[D66] Jan Terlouw wil dat we wakker worden

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Thu May 24 12:14:41 CEST 2018


Bron:   Vrij Nederland
Datum:  24 mei 2018
Auteur: Jeroen Vullings
URL:    https://www.vn.nl/jan-terlouw-wakker-worden/


Jan Terlouw wil dat we wakker worden
------------------------------------

Teruggetrokken in Twello geniet de 86-jarige oud-partijleider van D66 
van de natuur om hem heen - de natuur die zo bedreigd wordt door de 
menselijke drang naar welvaart. Jan Terlouw is niet meer de optimist die 
hij ooit was - maar hij verliest de hoop niet. 'De jeugd hecht minder 
aan geld.'

Geen kunstlicht. De middag is al ver gevorderd, buiten miezert het, maar 
binnen leest Jan Terlouw bij het licht dat nog binnenvalt. Dat zie ik 
terwijl ik op zoek ben naar de ingang van zijn huis op zijn landgoed in 
Twello, een Gelders dorp. Pas daarna valt het mij op dat er geen touwtje 
door de brievenbus hangt.

Ook hier heerst de moderne tijd, al zou je denken van niet. Buiten is 
het geluid van vee hoorbaar, dieren waarvoor Terlouw zelf zorgt. De 
knoestige handdruk van de schrijver en oud-politicus na het openen van 
de voordeur brengt zijn vroegste beroepswens naar boven: boer wilde hij 
worden. En nu is hij dat uiteindelijk toch min of meer geworden, op 
zesentachtigjarige leeftijd. Die wijsheid heb ik uit een aan hem gewijde 
biografie, maar Jan Terlouw (1931) blijkt daar zelf anders over te 
denken.

Boer. Nuchter proeft Terlouw dat woord. 'Aan het eind van de oorlog was 
ik dertien in Wezep, ik kon noodgedwongen een jaar lang niet naar het 
lyceum in Zwolle en ik zat toen veel bij boeren in de omgeving. Maar ik 
wilde ook piloot worden, ik heb zelfs nog vliegles genomen. Boer willen 
worden was dus geen serieuze wens. De studie wis- en natuurkunde was dat 
wel, en daarna de overstap van de wetenschap naar de politiek, een salto 
mortale. Want je gaat van zoeken naar de waarheid naar zoeken naar het 
haalbare, het compromis. Ik ben heel blij dat ik dat gedaan heb, omdat 
de politiek mij een veel bredere kijk op het leven heeft gegeven, 
doordat je ziet hoe de wereld in elkaar zit en hoe mensen zijn.'


De kracht van het woord

Geen boer dus. Maar hij maakt direct duidelijk dat zijn grote passie 
voor de natuur er al van kleins af aan in zat. Natuur waar we ons grote 
zorgen om moeten maken tegenwoordig. Hij begint een verhaal over de 
verwoesting van de natuur, dat hij de middag dat wij elkaar spreken nog 
een paar maal zal herhalen. Omdat dat onderwerp hem hoog zit, 
natuurlijk. Maar ook omdat hij weet uit zijn politieke praktijk dat je 
een boodschap voor het voetlicht moet blijven brengen. Al weet je nooit 
precies welke woorden andere mensen aanspreken, vertelt hij.

Neem zijn roemruchte optreden in De Wereld Draait Door, van 30 november 
2016. Jan Terlouw - op dat moment vijfentachtig jaar en vijftien dagen 
oud - was in die televisietalkshow ter gelegenheid van zijn recent 
verschenen 'sprookje voor jong en oud' Het hebzuchtgas, maar kreeg daar 
als verlaat verjaardagcadeautje de kans het Nederlandse volk zeven 
minuten lang toe te spreken.

Hij wilde het hebben over 'wat we de natuur aandoen', niet alleen in 
Nederland, maar wereldwijd. Matthijs van Nieuwkerk opperde dat betoog te 
laten doorsnijden met beelden uit ecologische films van Al Gore en 
Leonardo DiCaprio. Geen goed idee, wist de domineeszoon Jan Terlouw. Hij 
zou in de camera kijken en de kracht van het woord moest volstaan.

