[D66] Requiem voor de homo sapiens
A.OUT
jugg at ziggo.nl
Mon Nov 4 11:06:41 CET 2019
https://www.dereactor.org/teksten/requiem-voor-homo-sapiens
Recensies, Samenleving
Requiem voor homo sapiens
Gie Van den Berghe
De onbewoonbare aarde
David Wallace-Wells
Home
Teksten
Requiem voor homo sapiens
De openingszin van De onbewoonbare aarde liegt er niet om: ‘Het is erger
dan je denkt, veel erger’. Ook de titels van de hoofdstukken laten
weinig aan de verbeelding over: hittesterfte, honger, verdrinking,
natuurbranden, onnatuurlijke natuurrampen, slinkende zoetwatervoorraden,
stervende oceanen, ongezonde lucht, opwarmingsplagen, economische
ineenstorting. Kettingreacties die elkaar aanzwengelen. David
Wallace-Wells, milieu- en wetenschapsjournalist bij het New York
Magazine, beschrijft en documenteert deze door de mens veroorzaakte
rampen op overtuigende wijze.
Het is een verpletterend verhaal over de toekomst die ons te wachten
staat als we niet razend snel, hier en nu, drastische maatregelen nemen
en onze welvaart serieus terugschroeven. Daar wil niemand aan. De
onhoudbaarheid van de situatie zal vermoedelijk pas ten volle
doordringen als er niet meer aan te ontkomen valt. Dat omslagpunt is
volgens nogal wat klimaatwetenschappers al bereikt of in elk geval
vlakbij. The sky is nogal letterlijk the limit geworden.
We zullen het geweten hebben. In 1856 – u leest het goed – al
publiceerde de Amerikaanse wetenschapster Eunice Foote de resultaten van
haar experimenteel onderzoek waaruit bleek dat koolstofdioxide een
broeikasgas is en dat bij toename ervan het klimaat steeds verder
opwarmt. Recenter, in 1972, maakte het rapport van de Club van Rome
duidelijk dat er grenzen aan de groei zijn. Economie, industrie,
wereldbevolking en voedselproductie kunnen niet eindeloos groeien. We
konden niet blijven doen alsof er geen vuiltje aan de lucht was,
wereldwijde actie was geboden. Twintig jaar later maakte een
vervolgonderzoek duidelijk dat de grenzen voorbij waren. Te weinig
politici en mensen hadden en hebben oren naar de ongemakkelijke waarheid
(Al Gore: An Inconvenient Truth, 2006).
Na het in 1992 als beslissend bedoelde klimaatverdrag van de Verenigde
Naties nam de uitstoot van koolstofdioxide alleen maar versneld toe. In
ons volle bewustzijn hebben we in minder dan drie decennia ‘net zo veel
ellende aangericht’ als toen we ‘nog in onwetendheid verkeerden’, aldus
Wallace-Wells. In het vrij bescheiden Akkoord van Parijs (2015) spraken
veel landen af de temperatuurstijging ruim onder de 2°C (t.o.v. de
temperatuur voor de industrialisatie), liefst onder de 1,5°C te houden.
Enkele weken later overschreed de CO2concentratie in de atmosfeer een
rode lijn die nooit gehaald had mogen worden. Vier jaar later zit niet
één land op schema. Het smelttempo van Antarctica is ondertussen
verdrievoudigd.
Twee graden opwarming lijkt nu het ‘beste waarop we kunnen hopen’,
schrijft Wallace-Wells, maar dat is vrijwel zeker niet haalbaar. Een
opwarming met twee graden in plaats van anderhalve graad zal aan
miljoenen mensen het leven kosten. Honderdvijftig miljoen alleen al door
de luchtvervuiling. Vijfentwintig keer het aantal slachtoffers van de
Endlösung, de Jodenuitroeiing door de nazi’s. Willen we dit voorkomen,
dan moet niet alleen de CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen, maar
moeten er veel meer bossen komen en technologieën die broeikasgassen uit
de atmosfeer halen. De plannen hiervoor zijn niet verder gevorderd dan
de tekentafel en zijn ook financieel niet haalbaar.
