[D66] VN afscheidsinterview met Pechtold

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Sun Oct 7 13:02:44 CEST 2018


Bron:   Vrij Nederland
Datum:  6 oktober 2018
Auteur: Thijs Broer
URL:    https://www.vn.nl/pechtold-het-is-mooi-geweest/


Het grote afscheidsinterview met Alexander Pechtold:
'Het is mooi geweest'
----------------------------------------------------

Al in het voorjaar besloot Alexander Pechtold dat het tijd was te 
vertrekken uit de politiek. Sindsdien sprak Vrij Nederland drie keer met 
de D66-leider, in het diepste geheim, want zelfs zijn fractiegenoten 
wisten nog van niks. 'Kereltje Pechtold' bracht D66 terug in het centrum 
van de macht, maar de onzekerheid bleef. 'Voor je het weet is je 
houdbaarheidsdatum overschreden.'

Begin juni, in de trein op weg naar Brussel, gaat de mobiele telefoon: 
Alexander Pechtold. De D66-leider wil Vrij Nederland in het diepste 
vertrouwen iets vertellen dat zelfs zijn fractie nog niet weet: hij 
vertrekt uit de politiek. Daar heeft hij in maart definitief toe 
besloten, zegt hij. Op het partijcongres van 6 oktober zal hij zijn 
vertrek bekend maken. Of Vrij Nederland geinteresseerd zou zijn in een 
groot afscheidsinterview.

Het voorstel komt niet uit het niets. VN heeft Pechtold vanaf het eerste 
begin gevolgd, toen D66 na de deelname aan het tweede kabinet-Balkenende 
bijna dood was verklaard en hij, na een onfortuinlijk ministerschap, met 
drie zeteltjes in de Kamer kwam. Regelmatig interviewden we hem in de 
loop van de jaren, ook samen met zijn voorganger Hans van Mierlo. We 
stelden hem lastige vragen en documenteerden hoe hij D66 probeerde om te 
smeden van een amateuristisch clubje in een solide partij.

Tien verkiezingen op rij wist D66 onder zijn leiding te winnen. En nu, 
in de trein naar Brussel, dient zich dus het slotakkoord aan. We spreken 
af in de loop van de zomer drie uitgebreide gesprekken te voeren, met 
als enige voorbehoud dat hij niet over zijn priveleven wil praten - dat 
heeft hij thuis beloofd.


Op de divan

Een maand later zwaait de deur open van Pechtolds huis aan de rand van 
de bossen in Wageningen: 'Goedemorgen!' De D66-leider, gekleed in 
lamswollen vest, spijkerbroek en gympen, ziet er ontspannen uit, alsof 
er een last van hem is afgevallen sinds hij heeft besloten de politiek 
te verlaten. Pechtold zet koffie en neemt plaats op de chaise longue. 
'Dat is wel toepasselijk,' grinnikt hij. 'Pechtold op de divan.'


Wanneer is de gedachte voor het eerst bij u opgekomen om uit de politiek 
te vertrekken?

'Na de verkiezingen van 2012. Dat vind ik nog steeds de mooiste 
overwinning. In de tweestrijd tussen Mark Rutte en Diederik Samsom 
verloren bijna alle andere partijen zetels, behalve wij, als een 
Gallisch dorpje. En dan te bedenken waar we vandaan kwamen. Toen ik in 
2006 als lijsttrekker begon, stonden we op een gegeven moment op nul 
zetels in de peilingen.'

Hij wijst naar buiten: 'Op een avond vlak voor de verkiezingen zat ik 
daar in het donker, en dacht: waar ben ik in godsnaam aan begonnen? Ik 
had mijn gezin meegesleept in een ongewis avontuur en was leider 
geworden van een partij aan de rand van de afgrond. Maar bij de 
verkiezingen haalden we toch nog drie zetels. In 2010 werden het er 
tien, en in 2012 haalden we er twaalf, ondanks het geweld van Samsom en 
Rutte. Toen dacht ik voor het eerst: de ijzeren voorraad van kiezers is 
groter dan nul, we hebben een stevige basis als partij. Sindsdien heb ik 
de gedachte aan vertrekken bij mezelf toegelaten. Dat moet ook, want 
voor je het weet is je houdbaarheidsdatum overschreden.'


In januari 2013 ging het gerucht dat u burgemeester van Utrecht wilde 
worden.

'Daar heb ik toen inderdaad in mijn eigen kring gesprekken over gevoerd. 
Er was ook een goede kans dat ik het was geworden. Maar op een gegeven 
moment kwam Els Borst langs op mijn werkkamer. Ze wilde niet eens een 
kopje thee, en zei meteen: 'Jouw vertrek naar Utrecht is nicht im Frage, 
de partij heeft je nog nodig.' Toen vertrok ze weer, te voet naar het 
station.'

Grinnikend: 'Als Els Borst zoiets zei, dan had je te luisteren. Ze was 
D66'er van het eerste uur, minister geweest in de Paarse kabinetten en 
nog steeds intens bij de partij betrokken. Sinds de dood van Hans van 
Mierlo beschouwde ze zich als de moeder van de partij. En dat was ze 
ook. Toen heb ik er nog een keer goed over nagedacht, en ben ik toch 
maar gebleven.'


Heeft u er ooit spijt van gehad dat u toen niet bent vertrokken?

'Nee, want de grootste overwinningen moesten toen nog komen: bij de 
gemeenteraadsverkiezingen van 2014 werden we de grootste in een reeks 
grote steden, en bij de Kamerverkiezingen haalden we negentien zetels en 
konden we gaan deelnemen aan de regering. Het is gelukt om D66 terug te 
brengen in het centrum van de macht. Voor het eerst sinds 2005, toen ik 
zelf in het kabinet zat. De cirkel is rond.'


Pechtold en Van Mierlo

In 2005 werd Alexander Pechtold, tot dan toe burgemeester van Wageningen 
en voorzitter van D66, minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en 
Koninkrijksrelaties in het kabinet Balkenende II, nadat Thom de Graaf 
was afgetreden vanwege het afschieten van de gekozen burgemeester in de 
Eerste Kamer. Na zijn beediging bij de koningin liet Pechtold de 
chauffeur meteen naar het huis van Hans van Mierlo in Amsterdam rijden. 
De pers had een seintje gekregen, zodat de camera's draaiden toen hij op 
de stoep van het grachtenpand arriveerde. De boodschap was duidelijk: 
Pechtold vroeg de zegen van de D66-oprichter.

Op het partijcongres waar hij een jaar later tot lijsttrekker werd 
gekozen, verklaarde 'lid nummer een' met bronzen stem: 'Alexander, voer 
ons aan!' Op verkiezingsavond in november 2006 volgde Pechtold nerveus 
de uitslagen op een hotelkamertje tegenover Artis. Toen de exitpolls 
binnen waren - van zes naar drie zetels voor D66 - kwam Van Mierlo 
onaangekondigd langs en zei: 'Alexander, je hebt niet drie zetels 
verloren, je hebt drie zetels gewonnen.' De D66-oprichter gaf Pechtold 
sindsdien tal van adviezen, gevraagd en ongevraagd, tot zijn dood in 
2010.