'Ik stelde vragen: wat doen we de oceanen aan door die vervuiling, wat 
doen we de tropische regenwouden aan, waarom verdwijnt tachtig procent 
van de insecten door al dat landbouwgif, niet alleen in Nederland maar 
ook mondiaal? Waarom verdwijnt de grutto? We moeten niet vergeten dat de 
mens ook uit de natuur voortkomt en dat iedere soort strijdt voor zijn 
plaats. Als die soorten heel verschillend zijn zoals de bloem en de bij, 
en er dus geen strijd geleverd hoeft te worden, kunnen ze elkaar helpen, 
maar vecht je om dezelfde plaats, dan is je rivaal een vijand. De mens 
heeft in de loop van tienduizenden jaren heel langzaam terrein gewonnen, 
het aantal mensen is in de loop der tijd langzaam toegenomen. Maar vanaf 
het moment dat we leerden lezen en schrijven, zo'n zesduizend jaar 
geleden, ging het harder, we begonnen de natuur te domesticeren. We 
gingen planten en gewassen telen, kweken en veredelen en dieren op 
grotere schaal fokken. De laatste honderd jaar neemt die praktijk 
verontrustende vormen aan.'


Fatale gevolgen

Terlouw neemt een bedachtzame slok koffie en constateert: 'Naar mijn 
verhaal werd beleefd en welwillend geluisterd tot ik zei: we lossen deze 
problemen niet op als we elkaar niet wat meer gaan vertrouwen. Ik 
gebruikte daarvoor het beeld van het touwtje dat in mijn jeugd uit de 
brievenbus hing. Dat raakte tot mijn verrassing een snaar, de sociale 
media ontploften. Maar als je over dat effect nadenkt, is het logisch. 
Ik zeg heus niet dat vroeger alles beter was, want dat is niet zo. Maar 
er was wél meer vertrouwen.

Vertrouwen is iets waar de gehele samenleving op drijft. Er functioneert 
maatschappelijk niets als je elkaar niet vertrouwt. Zou je anders een 
kind naar school sturen, naar een ziekenhuis gaan, stilstaan wanneer het 
verkeerslicht op rood staat en doorrijden wanneer het groen is, je geld 
naar de bank brengen? Álles berust op vertrouwen. Heerst er geen 
vertrouwen in een fabriek of op een afdeling, dan functioneert het niet: 
de productie is slecht en de werknemers zijn ongelukkig.'

Hij lacht schamper: 'Mensen kunnen zeggen dat dat naïef gedacht is van 
mij, maar kijk dan hoe dat vertrouwen in de samenleving is afgenomen. 
Vroeger gaf je ter bezegeling van een afspraak een handdruk, nu krijg je 
een contract toegewapperd. De politiek vertrouwt de burgers niet meer, 
dus komen er meer regels. Burgers vertrouwen de politiek niet meer, geen 
wonder gezien dat dividenddebat in de Kamer. Dat afnemende vertrouwen 
heeft ook fatale gevolgen voor onze omgang met de natuur.'


Hoe herstel je dat vertrouwen?

'In ieder geval moeten we het daar eens over gaan hébben. De politiek 
begint nu in te zien dat minder regels beter zijn. We raken verstikt 
door al die regels en je ziet in het onderwijs en in de zorg al de 
protesten daartegen ontstaan. Maar tezelfdertijd helpt zo'n 
dividenddebat niet om het vertrouwen in de politiek te herstellen.'


Dat zegt u als oud-politicus?

'Juist als oud-politicus. We hoorden Rutte zeggen: ik voel in mijn 
diepste vezels dat het goed is om de aandeelhouders 1,4 miljard te 
geven. Wat betekent dat? Dat de multinationals ons regeren. Heeft het 
kabinet ambtelijke rapporten geraadpleegd? Nee, zeggen ze, althans, ze 
hebben daar geen herinnering aan. Dus ze hebben het zomaar gedaan, 
vanuit de vezels van hun overtuiging. Dat voornemen staat in geen enkel 
partijprogramma. Ze hebben gedacht: jongens, dit moet goed zijn. Een 
beslissing van 1,4 miljard per jaar en je raadpleegt alleen je gevoel, 
wat is dat voor beleidsvoering? Dus ofwel ze hebben gelogen - ze hebben 
wél ambtelijke rapporten ingezien - ofwel ze hebben een totaal 
onverantwoord besluit genomen. Wat is dit voor regering? Ik snap niet 
dat daar niet harder op gehamerd is in de Kamer, het ging er alleen maar 
om of het kabinet gelogen had al dan niet. Maar als je daarin meegaat, 
kun je zeggen: als u de waarheid spreekt, heeft u dus een onverantwoord 
besluit genomen, niet gebaseerd op wetenschap en advies.' Hij zucht: 
'Dat is niet gezegd. Zo'n debat is fataal voor het vertrouwen.'


Wat kan de politiek daartegen doen?