Onheil
De door de mensheid veroorzaakte ‘natuur’ramp is niet meer op
mensenmaat. Het blijft jobstijdingen regenen. De Earth Overshoot Day, de
dag in een kalenderjaar waarop de mensheid meer bronnen heeft
geconsumeerd dan ze produceren kan, viel in 1993 op 12 oktober, in 2018
op 1 augustus en in 2019 op 29 juli.
Een greep uit de onheilsberichten voor de maand augustus. Grote delen
van het Amazonewoud worden in brand gestoken. Indonesië geeft zijn
vervuilde en zinkende hoofdstad Jakarta op en zal een nieuwe bouwen op
het veiliger Bornea. Honderden steenrijke toeristen maken op een
Russische nucleaire ijsbreker een luxe cruise door het Noordpoolgebied.
In West-Siberië vertrekt een drijvende kerncentrale voor een tocht van
vijfduizend kilometer door die regio om de olieontginning in
Oost-Siberië van energie te voorzien. In Noordpoolsneeuw en -ijs zitten
microplastics, die daar aangewaaid zijn. Plastic zit dus niet alleen in
zeedieren, voedsel en drinkwater, we ademen het in. Vanaf september past
de VS de Endangered Species Act (1973) minder streng toe en economische
overwegingen (mijnbouw, bosontginning..) zullen mee bepalen of een
diersoort bescherming ‘verdient’.
De ontginning van het noordpoolgebied, waar door de klimaatopwarming het
eeuwenoud ijs en de permafrost smelten, gaat steeds sneller. Binnen de
noordpoolcirkel zitten veel olie en gas (naar schatting respectievelijk
13 en 30% van de wereldvoorraad), vraag is alleen wanneer het economisch
rendabel wordt om ze te ontginnen. Van een verbod om dat te doen,
kwestie van de kwetsbare natuur van het poolgebied te beschermen, is
geen sprake. Groenland delft grondstoffen, Canada heeft interesse,
grootmachten als de VS, Rusland en China (dat zichzelf voor de
gelegenheid een ‘near Arctic state’ noemt) zijn wakker geschoten. Trump
wil Groenland kopen. Er wordt volop gespeculeerd over noordelijke,
kortere zeeroutes. Al zijn die voorlopig nog niet goed te gebruiken,
China en Rusland weigeren nu al om ze als internationale vaarroutes te
beschouwen. De Noordpool is voor Rusland een topprioriteit geworden,
zowel economisch als militair.
Begin augustus liet het klimaatbureau van de VN er geen twijfel over
bestaan dat als men de opwarming enigszins binnen de perken wil houden
niet alleen de uitstoot van industrie en verkeer moet worden beperkt,
maar ook het gebruik van land en de voedselproductie en consumptie
ingrijpend moeten veranderen. Een kwart van het door mensen gebruikt
land is waardeloos geworden door kunstmest, chemicaliën, droogte,
intensieve regenval, bebouwing en asfaltering. Door ontbossing, massale
drooglegging van veengebieden en verstedelijking verdwijnen tevens de
natuurlijke landprocessen die onze uitstoot voor een derde absorbeerden.
Bij het kappen en droogleggen komen miljoenen tonnen koolstofdioxide
vrij. Bodems stoten tegenwoordig CO2 uit in plaats van die op te nemen.
Als we niet op staande voet duurzamer omspringen met land en voedsel
komt de voedselvoorziening in het gedrang, zeker met de exponentiële
toename van de wereldbevolking. Arme landen in Afrika, Azië,
Latijns-Amerika en de Cariben zullen het eerst en het zwaarst getroffen
worden; landen die het minst uitstoten en eeuwenlang geplunderd werden
door het zich verrijkende Westen; landen waar overleven een dagtaak is.
