ongenadig
betoond.
--------
(c) 2020 De Groene Amsterdammer
More information about the D66
mailing list