Uw ministerschap tijdens Balkenende II was niet bepaald een succes. U 
wekte de woede van uw collega-ministers door het politieke spel in de 
coalitie 'vuil en vunzig' te noemen, en kort daarna viel het kabinet 
door toedoen van Lousewies van de Laan, fractievoorzitter van D66. 
Tijdens de kabinetsformatie van 2017 ging het gerucht dat u per se in 
het kabinet wilde, om u te revancheren voor uw onvoltooide 
ministerschap.

'Ja, dat gerucht heb ik ook voorbij horen komen. Ze dachten: die 
Pechtold is zo ijdel, die wil vast vicepremier worden. Maar het was 
onzin. Vanuit de Kamer kon ik veel beter het eigen gezicht van D66 
bewaken, al vond Mark Rutte dat helemaal niet leuk. Bovendien zou ik als 
minister nooit de ruimte hebben gehad om te vertrekken. Nu wel.'


U dacht dus tijdens de formatie al serieus na over een tussentijds 
vertrek?

'Ja, maar ik wilde in ieder geval blijven tot de Algemene Politieke 
Beschouwingen van dit jaar. Ik was verantwoordelijk voor het sluiten van 
het regeerakkoord. Ik vond: dan moet ik het ook zelf nog een keer bij de 
Algemene Beschouwingen verdedigen.'


Heeft uw vertrek ook te maken met de publieke ophef van afgelopen jaar 
over het Scheveningse appartement dat u ooit kreeg van een Canadese 
oud-diplomaat, en dat u niet opgaf bij het geschenkenregister van de 
Tweede Kamer?

'Nee. Als ik het gevoel had gehad dat die ophef terecht was geweest, was 
ik allang vertrokken. De schenking van dat appartement - overigens een 
heel simpel flatje in een lelijk jaren zeventig-gebouw - was een 
prive-zaak, een geschenk van een oude vriend met wie ik geen enkele 
politieke relatie had. Hij had het al vijftien jaar eerder in zijn 
testament laten zetten, maar hij werd ernstig ziek en wilde het al 
eerder aan mij schenken omdat hij zijn bejaarde broer, die 
executeur-testamentair zou worden, niet met het ingewikkelde papierwerk 
in Nederland wilde opzadelen.'

'Met mogelijke belangenverstrengeling had het helemaal niets te maken. 
Het presidium van de Tweede Kamer heeft ook vastgesteld dat ik niets heb 
gedaan dat in strijd was met de regels. Ik vond het opmerkelijk dat 
iedereen zijn mond hield, dat niemand me verdedigde. Toen Wilders me in 
de Kamer 'corrupt' noemde, greep zelfs de Kamervoorzitter niet in. Ook 
de coalitiepartners deden niks. Rutte zei: dit is aan de Kamer. Dat kon 
ik nog wel begrijpen. Maar Dijkhoff zei: zulke rijke vrienden heb ik 
niet.'

'Dat heeft me geraakt, want het ging om mijn integriteit. Terwijl ik 
zelf wel hun partijgenoot Halbe Zijlstra heb verdedigd toen hij die 
domme uitlating over de datsja van Poetin had gedaan. Het was 
grootspraak, maar Halbe is wel een integere vent. En dan de 
onzorgvuldigheid van de media. Zat ik met de kinderen in de auto, hoorde 
ik de verslaggever van de NOS op de radio praten over het appartement 
dat ik 'had moeten opgeven' in het geschenkenregister. Ik moest niks! Ik 
was heel blij dat ik toen al had besloten om weg te gaan.'


Als u die schenking wel had gemeld, had het u veel slechte publiciteit 
bespaard. Heeft u daar geen spijt van gehad?

'Geen seconde! Ik heb altijd gedacht: het is een privekwestie, het gaat 
niemand iets aan. En dat vind ik nog steeds, Bovendien: als ik het wel 
had opgegeven, was er ook gedonder over gekomen.'


Vooral Powned en GeenStijl ageren al maanden tegen 'Alexander 
Penthouse'. Er zijn zelfs honderden aangiften tegen u gedaan.

'GeenStijl is inmiddels zo ver afgezakt. Wat een platte afgang. 
GeenStijl had ook voorgedrukte formulieren online gezet om aangifte 
tegen me te doen van 'ambtelijke corruptie'. Het Openbaar Ministerie 
heeft geoordeeld dat er niet eens aanleiding was nader onderzoek te 
doen. Intussen bleef het beeld wel hangen dat ik iets gedaan zou hebben 
dat niet door de beugel kon. Maar goed, iedereen heeft zijn rol te 
spelen. Ik lig daar niet wakker van. Het is van geen enkele betekenis 
geweest voor mijn beslissing om te vertrekken. Sterker nog: ik heb het 
eerder als een reden gevoeld om te blijven: ik zwicht niet voor dat 
soort campagnes.'


U bent nu meer dan twaalf jaar partijleider. Bent u moegestreden?

'Bij debatten voel ik nog steeds dezelfde spanning als toen ik begon, en 
dezelfde energie. Ik denk niet dat iemand in mijn fractie de afgelopen 
maanden heeft gedacht: Pechtold loopt op zijn laatste benen. Maar ik heb 
wel twaalf en een half jaar gegeven wat ik in me had. Meer zit er niet 
in. Ik moet wel eens denken aan Femke Halsema, die me bij haar afscheid 
vertelde dat ze helemaal op was. Ik snap nu wat ze bedoelde.'


Wat is het zwaarst aan het leven als politicus?

'Ik heb er bijna altijd enorm van genoten, maar je moet voortdurend 
alert zijn. Je bent er 24 uur per dag mee bezig. Alles wat je zegt wordt 
op een goudschaaltje gewogen. Voor grote debatten kan ik altijd slecht 
slapen. En na afloop heb ik vaak nog dagen een ontregelende hoofdpijn. 
Dat is al die jaren niet veranderd. Altijd denk ik: is het wel goed 
genoeg?'

'Daar komt nog bij dat ik inmiddels zo bekend ben, dat ik overal word 
aangesproken. Gisteren kwam ik in de sportschool uit de kleedkamer, kwam 
er een meneer naar me toe met een vraag over de toestand in de 
gezondheidszorg. Goed bedoeld hoor, maar ik zei: nu even niet, als u het 
niet erg vindt. Negen van de tien ontmoeting zijn heel leuk hoor. Maar 
als ik in de Albert Heijn iets met een kortingssticker in het wagentje 
gooi, maak ik regelmatig mee dat iemand roept: zo, dat is zuinig, kunt u 
de boodschappen niet betalen? En als ik op straat loop, zijn er altijd 
mensen die even een selfie met me willen maken. Een ander zal misschien 
zeggen: kan me niet bommen, maar ik ben me er continu van bewust. Ik heb 
mijn werk in de politiek altijd een voorrecht gevonden, maar de knop kan 
nooit uit. Dat zal ik niet missen, als ik straks weg ben.'