Meer dan 10% van de wereldbevolking is ondervoed. De migratiestromen
zullen onbeheersbaar worden en de rijke landen zullen de muren van Fort
Europa steeds hoger optrekken.
De morele onaanvaardbaarheid, de onmenselijkheid van dit egocentrisme
ontgaat ons, in beslag genomen als we zijn door eigen volk, welvaart,
geïnfantiliseerde televisieprogramma’s en de consumptie van wat bij
gebrek aan intelligentie smart wordt genoemd. En is een mensenleven niet
veel te kort en te druk? Je moet toch zorgen voor het dagelijks vlees,
eigen bloedjes en kleinkinderen? Hoe kun je je dan nog bekommeren om
mensen aan het ‘andere eind’ van de wereld en achterachterkleinkinderen
die je nooit zult zien?
Moreel verwerpelijk
In een noot achterin stelt Wallace-Wells dat wie zich niet inzet tegen
de klimaatcrisis moreel verwerpelijk is. Een straffe uitspraak. Elders
vraagt hij zich even af of het ‘in dit klimaat moreel verantwoord is om
kinderen te krijgen, of we dat de planeet en, misschien wel
belangrijker, de kinderen wel kunnen aandoen’. Toch is hij tijdens het
schrijven van dit boek vader geworden, in het volle besef dat er
klimaatrampen kunnen aankomen die ook zijn kind zullen treffen. Geen
probleem, die gruwel staat nog niet vast. En wie weet, misschien loopt
het goed af. Stel je niet in ‘op een treurige toekomst die is
veroorzaakt door anderen die zich minder druk maken over klimaatleed’.
‘Anderen’, schrijft hij, hij niet, al beweert hij elders dat hij tonnen
eten weggooit, zo goed als nooit afval sorteert en de airco altijd laat
aanstaan.
Wallace-Wells vindt dat westerlingen ook niet moeten gaan leven als de
armen in de wereld. Minder rundvlees eten, meer elektrisch rijden en
minder vliegen – volgens hem haalt het allemaal niets uit. In het minst
slechte geval recycleren we het afval dat we als consument produceren.
Erger nog: onze door schaamte en nieuwe deugdzaamheid ingegeven
milieubewuste acties sussen het geweten, wiegen ons in slaap.
Uitgesloten is dat niet. De rekken in warenhuizen liggen niet alleen vol
met in plastic verpakt vlees maar ook met op dezelfde manier verpakte
vega- en bio-alternatieven. Er werd een bijkomende markt aangeboord.
Alles blijft bij hetzelfde, alleen uitgebreid. Met z’n allen de e-fiets
op, maar waar komen die elektriciteit, lithium en kobalt voor de
batterijen vandaan, in welke mensonterende omstandigheden worden die
gewonnen en waar zullen we alles blijven halen?
Denk ook aan onze voortplanting. Wallace-Wells besteedt genoeg aandacht
aan de bevolkingsgroei om te weten dat de aarde er nog onbewoonbaarder
door wordt. Zestig jaar geleden leerde ik op school dat er 3,5 miljard
mensen leefden, nu is dat meer dan het dubbele. Zeven en een half
miljard toen Wallace-Wells zijn boek schreef, 7,7 miljard toen ik het
negen maanden later besprak – de tijd van een zwangerschap. Homo sapiens
verspreidt zich als een schimmel over de aardkorst.
Wallace-Wells voert niet één argument aan om nog een consument en
potentiële ouder toe te voegen aan de zieltogende wereld. Hij verwijst
alleen naar een artikel dat zeer overtuigend zou aantonen dat kinderen
maken geen probleem is. Maar in dit artikel wordt alleen gefulmineerd
tegen de tendens zwangerschap uit te stellen tot je als vrouw carrière
hebt gemaakt. Wetens en willens een kind verwekken in het rijke deel van
de wereld in plaats van een kind uit het arme deel adopteren, vind ik
moreel verwerpelijk.
