[D66] Het begrip politiek | boekenstrijd.nl

A.OUT jugg at ziggo.nl
Fri Jun 7 06:25:04 CEST 2019


https://www.boekenstrijd.nl/politiek/het-begrip-politiek-carl-schmitt/

Het begrip politiek – Carl Schmitt
by admin

Op dit boekenblog gaat het regelmatig over politiek. Maar wat is
politiek? Daar bestaan veel ideeën over. De Duitse politiek filosoof
Carl Schmitt ontwikkelde een invloedrijke en omstreden definitie.
Politiek, zei hij, is het onderscheid maken tussen vriend en vijand.

Dat kan op het eerste gehoor abstract klinken, maar de gevolgen van die
opvatting reiken ver. Want in deze opvatting is politiek strijd, niet
het zoeken naar een compromis of een oplossing voor nijpende problemen.
Oorlog en burgeroorlog zijn de uiterste consequenties van die opdeling
in vriend en vijand en daarmee een reële mogelijkheid.

De politieke gemeenschap bepaalt wie de vijand is. Daarmee is die
eenheid soeverein en essentieel. “Politiek is in ieder geval altijd de
groepering die zich oriënteert op het beslissende conflict.” En daarom
is de politieke eenheid het belangrijkst. Die gaat uit boven andere
verbanden van economie, cultuur of religie.
Tegen het liberalisme

Maar oorlog mag alleen gevoerd worden om het eigen bestaan te
verdedigen. Oorlog mag nooit uit ideële overwegingen gevoerd worden,
stelt Schmitt. Alleen de fysieke vijand mag worden bestreden.

Een van de hogere idealen die volgens Schmitt misbruikt worden om oorlog
te voeren is ‘de mensheid’. “Wie mensheid zegt, wil bedriegen”, is een
van zijn bekendste uitspraken. Dat betekent niet dat Schmitt het bestaan
van de mensheid ontkent, maar dat ieder beroep daarop vals is. Wie dat
gebruikt, maakt de vijand tot on-mens en zal “dientengevolge genoodzaakt
de oorlog tot een uiterste onmenselijkheid te drijven.”

Alle politieke theorieën zijn in te delen of ze de mens als van nature
goed of slecht beschouwen, schrijft Schmitt. Maar de echte politieke
theorieën gaan uit van de slechtheid van de mens, van de mens als
gevaarlijk wezen. Die stelling is voor Schmitt een inleiding voor een
aanval op het liberalisme. Het liberalisme heeft de staat en de politiek
genegeerd door het individu voorop te zetten en niet de gemeenschap. Dat
individu richt zich vooral op economie en ethiek, op bezit en Bildung.
In plaats van oorlog en vrede komt er concurrentie en discussie.
“Technische vooruitgang hoeft geen vooruitgang te betekenen in
metafysisch, moreel of zelfs economisch opzicht.”
Carl Schmitt, Het begrip politiek



Vervolgens richt Schmitt zijn pijlen op het vooruitgangsdenken. Dat
ontkent de politieke strijd en depolitiseert alle kwesties. In dat
vooruitgangsdenken wordt techniek vaak als oplossing gezien voor
allerlei problemen. Maar “een technische vooruitgang hoeft geen
vooruitgang te betekenen in metafysisch, moreel of zelfs economisch
opzicht.”
Of/of

Dit is heel in het kort de weergave van de tekst “Het begrip politiek”,
nu opnieuw uitgebracht door Boom, en de daaraan toegevoegde tekst “Het
tijdperk van neutraliseringen en depolitiseringen.” Deze tekst schetst
een beeld van harde tegenstellingen, van of/of, van vriend tegenover
vijand. De wereld van de democratische processen of van het polderen,
dat we in Nederland vaak voor politiek houden, is hier ver weg.

Schmitt schreef het grootste deel van deze tekst in een hele andere
periode en context. “Het begrip politiek” stamt uit 1932, in wat de
laatste dagen van de Weimar-Republiek bleken te zijn. Politiek in
Duitsland was een kwestie van vriend en vijand, van burgeroorlog en
onmenselijke oorlog. Niet uit naam van de mensheid, maar uit naam van
(de mythe van) een ras.

Schmitt koos de zijde van die macht. Hij werd op 1 mei 1933 lid van de
NSDAP en paste zijn bekendste tekst aan de voorkeuren van de nazi’s aan.
(In deze uitgave staat de eerdere tekst.)