'Je moet als politicus de waarheid spreken en meer laten zien waarom je 
bepaalde dingen doet. Laat je niet alleen zien als probleemoplossende 
manager, maar toon ook vanuit welk idealisme je handelt. De cruciale 
vraag voor elke politicus is bij iedere maatregel dezelfde: wat vind ik 
rechtvaardig? De antwoorden zullen verschillen bij een socialist, een 
liberaal, een christen of een conservatief. Maar de vraag is identiek. 
Je zegt dat je vindt dat het zo moet omdat je dat rechtvaardig vindt, 
een ander zal die rechtvaardigheid anders verklaren en je gaat daar met 
elkaar openlijk over in debat. Als je dat doet, begrijpt de 
televisiekijkende burger weer waarom hij op jou heeft gestemd en niet op 
haar. Dat schept vertrouwen.'


Is dat reëel met zo'n door het kabinet dichtgemetseld regeerakkoord?

'Waarom hebben tijdens het dividenddebat niet vijf D66'ers voor de motie 
van afkeuring gestemd? Dat hadden ze kúnnen doen. Maar dan was het 
kabinet gevallen.'


Ook de opstelling van D66 inzake het referendum riep vragen op.

'Ik begrijp niet waarom het referendum in zo'n hoog tempo moest worden 
afgeschaft. Dat was besloten in het regeerakkoord, oké. Daarbij geef je 
nu eenmaal enkele idealen op. Maar de haast om dat te doen vind ik 
opmerkelijk. Er komt nog een rapport aan van de commissie Remkes met 
aanbevelingen. Daar zou ik eens even op gewacht hebben. Evenmin is 
gewacht op een recente studie van drie hoogleraren over de praktijk van 
het referendum. Waarom die haast, kabinet? Waarom evalueren we dat niet 
eerst rustig en zichtbaar? Bovendien: als je de bevolking een instrument 
geeft en je neemt het daarna af, dan kun je toch op zijn minst vragen 
wat ze daarvan vinden. Had het referendum dus eerst in alle rust 
referendabel gemaakt.'


Bent u voor het referendum?

'Ik ben het meest voor het raadgevend referendum, niet zozeer voor het 
correctief referendum. Dat laatste houdt gevaar in: dat er een hype 
ontstaat, dat het Gesundes Volksempfinden opspeelt, dat de meerderheid 
van de stemmers dan opeens iets vindt en dat moet dan direct uitgevoerd 
worden. Het raadgevend referendum functioneert beter, zien we aan het 
referendum over de sleepwet. De uitslag zegt: kabinet, denk er nog eens 
over, pak het beter aan. En dat gebeurt, want die wet wordt verbeterd. 
Dat is vooruitgang.'


Bent u een optimist?

'In vredestijd wel. Als er een oorlog uitbreekt, valt de wet weg en 
vervallen mensen in beestachtigheid, maar als die oorlog voorbij is en 
we weer in de wet geloven en we problemen samen gaan aanpakken, sta je 
paf van de vooruitgang. De mensen die we ontmoeten bij Thucydides en 
Homerus en in het Oude Testament zijn precies zoals wij. Even genereus, 
even moedig, even kleinzielig. Zulke eigenschappen veranderen niet 
eventjes in een paar duizend jaar. Maar we hebben enorme vooruitgang 
geboekt in de publieke moraal. Ik ken geen enkele godsdienst die 
vierhonderd jaar geleden, nog maar een korte tijd terug, slavernij 
afkeurde. Toen martelde de overheid nog mensen om een bekentenis af te 
dwingen en met dieren mocht je doen wat je wilde. Mensen boeken geen 
vooruitgang, maar samenlevingen wel.'


U behoort tot de laatste generatie voor wie de oorlog een vormende 
factor was.

'In Nederland duurde de oorlog mijn hele kindertijd, van mijn achtste 
tot mijn dertiende. Voor je achtste ben je een kleuter en na je 
dertiende een adolescent, ik werd versneld volwassen door de oorlog. Ik 
moest geheimen leren bewaren, ik zag hoe iemand in zijn buik werd 
geschoten door een vliegtuig, ik moest dekking zoeken in een greppel, ik 
woonde vlakbij Putten en Woeste Hoeve, waar de Duitsers massamoorden 
aanrichtten. Toen werd het vrede en moest ik weer kind zijn, naar school 
en om negen uur 's avonds thuiskomen, terwijl ik inmiddels weet had 
gekregen van de Holocaust. Dat mensbeeld raak je niet meer kwijt en het 
bepaalde mijn eerste wereldbeeld.'

