[D66] Bijbelstormen

A.O. jugg at ziggo.nl
Fri Mar 15 07:20:31 CET 2019


n.a.v. 'Eberhard'

rene at NUC:~/Books/Religion$ pdftotext  Bijbel\ Statenvertaling\ 1977.pdf
- | grep -B 1 -A 1 "storm"

52 Toen kwam Abimelech tot
aan den toren, en bestormde
dien; en hij genaakte tot aan de
--
zullen zij verdorren, en een
stormwind zal hen als een
stoppel wegnemen.
--
wind zal ze wegnemen, en de
stormwind zal ze verstrooien;
maar gij zult u verheugen in
--
4 Toen zag ik, en ziet, een
stormwind kwam van het
noorden af, een grote wolk,
--
tegen haar, en zet tegen haar
stormrammen rondom.
3 Verder, neem gij u een
--
en gij, o grote hagelstenen, zult
vallen, en een grote stormwind
zal hem splijten.
--
H: Ja, Ik zal hem door
een groten stormwind in
Mijn grimmigheid splijten,
--
de stem op te heffen met
gejuich, om stormrammen te
stellen tegen de poorten, om
--
uit den schoorsteen wordt
weggestormd.
4 Ik ben toch de H,
--
groten wind op de zee; en er
werd een grote storm in de zee,
zodat het schip dacht te breken.
--
van ulieden; want ik weet, dat
deze grote storm ulieden om
mijnentwil over komt.
--
onschuldig. Des H weg is
in wervelwind, en in storm, en
de wolken zijn het stof Zijner
--
zij
hebben gestormd, om mij
te verstrooien; die zich
--
hen
weggestormd
onder
--
met de bazuin blazen, en Hij
zal voorreden met stormen
uit het zuiden.
--
zwavel; en een geweldige
stormwind zal het deel huns
bekers zijn.
--
en rondom Hem zal het zeer
stormen.
4 Hij zal roepen tot den hemel
--
ontkwame, van den drijvenden
wind, van den storm.
9 Verslind hen, H! deel
--
zal Hij hem als levend, als in
heten toorn wegstormen.
10 De rechtvaardige zal zich
--
25 Als Hij spreekt, zo doet
Hij een stormwind opstaan, die
haar golven omhoog verhe.
--
uit hun angsten.
29 Hij doet de storm stilstaan,
zodat hun golven stilzwijgen.
--
8 Vuur en hagel, sneeuw en
damp; gij stormwind, die Zijn
woord doet!
--
wegvoeren, dat hij henengaat,
en zal hem wegstormen uit zijn
plaats.
--
vanwege den geweldigen
storm des hongers.
11 Zij hebben de vrouwen te
--
van het Noorden zal tegen hem
aanstormen, met wagenen,
en met ruiteren, en met vele
--
met Hem.
37 En er werd een grote storm
van wind, en de baren sloegen
--
23 En als zij voeren, viel Hij
in slaap; en er kwam een storm

--
sloeg tegen hetzelve een
stormwind,
genaamd



More information about the D66 mailing list