Er zijn ook mensen die zeggen: Pechtold is verslaafd aan aandacht, die 
vindt het eigenlijk heerlijk.

'Dan kennen ze me niet. Als jongetje was ik heel verlegen. Mijn vader 
zei: je moet geen schuwe aap zijn. Daarom ben ik op school gaan 
toneelspelen, om mezelf te dwingen mijn onzekerheid te overwinnen. Dat 
gevecht voer ik eigenlijk nog steeds. Aan de ene kant is het mooi om in 
de belangstelling te staan, aan de andere kant is er nog steeds 
zelfoverwinning voor nodig, iedere keer weer.'


Als het zo'n gevecht was, waarom zat u dan avond aan avond bij Pauw en 
Jinek?

'Vanaf het moment dat ik lijsttrekker werd, wist ik: als ze niet weten 
wie je bent, gaan ze ook niet op je stemmen. Dan horen 
televisieoptredens erbij. Ik merkte al snel dat het goed viel: ik was 
geen 'wegzapper', zoals ze dat noemen bij de televisie. Maar het is 
zeker niet zo dat ik er zelf de hele tijd om heb gevraagd. Bij verzoeken 
voor mediaoptredens heb ik vaak ja gezegd, maar nog veel vaker nee.'


Hans van Mierlo vergeleek de electorale uitslagen van D66 ooit in Vrij 
Nederland met de vlucht van een kwikstaartje: telkens een duikvlucht 
naar beneden en dan weer omhoog. D66 daalt al maanden in de peilingen. 
Stapt u eruit nu de neergang weer is begonnen?

'Zoals de duikvlucht van het kwikstaartje ging het vroeger. Maar onder 
mijn leiding heeft D66 tien verkiezingen achter elkaar gewonnen. De 
partij staat er beter voor dan ooit. Mijn opvolger heeft een veel 
steviger basis om op te bouwen dan ik toen ik begon.'


Het beraad van Gent

In 2009 trok Pechtold zich met partijvoorzitter Ingrid van Engelshoven 
en senator Gerard Schouw terug in een bed & breakfast in Gent. Daar 
besloten ze dat D66 de hervormingspartij moest worden. Na jaren van 
stilstand onder de kabinetten-Balkenende moesten de sociale zekerheid, 
de woningmarkt en de arbeidsmarkt eindelijk op de schop, de Europese 
samenwerking diende zonder schroom te worden verdedigd en er moest fors 
worden geinvesteerd in onderwijs. Die boodschap werd vanaf dat moment 
met ijzeren consistentie uitgedragen.

Intussen werd ook de partij geprofessionaliseerd. In 2006 had Pechtold 
als beginnend lijsttrekker meegemaakt dat hij in Hostellerie 
Schuddebeurs op Schouwen-Duiveland straal werd genegeerd door de 
commissie die de lijst voor de Tweede Kamer vaststelde. Met zulk 
goedbedoeld amateurisme moest het afgelopen zijn, vond hij. Er kwam een 
professionele campagne om leden te werven, er kwamen expertmeetings en 
een scoutingcommissie om nieuw talent te rekruteren en de partijleider 
kreeg meer invloed op het samenstellen van de lijst, dat alles onder het 
motto: 'Nooit meer Schuddebeurs'.


In uw eerste jaren in de Kamer heeft u gezegd dat de 'kroonjuwelen' van 
D66, de ideeen over democratische vernieuwing, misschien niet meer in de 
etalage staan, maar altijd uit voorraad leverbaar zijn.

'Van Hans van Mierlo moest ik daar altijd bij zeggen: 'En we blijven 
zoeken naar klanten.' Van Mierlo had er aanvankelijk grote moeite mee, 
maar ik zei: Hans, we dreigen een one issue-partij te worden, we gaan 
kapot aan die kroonjuwelen. Vergeet niet dat Thom de Graaf in 2005 was 
afgetreden omdat de gekozen burgemeester door de Eerste Kamer was 
geblokkeerd. Dat wilde ik niet meer meemaken. Ik was ervan overtuigd dat 
we de agenda van D66 moesten verbreden.'


Van Mierlo zei ook dat hij 'met het pistool op de borst' altijd voor de 
PvdA zou kiezen als partij om mee samen te werken. Maar u bent nooit op 
liefde voor de PvdA te betrappen geweest.

'Ik ben geregeld aangezien voor PvdA-hater. Dat was nogal overdreven. 
Maar ik heb wel vaak gedoe met PvdA'ers gehad. Dat begon al toen ik 
wethouder was in Leiden. Zeker op lokaal niveau heeft de PvdA heel lang 
gedacht dat zij aan de progressieve kant de dienst konden uitmaken. Ook 
onder Wouter Bos in de Tweede Kamer gedroegen ze zich nog zo. Van Mierlo 
voegde zich daarnaar. Maar ik dacht: waarom zouden wij altijd de 
bijwagen van de PvdA moeten zijn?'

'Vanaf 2009 hebben we D66 als progressieve, sociaalliberale middenpartij 
neergezet. Van Mierlo had altijd een hekel aan het woord 'liberaal', 
maar ik heb er nooit moeite mee gehad. Het CDA was rechts geworden, de 
VVD was niet meer liberaal, en de PvdA was in verwarring. Ons doel was 
een vaste plek tussen de grote drie te veroveren, en er liefst een uit 
de top drie te stoten. Het is goed dat die verhouding eindelijk is 
doorbroken.'


Fusie met GroenLinks?

Eind juli spreken we af in Den Haag, in het herenhuis van Carla Pauw: de 
vroegere rechterhand van Hans van Mierlo, die ook Pechtold de afgelopen 
jaren op de achtergrond adviseerde. 'Dit is een historische plek,' zegt 
Pechtold al in de vestibule. 'Hier kwamen we in 2006 bij elkaar, met 
onder andere Ingrid van Engelshoven en Gerard Schouw, om te overleggen 
wie zich kandidaat zou stellen als lijsttrekker bij de verkiezingen aan 
het einde van de kabinetsperiode. De kandidatuur van Lousewies van der 
Laan hing al in de lucht. De vraag was: wie zou het tegen haar opnemen? 
Gerard Schouw twijfelde of hij het wilde. Hier in het halletje heb ik op 
een gegeven moment tegen hem gezegd: nu moet je het zeggen, anders doe 
ik het. Toen zei hij: jij moet het doen, en heb ik mijn kandidatuur 
direct bekend gemaakt. Vier dagen nadat ik verkozen was, viel het 
kabinet.'