Optimist tot in de kist
Wallace-Wells blijft optimistisch, al zegt hij te weten dat
klimaatoptimisten nog nooit gelijk hebben gekregen. ‘Als mensen
verantwoordelijk zijn voor het probleem’, schrijft hij, ‘moeten ze ook
in staat zijn om het op te lossen’. Helaas volgt het één niet logisch
uit het andere – ook geboorte, moord en genocide zijn mensenwerk, maar
kunnen daarom niet zomaar ongedaan gemaakt worden.
Individuele levensstijlkeuzes leveren volgens Wallace-Wels niets op (het
vermenigvuldigingseffect laat hij buiten beschouwing). Ze werken alleen
door als er een politieke omslag komt waardoor een alternatieve
levensstijl op grote schaal wordt doorgevoerd. Maar geef de hoop niet
op, stelt hij: gooi de handdoek niet in de ring, engageer je, ga
stemmen, zet de politiek onder druk.
Te oordelen naar ons consumptie- en stemgedrag en de – gezien de
hoogdringendheid – vrij lachwekkende maatregelen van de overheid valt
daar niet veel van te verwachten. Politici weten maar al te goed dat we
op middellange termijn afstevenen op een milieuramp, maar ze zijn zozeer
gekneveld door allesoverheersende economische belangen op kortere
termijn, zo afhankelijk van elkaar en andere naties, zo verlamd door
verkiezingsresultaten, dat ze niets drastischer durven en kunnen
ondernemen dan even het podium delen met klimaatspijbelaars. Wij kiezers
zijn al even kortzichtig. In Australië werd bijvoorbeeld onder druk van
de straat een efficiënte belasting op CO2 afgeschaft en moest de
milieubewuste premier, die de akkoorden van Parijs wou uitvoeren, aftreden.
Wallace-Wells stelt ook niet één concreet, laat staan doeltreffend
actiemiddel voor. Zeker, dat is niet het onderwerp van zijn boek, maar
iemand die zo optimistisch is en alles van actie verwacht, zou de lezer
op dit vlak wel wat op weg mogen helpen.
Moreel verantwoord
Na lectuur van dit ontstellende boek en behoorlijk wat artikels en
rapporten zie ik geen reden meer tot hoop. Maar natuurlijk zal ik,
ondanks Wallace-Wells’ pessimisme op dit vlak, kritisch blijven stemmen
en me blijven inspannen om mijn ecologische voetafdruk zo klein mogelijk
te houden. Maar, vraag ik me af, is het gezien de onontkoombaarheid van
de ondergang van miljarden mensen, niet veel belangrijker ervoor te
zorgen dat wie nu leeft dat op een menswaardiger manier kan? Is mensen
helpen die hier en nu ternauwernood overleven niet veel dringender,
haalbaarder, menselijker en logischer?
Hebben onze voorvaderen niet massaal goud en zilver, oogsten en mensen
geroofd uit de continenten die zovelen nu ontvluchten? Komen migranten
niet naar hier omdat wij daar waren? Is de hedendaagse migratie geen
vreselijk achterblijvertje van ons kolonialisme? Waarom verplichten
welvarende landen er zich niet toe om migranten op te nemen in
verhouding tot hun uitstoot en de rijkdommen die ze uit de kolonies
hebben gestolen? Waarom geen koolstoftaks opleggen waarvan de opbrengst
naar de arme landen gaat? Waarom schreeuwt men moord en brand als
derdewereldlanden op hun beurt oerbossen platbranden? Kun je het
ontwikkelingslanden kwalijk nemen dat ze de welvaart nastreven die wij
op hun kosten vergaard hebben?
De Bezige Bij, Amsterdam, 2019
ISBN 9789403148601
363p.
Geplaatst op 21/10/2019
Tags: David Wallace-Wells, De onbewoonbare aarde, Gie van den Berghe,
Klimaat, Klimaatverandering, Milieu
Categorie: Recensies, Samenleving
More information about the D66
mailing list