[D66] 'Laat radicaal-rechts racisme niet mainstream maken'

A.OUT jugg at ziggo.nl
Fri Dec 6 13:21:29 CET 2019


nrc.nl:

Laat radicaal-rechts racisme niet mainstream maken
Xenofobie Het frame van ‘integratiepessimisme’ raakt ingeburgerd, 
waarschuwt Leo Lucassen.

5 december 2019 om 17:37
Leestijd 3 minuten

Naar aanleiding van het nieuws over de groepsverkrachtingen in Den 
Bosch, waren de usual suspect uit rechts-radicale hoek er als de kippen 
bij om de beschuldigende vinger in de richting van moslims te wijzen. Zo 
tweette Joost Niemöller, ook betrokken bij de nieuwe omroep in 
oprichting Ongehoord Nederland, dat de zaak duidelijk een 
„moslimcomponent” bevatte. Hij leidde dat af uit het bericht van de 
politie dat een aantal van de acht gearresteerde mannen neven van elkaar 
waren.

Leo Lucassen is directeur onderzoek van het Internationaal instituut 
voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam en hoogleraar aan de Universiteit 
Leiden.

Stijn Hesselink, Statenlid van Forum voor Democratie (FVD), greep het 
nieuws eveneens aan om stemming te maken tegen moslims. Toen al gauw 
bleek dat het om ‘gewone’ Brabanders ging, lieten beiden weten „te 
voorbarig” gereageerd te hebben, of in de woorden van Hesselink: „Vaak 
weet je in dat soort gevallen in welke richting je het moet zoeken, maar 
in dit geval lag het tot mijn verbazing toch anders.”

Hun tweets leggen een ziekelijke obsessie met immigranten, etniciteit en 
de islam bloot. Een obsessie die we vooral aantreffen bij radicaal- en 
extreem-rechts. De aandacht vanuit deze hoek is doorgaans uitermate 
selectief. Wangedrag door zogenaamde autochtonen, of het nu rellen in 
Duindorp betreft of de jarenlange pesterijen tegen een joods gezin in 
West-Friesland, mag op aanzienlijk minder aandacht rekenen van deze 
„realisten”, zoals ze zichzelf graag noemen. Laat staan dat dit een 
complete bevolkingsgroep wordt aangewreven.

Nu zijn er geen aanwijzingen dat racisme in de afgelopen decennia sterk 
is toegenomen. Wat echter wel is gegroeid, zijn de mogelijkheden om er 
uiting aan te geven én het idee dat je je daar niet voor hoeft te 
schamen. De politieke correctheid van de jaren tachtig mag dan soms zijn 
doorgeschoten, de vrijheid die sommigen nu denken te hebben om xenofobe 
gevoelens de vrije loop te laten is verontrustend.
Lees ook: De doodlopende straat waar tienermeisjes zouden zijn 
gedrogeerd en verkracht
Simpel ‘sorry’

Dat gebrek aan schaamte blijkt ook uit het feit dat Hesselink en 
Niemöller menen met een simpel ‘sorry’ via Twitter te kunnen volstaan. 
Of zoals Hesselink schreef, „en daarmee is wat mij betreft de kous af”. 
Dit soort schamele excuses laten juist zien hoe diepgeworteld het idee 
is dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen wij en zij, de 
‘echte’ Nederlanders en de (moslim-) nieuwkomers.

Daarmee raken we aan een veel structureler probleem dat sinds de opkomst 
van Pim Fortuyn alleen maar groter is geworden, namelijk een wijd 
verbreid integratiepessimisme. Anders gezegd, een overtuiging dat 
immigratie een negatieve uitwerking heeft op de samenleving, zowel 
economisch, sociaal en cultureel. Een idee dat met de wereldwijde 
opkomst van islamitisch geïnspireerd terrorisme alleen maar dieper 
verankerd is geraakt. Ook al weten we dat verreweg de meeste 
slachtoffers moslims zijn en dat vrijwel alle Nederlanders met een 
islamitische achtergrond dit geweld net zo verafschuwen als de rest.

De migratiediscussie wordt gekenmerkt door een enorme blikvernauwing. 
Het zoeklicht wordt alleen gericht op die migranten die – terecht of 
onterecht – als een probleem worden beschouwd. Waarbij men vergeet hoe 
ongunstig hun integratieproces soms was getimed, zoals bij de 
gezinshereniging van Turken en Marokkanen begin jaren tachtig. Dat veel 
van hun kinderen inmiddels grote sprongen op de sociale ladder hebben 
gemaakt, blijft vrijwel onbesproken. Omdat zij het dominant sombere 
beeld niet bevestigen wordt aan hen geen aandacht geschonken.

Holocaustontkenners

Met de opkomst van de PVV en meer recentelijk FVD is het 
integratiepessimisme geradicaliseerd en deels in extreem-rechts 
vaarwater terecht gekomen. Zoals vorige week nog maar weer eens bleek 
bij de uitlating van Haye van der Heyden, een van de initiatiefnemers 
van Ongehoord Nederland, dat ook holocaustontkenners een podium 
verdienden. Deze normalisering van extreem-rechtse denkbeelden in de 
afgelopen jaren is in hoge mate versneld door de populariteit van 
Thierry Baudet, die een vrij consistente belangstelling voor dat deel 
van het politieke spectrum tentoonspreidt.

Om deze trend een halt toe te roepen, is verontwaardiging over radicaal 
rechts onvoldoende. Zoals de in de Verenigde Staten werkzame Nederlandse 
politicoloog Cas Mudde stelt, zullen met name mainstream politieke 
partijen racisme en moslimhaat veel duidelijker publiekelijk af moeten 
keuren. Bovendien zou het goed zijn als deze partijen een intern debat 
gaan voeren over het – bewust of onbewust – overnemen van 
radicaal-rechtse integratiepessimistische frames. Want als partijen die 
frames handhaven maar er vervolgens niet naar handelen, bij voorbeeld 
door de grenzen te sluiten of etnisch te profileren, dan moeten ze niet 
vreemd opkijken dat hun kiezers hun heil bij de PVV en FVD zoeken.

In plaats daarvan doen politieke partijen er goed aan de echte oorzaken 
van maatschappelijke problemen te benoemen, zoals ongelijke kansen in 
het onderwijs en op de arbeidsmarkt, waar zeker niet alleen landgenoten 
met een migratieachtergrond mee kampen. Anders gezegd, ze moeten de 
boodschap afgeven dat de analyse van het probleem door radicaal-rechts 
niet deugt.



More information about the D66 mailing list