In de Kamer haalde u meteen al regelmatig het nieuws. Hoe kreeg u dat zo 
snel voor elkaar?

'Het debat is het moment om mensen te raken. De Algemene Beschouwingen 
duren twee keer negen uur, maar op het journaal blijven daar acht 
minuten van over, waarvan zestig procent wordt besteed aan de premier. 
Daar moest ik als beginnend fractievoorzitter tussen zien te komen, met 
mijn drie zeteltjes. Dat lukt alleen maar als je je heel grondig 
voorbereidt, alle stukken en alle cijfers kent, en op het goede moment 
weet te improviseren.'

'Een van de meest geslaagde momenten in die eerste jaren vond ik de 
Algemene Beschouwingen van 2009, toen Pieter van Geel namens het CDA 
begon over nieuwe onderzoeken die het kabinet wilde laten doen. Toen 
kwam ik met een stapel rapporten van een halve meter naar de 
interruptiemicrofoon. Dat hadden we van tevoren al bedacht. Maar toen 
Van Geel zei dat hij de samenhang miste, riep ik meteen: 'Zal ik er een 
nietje doorheen slaan?' We haalden alle journaals. En 's avonds zat Jan 
Marijnissen, tegen wie ik ongelooflijk opkeek, bij Pauw & Witteman uit 
te leggen dat hij die actie heel goed vond. De Jan Marijnissen!'


In uw eerste jaren als fractievoorzitter trok u intensief op met Femke 
Halsema, maar inmiddels lijkt uw liefde voor GroenLinks aardig bekoeld.

'Tijdens debatten met Balkenende werkten Femke en ik heel goed samen. 
Dan zeiden we 'treintje' tegen elkaar, en ging eerst de een, dan de 
ander naar de interruptiemicrofoon. Agnes Kant van de SP Marianne Thieme 
van de Partij voor de Dieren en Mark Rutte van de VVD sloten zich er 
vaak bij aan. Daar hebben we het Balkenende heel lastig mee gemaakt. 
Femke en ik waren aan elkaar gewaagd, en even succesvol: jarenlang 
stonden we ongeveer even hoog in de peilingen.'

'Ook inhoudelijk konden we het heel goed met elkaar vinden. GroenLinks 
zat onder haar leiding op een vrijzinnige, sociaalliberale koers. In die 
tijd hebben we ook zonder dat iemand ervan wist serieuze gesprekken 
gevoerd om de samenwerking tussen onze partijen te verdiepen. Zelf sloot 
ik niet uit dat het op den duur tot een fusie van GroenLinks en D66 kon 
leiden. Als we dat voor elkaar zouden krijgen, konden we samen 
plaatsmaken. Maar toen Femke in 2010 vertrok kwam er van die plannen 
niets meer terecht. Met Jolande Sap, haar opvolger, had ik minder een 
klik. En nu hebben we Jesse Klaver, die is afgeslagen naar oud-links, in 
het jasje van een nieuwe beweging.'


U werd fractievoorzitter in hetzelfde jaar als Geert Wilders. Sindsdien 
bent u zijn  favoriete tegenstander, en hij de uwe. Er zijn mensen die 
zeggen dat u zonder uw aanvallen op Wilders nooit zo populair zou zijn 
geworden, en andersom.

'Dat heeft voor veel kiezers vast meegespeeld, maar het was me er niet 
om begonnen. De eerste confrontatie kwam al bij het debat over de 
regeringsverklaring van Balkenende IV in 2007, toen Wilders de aanval 
opende op de dubbele nationaliteit van Ahmed Aboutaleb en Nebahat 
Albayrak, die net staatssecretaris waren geworden. Alle 
fractievoorzitters bleven zitten, maar ik ben naar voren gegaan om hen 
te verdedigen. Vanaf dat moment ben ik telkens tegen Wilders in gegaan, 
omdat ik vond dat we niet moesten laten gebeuren dat er 
bevolkingsgroepen in het parlement tegen elkaar werden opgezet.'

'De andere fractievoorzitters lieten Wilders vaak begaan, omdat ze bang 
waren dat ze anders kiezers zouden kwijtraken. Zelfs Femke Halsema bleef 
geregeld zitten als hij zich weer eens misdroeg omdat ze vond dat je hem 
alleen maar in de kaart zou spelen door met hem in debat te gaan. 
Daardoor stond ik vaak in mijn eentje bij de interruptiemicrofoon, als 
hij bijvoorbeeld over de kopvoddentaks begon. Ik heb wel eens gedacht: 
daar gaan we weer. Maar mijn overtuiging is altijd geweest dat ik ook 
moest spreken namens al die mensen die niet willen dat moslims als 
tweederangsburgers worden behandeld.'


Volgens critici leken uw confrontaties met de PVV af en toe op 
toneelspel, zeker als er beelden verschenen van u en Wilders, grapjes 
met elkaar makend tijdens een schorsing.

'Je kan elkaar heel goed tijdens debatten te vuur en te zwaard 
bestrijden en verder als normale mensen met elkaar omgaan. Op een 
bepaalde manier heb ik wel waardering voor Wilders. In debatten is hij 
altijd alert. Hij kan ontzettend snel schakelen, net als ik. En hij kan 
de verschrikkelijkste dingen op zo'n manier brengen dat je toch in de 
lach schiet, hoe ongemakkelijk het ook is. Ik heb ook wel met hem te 
doen, omdat hij al jaren moet worden beveiligd.'

'Wat ik het meest frustrerend vind, is dat we al die jaren met al die 
debatten over immigratie geen millimeter verder zijn gekomen. Na 
debatten met Wilders was mijn achterban telkens tevreden dat ik het mooi 
had gezegd, en de achterban van Wilders was tevreden dat hij toch maar 
mooi had laten zien dat alles anders moest, en dat was het dan. Ik had 
gehoopt dat we in Nederland met z'n allen weer een middenweg zouden 
vinden, weg van de polarisatie. Progressief Nederland heeft 
langzamerhand wel voldoende erkend dat integratie pijn doet. Ik had 
liever gezien dat al die confrontaties met Wilders echt ergens toe 
hadden geleid.'


Sinds u Wilders voor het eerst aanviel, wordt u op de sociale media 
continu uitgescholden. U zou een ijdeltuit zijn, een zakkenvuller, een 
bedrieger. Begrijpt u waarom die woede zich juist tegen u richtte?

'Voor mensen die een hekel hebben aan politici, aan 'de elite', aan 
Europa, ben ik een rode lap. Ik wil niet beweren dat het me niks doet, 
maar ik ben er na een lange periode van verbijstering langzamerhand aan 
gewend geraakt. Ik heb ook vaak mensen opgebeld die me hadden 
uitgescholden. Eerst geloofden ze niet dat ik het was en riepen ze: 
'Neem een ander in de maling!' Dan klonk er gestotter. En bijna altijd 
werd het een heel redelijk gesprek. Ik heb ook wel eens vijftig boze 
PVV-stemmers uitgenodigd in de Tweede Kamer. Uiteindelijk wilden er tien 
op D66 gaan stemmen, en werden er twee zelfs lid van de partij.  Waar 
het om gaat, is dat mensen hun verhaal kwijt willen, en serieus genomen 
willen worden.'


