[D66] Hoe komt het toch dat D66 bij zoveel mensen zo'n weerzin oproept?

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Sat Oct 13 12:28:25 CEST 2018


Bron:   Volkskrant
Datum:  12 oktober 2018
Auteur: Martin Sommer
URL:    
https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/hoe-komt-het-toch-dat-d66-bij-zoveel-mensen-zo-n-weerzin-oproept-~b97aebc3/


Hoe komt het toch dat D66 bij zoveel mensen zo'n weerzin oproept?
-----------------------------------------------------------------
Waarom zoveel mensen zo'n hartgrondige hekel hebben aan D66.

Het raadsel van D66: hoe komt het dat die partij bij zoveel mensen zo'n 
weerzin oproept? D66 is immers nog altijd bij uitstek de middenpartij en 
de redelijkheid zelve. Alexander Pechtold was misschien iets minder 
aaibaar, maar D66 is ook de partij van de sympathieke Jan Terlouw met 
zijn touwtje en voordien van de intellectuele knuffelbeer Van Mierlo. 
Waar heeft D66 die afkeer aan verdiend?

Het moet toch aan de formule liggen. Het halve eeuwfeest van D66 werd 
twee jaar geleden gevierd met een bundel die Redelijk radicaal heet. Dat 
was goed getroffen. Meer democratie was altijd het uitgangspunt. 
Partijcoryfee Thom de Graaf behandelt in de inleiding hoe het in 1966 
ging over de gekozen burgemeester, het districtenstelsel en de gekozen 
minister-president. Voor het referendum was minder belangstelling, maar 
die andere kroonjuwelen stonden te glimmen in de etalage.

Toch was democratisering niet de kern van de zaak. De gedachte erachter 
was dat versteende verhoudingen met burgermacht zouden worden 
ondergraven. 'Men struikelt over de grote en kleine regenten die de 
burger de doorgang beletten', zei Hans Gruijters, een van de oprichters. 
Een nieuwe generatie bonkte op de poort van de macht, een nieuwe klasse 
ook, van juristen, journalisten, vrije beroepen, universitair 
geschoolden, mensen die niet meer sjouwden of kneedden of aan de machine 
stonden. Met stand of kerk wilden ze niets te maken hebben. Het was de 
meritocratie, die haar machtsaanspraken alleen baseerde op verdienste en 
verstand.

Het idee van redelijk en radicaal zat er meteen in. D66 zag en ziet zich 
nog altijd als de partij van de Verlichting. Geen dogma's maar 
pragmatiek. De partij deed domweg wat er moest gebeuren, altijd bereid 
tot een compromis. Pechtold kreeg applaus voor zijn constructieve 
oppositie die leidde tot het Lente-akkoord. Met D66 kun je zaken doen. 
Dat bracht sympathie maar ook heftige schommelingen in de kiezersgunst. 
Bij gebrek aan een scherp profiel betekent regeren juist voor D66 
onzichtbaarheid en dan zetelverlies. Het bracht Van Mierlo tot de 
bittere vaststelling dat de kiezers ook bij nul zetels nog wel een warm 
plekje voor die aardige partij D66 hadden.

Wat lange tijd aan de aandacht ontsnapte, was dat D66 ook een minder 
aardige en toegeeflijke kant had en heeft. Ook dat hing samen met de 
Verlichting met grote V, die vanaf de achttiende eeuw al een januskop 
had. Enerzijds was het afgelopen met oude vormen en gedachten en mocht 
het volk om die reden meebeslissen. Maar de Rede kon je ook uitleggen 
als bestuur door de verstandigsten, en daar kwam het volk niet aan te 
pas.

Auguste Comte vond lang geleden de sociologie uit, met andere woorden de 
natuurwetten van het menselijk samenleven. We kennen de wetten van de 
scheikunde en de biologie, zei Comte, en in de scheikunde is er toch ook 
geen inspraak? Hij vond dat burgers zich nergens mee moesten bemoeien. 
De beste bestuurders moesten de beste beslissingen nemen. Iets daarvan 
vinden we terug in het parfum van verwaandheid dat vaak om D66'ers 
hangt. In hun voorwoord op Redelijk radicaal schrijven Thom de Graaf en 
Alexander Rinnooy Kan 'dat D66'ers vaak als 'redelijke mensen' worden 
bestempeld, waarmee de een bedoelt dat zij in het debat een verstandige 
toon aanslaan en de ander dat ze wellicht wat minder ophebben met het 
harde machtsspel in de Haagse politiek.'

Boeiende woorden, vooral sinds Thom de Graaf dankzij ouderwets 
regentenspel onderkoning van Nederland is geworden. Typische 
D66-politici zijn topmannen met McKinsey-uitstraling, die nooit uit hun 
slof schieten, zoals genoemde Rinnooy Kan of Hans Wijers. Heel anders 
dan de VVD die in wezen een partij is van midden- en kleinbedrijf. 
Bolkestein noemde D66 juist  daarom een 'standspartij', sterk bewust van 
de eigen voortreffelijkheid.

Als D66 een abonnement op de Rede heeft, dan hebben anderen dat dus 
niet. Dat is de minder verdraagzame kant van de partij. 'De kiezers doen 
maar wat', zei Van Mierlo in Vrij Nederland. Van Mierlo hield van 
compromissen maar hij hield niet van tegenspraak. Hetzelfde gold voor 
Pechtold. We moeten het juiste doen, zei Sigrid Kaag in haar 
ophefmakende Abel Herzberglezing. Dat klinkt beslist anders dan meer 
zeggenschap voor burgers. Op zeker moment hebben ze bij D66 gevonden dat 
er nu wel genoeg is geemancipeerd. Die kroonjuwelen verdwenen niet bij 
toeval in het schuurtje.

In een politiek van de Rede is er maar een juiste oplossing. Andere 
oplossingen zijn dwalingen. Dat zie je terug in alle grote kwesties van 
deze tijd: Europa, migratie of klimaat. Steevast is de boodschap dat er 
geen alternatief is. En steevast is D66 de meest enthousiaste 
boodschapper. Volkssoevereiniteit heeft een nare klank gekregen en nee 
zeggen tegen de macht, de allerkortste samenvatting van democratie, is 
er niet meer bij. Thom de Graaf schreef in zijn inleiding dat D66 zich 
consequent als bestrijder van het snel opkomende populisme heeft 
opgesteld. Dat is waar, maar de volgorde is verkeerd. Eerst was er het 
gelijk van de verstandigen, daarna pas het populisme. Lees het briljante 
boek The rise of the meritocracy van Michael Young. Dan weet je hoe het 
afloopt met de regering van the best and the brightest. Dat loopt af met 
de opstand der deplorabelen.

--------
(c) 2018 Persgroep


More information about the D66 mailing list