Hij werd, mede vanwege die stap, ooit uitgeroepen tot de gevaarlijkste
filosoof van de twintigste eeuw. Zijn vooraanstaande positie in het
nazi-tijdperk hield echter niet lang stand. Dat doet denken aan een
andere conservatieve denker uit deze periode, die tegen de nazi’s
aanschurkte, maar die uiteindelijk werd afgewezen: Oswald Spengler.
Spengler en Schmitt hebben hun conservatisme gemeen, en hun verkeerde
inschatting van de nazi’s, misschien wel hun onnozelheid. Maar toch
werden en worden beide als zieners beschouwd. Schmitt was er zo van
overtuigd dat politiek het onderscheid maken is tussen vriend en vijand,
dat hij zelf het onderscheid niet wist te maken.
Aantrekkingskracht

Door politiek als het onderscheid tussen vriend en vijand voor te
stellen, zette Schmitt de zaken op scherp. Dat is waarschijnlijk zijn
grote aantrekkingskracht, die tot op de dag van vandaag voortduurt.

Nu kan je zeggen dat dit onderscheid de realiteit is in de
internationale politiek: daar is de mogelijkheid van oorlog altijd
aanwezig. Toch zou het te makkelijk zijn om Schmitts denken naar de
arena van de geopolitiek te verbannen. Hij maakt zelf het onderscheid
namelijk niet, hij spreekt net zo goed over burgeroorlog als over
oorlog. De twee zijn zelfs aan elkaar verbonden. Alleen de homogene
gemeenschap kan oorlog voeren. En dat is een actueel gegeven in een tijd
waarin het begrip burgeroorlog weer vaak wordt gebruikt en er weer
allerlei vijanden worden aangewezen. Trump noemt de pers de vijand van
het volk, Thierry Baudet vergelijkt EU-bestuurders met Hitler.
spengler

Lees hier over Spengler en zijn boek De ondergang van het Avondland

Schmitts kritiek is ook terug te vinden in de kritiek op het liberalisme
die nu links en rechts te zien is. Het verzet tegen het liberalisme, als
een individualistische ideologie die alle kwesties reduceert tot
economische vraagstukken, vindt hier een bron. Die interpretatie kan
aanslaan bij conservatieve en bij radicaal-linkse denkers.

Met die scherpe tegenstelling van vriend en vijand wijst Schmitt op een
wezenlijk onderdeel van politiek. De beslissing om tot oorlog over te
gaan, is nog steeds de meest essentiële voor een politieke gemeenschap.
Iedere politieke gemeenschap maakt onderscheid tussen de leden en de
buitenstaanders. Zelfs de Verenigde Naties hebben hun lijstjes van
vijanden: bijvoorbeeld de terroristische organisaties of de landen die
door VN-sancties worden getroffen. De zwakte van die sancties toont aan
dat de VN nog een zwakke gemeenschap is.
Identiteitspolitiek

Politiek is ook strijd.

Maar een wezenlijk onderdeel is niet het geheel. Dat strijd een
wezenlijk onderdeel van politiek is, betekent niet dat alle politiek
altijd oorlog moet zijn. En bestaande gemeenschappen zijn niet
onaantastbaar, maar zijn gevormd door een samenloop van toevalligheden
en onderhevig aan verandering. De vijand van vroeger is de vriend van
vandaag. De lijn is vaak niet zo scherp te trekken. Toch is het goed om
die tegenstelling in het achterhoofd te houden.

In het nawoord betrekt politiek filosoof Theo de Wit het denken van
Schmitt op de Nederlandse actualiteit. Dat is opvallend, want een kleine
twintig jaar geleden vond De Wit nog dat Schmitt niets te zeggen had
over de “min of meer genormaliseerde betrekkingen” in Nederland. Nu ziet
hij overeenkomsten, bijvoorbeeld met de Weimar-Republiek. Uiteraard was
Nederland het voorbeeld van depolitisering. Maar die is aan het einde
gekomen, door polarisering (politisering) en het aanwijzen van vijanden.
Het vanzelfsprekende overwicht van de liberale democratie ligt onder vuur.

Om Schmitt als een criticus van de identiteitspolitiek te beschouwen,
lijkt me de plank misslaan. Juist het aanwijzen van de ander, zoals
volgens Schmitt bij politiek hoort, is identiteitspolitiek.

Het begrip politiek werpt een fel licht op wat politiek kan zijn. We
hoeven echt niet allemaal Schmittianen te worden die op zoek gaan naar
de vijand. Maar een oog voor de scherpte van de politiek, dat is wel
essentieel. De vraag blijft of Schmitt de werkelijkheid beschrijft of
dat hij een bepaalde benadering van politiek voorschrijft. En of je als
lezer en burger die twee benaderingen kan scheiden?




More information about the D66 mailing list