In 2010 trad het eerste kabinet-Rutte aan met gedoogsteun van Wilders. U 
had het nakijken.

'Ik was fel tegen de vorming van dat kabinet. Toen de onderhandelingen 
over 'Paars Plus' met PvdA, VVD, D66 en GroenLinks waren vastgelopen, 
moesten we als fractieleiders een voor een bij informateur Ruud Lubbers 
langskomen. Maar intussen stuurde hij plotseling een persbericht rond 
waarin hij een gedoogvariant met de PVV voorstelde, terwijl daar niets 
over in het formatieverslag had gestaan. Emile Roemer was voor mij aan 
de beurt. Die wist nog van niks en stond buiten in de gang met de mond 
vol tanden. Toen heb ik tegen Lubbers gezegd: ik weiger daaraan mee te 
doen, je bent buiten je boekje gegaan, je moet terug naar de koningin. 
Hij was woest op me. Ik denk dat hij zo kwaad was omdat hij wist dat ik 
gelijk had.'


Maar het kabinet met gedoogsteun van Wilders kwam er toch.

'Het kwam er toch. Principieel deugde er niks van die samenwerking, maar 
voor de oppositie was het een feest: altijd prijs in de ballentent van 
Rutte I. Het kabinet waar rechts Nederland volgens Rutte 'zijn vingers 
bij kon aflikken' kreeg bijna niets voor elkaar. En na anderhalf jaar 
liep de coalitie al op de klippen.'


Het Lenteakkoord

In april 2012 kwam het eerste kabinet-Rutte ten val omdat VVD, CDA en 
gedoogpartner PVV het na slepende onderhandelingen in het Catshuis niet 
eens konden worden over miljardenbezuinigingen. Vervolgens ging minister 
van Financien Jan Kees de Jager langs de oppositiefracties om steun voor 
de begroting van het demissionaire kabinet, onder zware pressie vanuit 
Brussel omdat Nederland aan de Europese begrotingsregels moest voldoen.

Pechtold maakte van de gelegenheid gebruik om zijn stempel op de 
financiele plannen te drukken. Na drie dagen onderhandelen in de 
fractiekamer van D66 werden VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie 
het eens over onder ander beperking van de hypotheekrenteaftrek, een 
snellere verhoging van de AOW-leeftijd en modernisering van het 
ontslagrecht: maatregelen waar D66 al jaren voor pleitte, maar waar tot 
dan toe geen meerderheid voor was in de Kamer.

'Het Lenteakkoord was een van mijn hoogtepunten in de politiek: dat ik 
met D66 voor het eerst directe invloed had op het regeringsbeleid. Het 
was een keerpunt: van oppositiepartij werden we weer bestuurderspartij. 
Terwijl Jan Kees de Jager met de pet in de hand langs de fracties ging, 
werd ik gebeld door Arie Slob van de ChristenUnie: zullen we kijken wat 
we bij Rutte voor elkaar kunnen krijgen? Samen met Jolande Sap van 
GroenLinks hebben we toen voor 12,5 miljard aan de begroting verbouwd.'

'En de onderhandelingen vonden ook nog plaats in de fractiekamer van 
D66. Dat is wat ik het mooist vind in de politiek: de procedures kennen, 
het schaakbord overzien en de kans grijpen om echt iets te veranderen. 
Dat is het edele handwerk. Het was ook belangrijk voor de politieke 
stabiliteit: dat we als middenpartijen lieten zien dat het mogelijk was 
ondanks de politieke polarisatie moeilijke hervormingen door te voeren. 
Op die weg zijn we doorgegaan.'


Tijdens het kabinet Rutte II van VVD en PvdA kreeg u van de linkerflank 
de kritiek dat u met de 'constructieve drie' - D66, ChristenUnie en SGP 
- een asociaal bezuinigingskabinet in het zadel hield.

'Die kritiek heb ik altijd onzin gevonden. Als je iets wilt bereiken, 
moet je ervoor zorgen dat je aan tafel zit. Als politieke partij heb je 
de dure plicht ervoor te zorgen dat je met je stemmen zo veel mogelijk 
invloed krijgt. Toen Jeroen Dijsselbloem in 2013 als minister van 
Financien langs de fracties ging om steun voor de begroting, haakten de 
SP en GroenLinks al snel af, maar met de ChristenUnie en de SGP konden 
we het kabinetsbeleid bijbuigen op belangrijke punten, zoals 
lastenverlichting en versnelde aanpassing van het ontslagrecht.'

'Dat akkoord werd het 'crematoriumakkoord' genoemd omdat we het heel 
onhandig voor een zwart gordijn presenteerden, maar het was een 
belangrijk moment. Na het Lenteakkoord lieten we opnieuw zien dat D66 
concrete resultaten kon boeken. Die houding heeft er uiteindelijk toe 
geleid dat we 2017, in een totaal versplinterd politiek landschap, een 
kabinet konden vormen met de VVD, het CDA en de ChristenUnie.'


Ik welke opzichten heeft u de Haagse politiek zien veranderen, de 
afgelopen jaren?

'De politiek is steeds banger geworden om voor zichzelf op te komen. Dat 
begon al met Pim Fortuyn, die van leer trok tegen de politiek die er een 
puinhoop van zou hebben gemaakt en die niet naar de mensen zou 
luisteren. Toen kwam Rita Verdonk. Vervolgens ging Geert Wilders te keer 
over het 'nepparlement'. En nu hebben we Thierry Baudet die doet alsof 
Den Haag bevolkt wordt door zakkenvullers en baantjesjagers, en die zijn 
neus ophaalt voor Kamerdebatten.'

'Het wantrouwen tegen de politiek is steeds groter geworden. Er zijn nog 
maar weinig politici die het systeem durven te verdedigen. Bijna niemand 
durft te zeggen: tot hier en niet verder. Zo groot is de angst om de 
boze burger tegen te spreken. Er is bijvoorbeeld nauwelijks een 
politicus te vinden die de wachtgeldregeling durft te verdedigen, uit 
angst om als een zakkenvuller te worden gezien. En niemand durft te 
zeggen dat Kamerleden veel meer ondersteuning nodig hebben. De 
gemiddelde lobbyist die in de Kamer langskomt, heeft tegenwoordig meer 
ondersteuning dan Kamerleden zelf. Anderhalve medewerker heb je, en daar 
moet je het mee doen tegenover ministeries met duizenden ambtenaren. Zo 
hol je de democratie langzaam uit.'

'De politiek is ook zo gepolariseerd dat de schoonheid van het compromis 
niet meer wordt gezien. Als politicus moet je bereid zijn je rug recht 
te houden en de kiezers mee te nemen in de compromissen die je sluit. 
Maar dat besef is snel aan het verdwijnen. Regeren wordt niet meer 
gezien als het hoogste goed.'


Het systeem verdedigen: dat klinkt heel anders dan Hans van Mierlo, die 
het systeem nog wilde opblazen.

'Dat was in een andere tijd. Van Mierlo wilde het 'vermolmde bestel' van 
de verzuiling doorbreken, en de macht van de traditionele partijen. 
Sindsdien is dat ten dele gelukt. Maar nu ondermijnen de populisten het 
vertrouwen in de hele politiek, en wakkeren ze de tegenstellingen tussen 
bevolkingsgroepen aan. In zo'n situatie moet je bereid zijn het 
politieke bedrijf te verdedigen.'


U heeft Thierry Baudet gevaarlijker dan Geert Wilders genoemd. Waarom 
vindt u dat?

'Het gedachtengoed van Baudet ziet er intellectueel doordachter uit. Hij 
spreekt lager en hoger opgeleide mensen aan. En in essentie is hij 
vileiner. Wilders keert zich tegen de islam. Een geloof is nog een 
keuze, zij het ook door traditie bepaald. Maar Baudet heeft etniciteit 
erbij gehaald. Dat is iets waar mensen niet aan kunnen ontkomen. Hij is 
een grens overgegaan met zijn uitspraak dat de Nederlandse bevolking 
'homeopathisch verdund' dreigt te worden. Dat vind ik veel 
gevaarlijker.'


U zei: 'Omdat we bij Wilders te laat waren, moeten we bij Baudet op tijd 
zijn.' Critici vonden dat een gevaarlijke uitspraak: Baudet heeft het 
recht te zeggen wat hij denkt, maar u suggereerde dat hij gestopt moet 
worden.

'Soms moet je scherp zijn om de aandacht te krijgen. Natuurlijk mag 
Baudet zeggen wat hij denkt, binnen de grenzen van de wet. Wat ik zei is 
dat hij tegengesproken moet worden, ook in het parlement. Bij Wilders 
begonnen de meeste politieke partijen daar veel te laat mee. Doodzwijgen 
werkt niet. Als je zulke politici geen weerwoord geeft, gaan mensen 
denken dat ze kennelijk gelijk hebben. En dan zijn we nog veel verder 
van huis.'


De dood van Els Borst

De meest tragische gebeurtenis in het politieke leven van Alexander 
Pechtold vond plaats in februari 2014, toen Els Borst, oud-minister en 
oud-lijsttrekker van D66, dood werd aangetroffen bij haar huis in 
Bilthoven. Maandenlang was er onduidelijkheid over de reden van haar 
overlijden. Pas een jaar later kwam de politie een verdachte op het 
spoor, en weer een half jaar later werd vrijgegeven dat Els Borst met 41 
messteken om het leven was gebracht. Voor de rechtbank verklaarde de 
verdachte, Bart van U., dat hij de oud-minister had gedood omdat zij 
verantwoordelijk was geweest voor de invoering van de Euthanasiewet. 
Uiteindelijk werd hij veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf en tbs 
met dwangverpleging.

'Ik had Els een paar dagen eerder nog gesproken op het congres van D66. 
Ze ging in haar eentje met de trein naar huis, zoals altijd. Toen ze 
thuiskwam, werd ze vermoord. Ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat 
de politie ons zo weinig heeft verteld over wat er was gebeurd, terwijl 
de dader het misschien ook op andere D66'ers had gemunt. Dat was niet 
ondenkbeeldig geweest, gezien het motief dat hij later bleek te hebben. 
Maar de politie heeft die eerste weken zelfs gesuggereerd dat ze was 
overleden doordat ze de garagedeur tegen haar hoofd had gekregen.'

'De moord was politiek gemotiveerd, maar zo mocht het niet worden 
genoemd, ook niet toen de dader al was gearresteerd. Ik heb nooit boven 
water kunnen krijgen waarom de politie en het OM zo'n rookgordijn hebben 
opgetrokken. Misschien waren ze bang dat het tot maatschappelijke onrust 
zou leiden. Maar ook achter de schermen wilde niemand dat toegeven. De 
dood van Els Borst was het gruwelijkste dat ik in de politiek van nabij 
heb meegemaakt, en de nasleep ervan zit me nog steeds verschrikkelijk 
dwars: de politieke moord die geen politieke moord mocht heten.'


Bittere verwijten

Het laatste gesprek vindt eind september plaats, kort na Prinsjesdag en 
de Algemene Politieke Beschouwingen, de laatste die Pechtold als 
politicus heeft beleefd. Plaats van handeling is opnieuw het huis van 
Carla Pauw in Den Haag. Pechtold ziet er vermoeid uit: hij is nog maar 
nauwelijks bijgekomen van de inspanningen van het twee dagen durende 
debat, en hij heeft rumoerige weken achter de rug.

Uit de krant moest hij vernemen dat coalitiepartner Klaas Dijkhoff 
misdrijven in 'moeilijke wijken' zwaarder wilde laten bestraffen. Na 
woedende kritiek, ook van D66, trok de VVD-fractievoorzitter zijn 
voorstel schielijk weer in. En in dezelfde weken liet VVD-minister van 
Buitenlandse Zaken Stef Blok zich tijdens een bijeenkomst met jonge 
ambtenaren ontvallen dat het 'diep in onze genen' zou zitten om niet 
vreedzaam met andere culturen te kunnen samenleven. Een beladen 
Kamerdebat volgde, waar ook Pechtold Blok de les las: een zeldzame 
gebeurtenis binnen een coalitie. En op de ochtend van het debat 
publiceerde Prive een interview met de ex-vriendin van Pechtold, 
boordevol bittere verwijten aan de D66-leider. Door de nasleep van de 
relatie had ze, naar eigen zeggen, haar werk als duoraadslid in Meppel 
niet volgehouden.

Het nieuws werd in de media massaal becommentarieerd, met en zonder 
persoonlijke details. Terwijl het op blogs als GeenStijl berichten 
regende dat Pechtolds positie onhoudbaar zou zijn geworden, herhaalde de 
D66-leider voor tal van camera's zijn enige commentaar: hij herkende 
zich niet in het beeld, meer wilde hij er niet over zeggen.


Denkt u niet: was ik maar eerder vertrokken? Dan was u dat verhaal in 
Prive voor geweest.

'Die gedachte is wel door mijn hoofd geflitst, maar daar is nu toch 
niets meer aan te doen. De beslissing over mijn vertrek stond al vast. 
Wat me wel heeft gestoord, is het gemak waarmee berichten uit de 
roddelpers tegenwoordig zonder checken door reguliere media worden 
overgenomen.'


Heeft u daar zelf niet aan meegewerkt, door avond aan avond bij 
talkshows aan te schuiven? Daardoor bent u een Bekende Nederlander 
geworden.

'Dat vind ik een rare redenering. Als politicus leg je publiekelijk 
verantwoording af over je politieke handelen. Ook in de media. Maar ik 
heb er niet om gevraagd met mijn priveleven in de roddelpers te 
figureren. Als publieke figuur ben je nog geen publiek bezit.'


Tranen van onmacht

Pechtold kijkt even naar buiten, in gedachten verzonken. Dan wijst hij 
naar het terras. 'Daar in de tuin zaten we, tijdens de kabinetsformatie 
een jaar geleden. Gert-Jan Segers en Carola Schouten van de 
ChristenUnie, Wouter Koolmees uit mijn fractie en ik. Jesse Klaver was 
net voor de tweede keer uit de formatie weggelopen. Na de eerste keer 
had ik onder zware druk van Mark Rutte uren met Segers gesproken en had 
ik gezegd dat de verschillen tussen D66 en de ChristenUnie te groot 
waren om een coalitie te vormen.'

'Rutte was woedend. Maar ik moest het wel stoppen, om GroenLinks weer 
aan boord te krijgen: dan wisten ze dat het menens was. Toen Klaver voor 
de tweede keer was weggelopen, ben ik weer met de ChristenUnie gaan 
praten. Voor mij was het heel belangrijk om zeker te weten dat het niet 
weer een kabinet van stilstand zou worden, zoals het vierde 
kabinet-Balkenende waar de ChristenUnie ook in zat. Toen we aan de 
gesprekken over medische ethiek begonnen wilde ik de erkenning van 
Gert-Jan en Carola dat het christelijk geloof niet hoger geplaatst hoeft 
te zijn dan diepgewortelde seculiere idealen. Het was een heel 
persoonlijk, respectvol gesprek, waarin de basis is gelegd voor de 
samenwerking.'

Neemt u het Jesse
Klaver nog steeds kwalijk dat hij uit de formatie is weggelopen?

'Dat heeft me pijn gedaan. Wekenlang heb ik mijn uiterste best gedaan om 
Klaver erbij te houden. Ik heb werkelijk alles geprobeerd. Maar opeens 
verweet hij ons dat we door de 'morele ondergrens' zouden zijn gegaan 
met de plannen over migratie. Daar bleek hij ook later helemaal geen 
overtuigende argumenten voor te hebben. Wat op tafel lag was volledig in 
overeenstemming met internationale verdragen, anders had informateur 
Tjeenk Willink het ook nooit laten passeren. De plannen kwamen overeen 
met de richting van het nieuwe migratiebeleid in de Europese Unie: meer 
opvang in de regio, asielaanvragen in derde landen, meer hulp aan de 
landen van oorsprong. Toch kwam Klaver met die beschuldiging. Dat hij 
toen wegliep uit de onderhandelingen was een van de weinige momenten in 
al die jaren dat ik diep emotioneel geraakt was door wat er in de 
politiek gebeurde. Ik zat in mijn eentje in een kamer met Tjeenk Willink 
met tranen van onmacht in mijn ogen.'


Hoe is uw relatie met Klaver nu?

Stilte. 'Progressief Nederland moet zichzelf flink wakker schudden en in 
de spiegel kijken. Het feit dat Nederland verrechtst, heeft alles te 
maken met het feit dat de progressieve partijen het hebben laten zitten. 
Links is totaal in verwarring. Sinds ik begon heb ik vier partijleiders 
van GroenLinks meegemaakt, vier van de SP en vier van de PvdA. Ze zijn 
al jaren voortdurend bezig elkaar de maat te nemen. Ik ben zelf niet 
links, maar wel progressief. Ik zie met lede ogen aan hoe er verwoede 
pogingen worden gedaan om de linkse beweging nieuw elan te geven, maar 
hoe weinig ervan terecht komt.'

'Ik hoop dat mijn opvolger erin slaagt met andere partijen een 
progressief front te vormen. Maar dat is lastig, want de SP, de PvdA en 
GroenLinks schuiven allemaal op naar de getuigenispolitiek. De 
progressieve partijen zouden een veel breder electoraat kunnen 
aanspreken. Zie de onderstromen bij het CDA en de VVD, waar veel mensen 
zich helemaal niet kunnen vinden in de rechtse koers van Rutte en Buma. 
Er is veel meer ruimte voor de progressieve partijen, als we maar 
samenwerken en tot compromissen bereid zijn. Uiteindelijk hebben wij 
samen met de ChristenUnie tijdens de formatie Rutte en Buma gedwongen te 
accepteren dat er een ambitieuzer klimaatbeleid moest komen dan ooit. 
Zulke dingen lukken alleen als je niet wegloopt.'


Rutte is jarenlang uw tegenstander geweest, maar in de coalitie bent u 
intensief met hem gaan samenwerken. Hoe ging dat?

'Ik heb altijd veel kritiek gehad op Rutte, maar hij is ontzettend goed 
in wat hij doet. Hij heeft een enorme werklust en een onverwoestbaar 
optimisme dat aanstekelijk werkt. En hij heeft een feilloos gevoel voor 
wat zijn coalitiepartners nodig hebben. Ik hoef maar eventjes verstoord 
te kijken bij een coalitieoverleg en hij zegt: 'Wacht even, ik zie dat 
we Alexander kwijtraken.'

'Ik ben er ook wel jaloers op waar die vent allemaal mee wegkomt. Voor 
de verkiezingen van 2012 beweerde hij nog dat de hypotheekrente niet op 
de helling zou gaan, dat de AOW-leeftijd niet omhoog zou gaan, dat alle 
Nederlanders duizend euro zouden krijgen. Heeft ie zich allemaal niet 
aan gehouden. Hij bleef ook overeind tijdens een hele serie debatten 
over de afschaffing van de dividendbelasting. Hij krijgt wel veel 
commentaar, maar mensen voelen dat hij de kritiek kan weerstaan.'


Rutte heeft wel zijn nek in de strop gestoken door zo lang aan de 
afschaffing van de dividendbelasting vast te houden.

'Als ik in de oppositie had gezeten, had ik de afschaffing van de 
dividendbelasting ook aangegrepen om het kabinet het leven zuur te 
maken. Met graagte. Maar het had ook iets armoedigs. De SP was ook voor 
honderden miljoenen overheidssteun toen de fabrieken van Philip Morris 
in Bergen op Zoom en Aldel in Delfzijl moesten sluiten. Begrijp me goed: 
de afschaffing van de dividendbelasting was absoluut niet mijn ding. 
Maar als dat plan er niet was geweest, had de oppositie wel een ander 
onderwerp gevonden om op te schieten.'


De VVD is onder Mark Rutte flink gaan flirten met rechts-populistische 
ideeen. De uitspraken van Stef Blok over de genen en van Klaas Dijkhoff 
over de hogere straffen in moeilijke wijken passen in een patroon. Daar 
bent u mee in een coalitie gaan zitten.

'De VVD is bezig met een strijd op rechts. Ze zoeken de grenzen op en 
nemen de commotie voor lief voor het uiteindelijke effect. Ik begrijp 
dat wel. Ik heb ook liever een grote VVD dan een grote PVV. Zo houden ze 
rechts gezond. Maar de VVD moet geen uitverkoop gaan houden. Daarom ben 
ik ook in de Kamer gebleven, om op zulke momenten tegen Blok en Dijkhoff 
te kunnen zeggen: nu gaan jullie te ver.'

Er wordt al jaren gezegd dat D66 onder uw leiding in sociaaleconomisch 
opzicht naar rechts is opgeschoven.

'Zodra je in dit land aan verworven rechten komt, word je rechts 
genoemd. Maar is het rechts om de hypotheekrente aan te passen als je 
ziet dat vooral de hoge inkomens ervan profiteren en de AOW-leeftijd te 
verhogen om het stelsel ook voor jongeren toekomstbestendig te maken? Is 
het rechts om te zeggen dat het ontslagrecht op de schop moet om meer 
balans te brengen tussen flexbanen en vaste contracten?'


Er is de afgelopen jaren grote maatschappelijke woede ontstaan over de 
groeiende tweedeling: steeds meer mensen worden afgescheept met 
flexbaantjes, terwijl grote bedrijven vrij spel hebben gekregen. D66 
heeft sinds de Paarse kabinetten aan die ontwikkeling bijgedragen door 
liberalisering en privatiseringen te steunen. Heeft u daar wel genoeg 
oog voor gehad?

'Ik vind het ook een gruwel hoe mensen worden afgeknepen bij nieuwe 
bedrijven als Deliveroo, maar dat zijn excessen. We kunnen ook niet 
terug naar de tijd dat iedereen na veertig jaar bij de baas een gouden 
klokkie kreeg. Ik snap dat mensen zich kwaad maken over de macht van het 
grootkapitaal, met Klaver en Asscher in hun kielzog. Ik word er ook 
opstandig van als ik mensen uit het bedrijfsleven hoor zeggen hoe 
makkelijk het is een land te besturen. Dan hebben ze het over de 'BV 
Nederland'. Gadverdamme. Een land is geen bedrijf. Maar langzamerhand is 
'multinational' een scheldwoord aan het worden. We moeten ook niet 
doorslaan. Ook in dat opzicht heb ik altijd geprobeerd een verstandige 
positie in het midden te kiezen.'


Mede onder uw verantwoordelijkheid heeft het nieuwe kabinet het 
raadgevend referendum afgeschaft. Het beeld was: D66, de partij van de 
democratische vernieuwing, komt aan de macht en meteen gaan de idealen 
alweer overboord.

'Dat was een idiote versimpeling. Het raadgevend referendum in deze vorm 
was een gedrocht. En we waren niet de enige die dat vonden: de 
congressen van GroenLinks en de PvdA hebben zich er ook tegen 
uitgesproken. Ik heb nog nooit zoveel liefhebbers van het raadgevend 
referendum gezien als op het moment dat wij zeiden: in deze vorm willen 
we het niet meer. Zelfs de SGP begon erover. Ik heb me er wel eens over 
verbaasd dat de SGP als het staatsrechtelijk geweten van de Kamer wordt 
gezien: als het erop aankomt zijn ze net zo politiek als de rest.'


Het wekte extra woede dat uitgerekend D66-minister Kajsa Ollongren de 
afschaffingswet over het referendum zo snel mogelijk door de Kamer 
probeerde te duwen.

'Het was een opdracht van mij om vaart te maken, omdat ik meteen wilde 
laten zien dat D66 als regeringspartij in staat is moeilijke dingen te 
doen. We zijn ook helemaal niet opeens tegen referenda als zodanig. We 
zijn voorstander van een bindend correctief referendum, dat als noodrem 
kan dienen bij maatschappelijk omstreden wetgeving. Daar was tot nu toe 
nooit een Kamermeerderheid voor, maar daar werken we aan.'

'Sinds mijn uitspraak over de kroonjuwelen heb ik ontdekt dat je 
democratische vernieuwing veel beter voor elkaar krijgt als je er niet 
op tamboereert. Op die manier hebben we de afgelopen jaren ook de 
burgemeestersbenoemingen uit de grondwet gekregen en het staatshoofd uit 
de formatie gehaald. Daardoor is het proces bij de formatie nu veel 
transparanter, zonder de invloed van adviseurs uit het paleis. Ik heb 
geleerd dat democratische vernieuwing een kwestie is van lange adem.'


U komt nu aan het einde van uw politieke loopbaan. In welke opzichten 
heeft de politiek u veranderd?

'De politiek heeft me bewust gemaakt van de kracht van je handelen en 
van de woorden die je gebruikt. Dat woorden effect kunnen hebben, dat ze 
kunnen inspireren, of juist niet. Dat heb ik door schade en schande 
geleerd. De uitspraak die ik als minister deed over 'vuil en vunzig' was 
een fout vanwege de formulering. Ik had wel een punt, over de politieke 
spelletjes in het kabinet, maar als je het zo hard zegt is het alleen 
maar beschadigend, voor jezelf en voor het imago van de politiek. In een 
debat over Defensie heb ik ook een keer de special forces 
'moordmachines' genoemd. Oh, wat stom! Dat was ongepast tegenover de 
militairen, en gaf mijn tegenstanders alleen maar hout voor de 
brandstapel. Als ik iets heb geleerd is het wel hoe belangrijk de 
woorden zijn die je kiest.'


Er zijn ook mensen die zeggen dat de politiek corrumpeert. Politieke 
leiders gaan vaak geloven in hun eigen glorie, en dan gaat het mis.

'Ik heb de politiek altijd gezien als levenshouding. Dat zal ik missen. 
Maar het is heel gezond dat het nu stopt, voor de partij en voor mezelf. 
Politieke partijen vormen zich altijd om te leider. Ik denk dat een 
periode van onzekerheid voor D66 helemaal niet slecht is, om de bakens 
te verzetten. Er staan hele goede kandidaten klaar om me op te volgen, 
maar die krijgen geen kans zolang er zo'n dominant type zit. Ik wil niet 
meemaken wat mijn vader ooit over een bestuursvergadering vertelde. Toen 
de directeur met z'n vuist op tafel sloeg en riep dat hij in het harnas 
zou sterven, zeiden een paar jonge adjunct-directeuren iets te hard aan 
het andere eind van de tafel: 'Aan zo'n ding moet toch wel te komen te 
zijn.' Het is een zegen dat je zelf je vertrek kan bepalen voordat 
anderen het voor je doen.'

--------
(c) 2018 Vrij Nederland


More information about the D66 mailing list