'De wederopbouw werd mijn tweede wereldbeeld. Die periode begon 
eigenlijk pas in oktober 1962. Ik was net terug uit Amerika, na twee 
jaar onderzoekswerk aan het MIT in Cambridge, Massachusetts. Ik maakte 
daar mee hoe John F. Kennedy werd gekozen, waardoor ik al hoop had 
gekregen op een nieuwe tijd. Weer terug in Nederland zag ik op de 
televisie hoe de Sovjetschepen op weg naar Cuba op het laatste moment 
hun koers afwendden; een nucleaire oorlog was op het nippertje 
voorkomen. Daarna ging het echt beter, je ging denken dat wereldvrede 
misschien haalbaar zou worden. De democratie kreeg weer een kans, in 
Indonesië, in Zuid-Amerika. Er ontstonden hervormingsbewegingen in de 
jaren zestig en zeventig, de welvaart groeide eindelijk, we zeiden: make 
love not war.'

Die laatste woorden spreekt hij grinnikend uit. 'Van mijn ouders had ik 
verhalen te horen gekregen over de Eerste Wereldoorlog, zelf maakte ik 
de Tweede Wereldoorlog mee en de Koude Oorlog, dus ik dacht voor de 
Cubacrisis: de mensheid kan alleen maar oorlog voeren. En dan opeens is 
het de tijd waarin het gedaan was met die verzuiling, waarin nieuwe 
politieke partijen als D66 ontstaan, waarin zelfs de misdaad anders 
leek.'

In die nieuwe tijd leek meer empathie te bestaan met anderen. 'Ik ben 
niet religieus, maar dat staat mooi in de Bijbel, in twee woordjes: 
'Jezus weende'. Als Jezus naar Lazarus gaat, is die dood en Jezus weent 
daarom. Een god kan niet de ellende voor je oplossen, maar wel meelijden 
en meevoelen. Aan zulke troost heb je meer.'

Een slok koffie verder: 'Maar inmiddels hebben we een heel andere wereld 
gekregen, door de enorme groei aan kapitaal en de maatschappelijke 
tweedeling ten gevolge daarvan. En door de grootschalige technologie die 
de natuur niet meer alleen lokaal, maar ook mondiaal verwoest.'


Wakker worden

De wereld mag veranderd zijn, Jan Terlouw is dat niet. Moest hij kiezen 
tussen industrie en natuur - een wel erg schematische keuze waarmee hij 
als lijsttrekker begin jaren zeventig tijdens een partijcongres 
publiekelijk werd geconfronteerd - dan luidt het antwoord nog steeds 
volmondig: natuur! Met dit verschil dat zijn zorg meer terecht is dan 
ooit, door 'de schaalvergroting'.

'De invloed van de techniek werd immens, de techniek is de baas en we 
hebben dat niet op tijd onderkend. Als bijverschijnsel van de 
grootschalige techniek is bijna tachtig procent van de insecten in 
Duitsland en Nederland verdwenen; niet alleen dertig soorten bijen, maar 
ook tref je geen vliegjes meer aan op je voorruit. Het spuiten met al 
dat gif was geen plan tot vernietiging, het is van lieverlede gebeurd.' 
Met stemverheffing: 'We moeten wákker worden.'

We spreken over het veranderde Nederland sinds Terlouw na de Tweede 
Kamerverkiezingen van 1982 de politiek verliet. Over de botsing van 
waarden in de samenleving, het radicalisme, het verdwijnen van het 
liberalisme, de hang naar totalitaire leiders als Poetin en Erdogan - in 
het Nederland van nu, dat niet meer lijkt op het liberale Nederland waar 
Terlouw voor stond.

Zijn analyse luidt: 'We kunnen niet omgaan met onze welvaart. Toen ik 
actief was in de politiek en veel in Den Haag verkeerde, waren er 
voortdurend massademonstraties op het Malieveld. Tegen apartheid, voor 
vrijheid van abortus, tegen de neutronenbom. Het ging nooit over geld, 
maar om idealen. Waar komen Nederlanders nu nog massaal voor op de been? 
Over wie de kinderopvang betaalt of de studiefinanciering, over géld. De 
welvaart heeft ons in de greep gekregen, maar ik zie tot mijn vreugde 
een kentering bij de jeugd, bij de jonge mensen die ik bij mijn lezingen 
ontmoet. Ik heb bovendien twaalf kleinkinderen en die hebben ook weer 
aanhang, en wat ik bij hen zie, is dat ze minder hechten aan geld, 
openstaan voor andere waarden.' Snijdend: 'Ik heb nog geen jongere 
gesproken die het weggeven van 1,4 miljard aan multinationals een goed 
idee vindt. Dat geeft mij hoop.'


In de greep van het geld

De politiek is daarentegen in de greep van het geld, constateert hij. 
'Vroeger bestond de economie uit de factoren grond, kapitaal en arbeid. 
Daarin was arbeid altijd heel belangrijk, maar door de ontwikkeling van 
de technologie zijn er meer kapitaalinvesteringen en die gaan ten koste 
van de factor arbeid. De lonen stijgen niet en de winsten wel. Overal 
worden de aandeelhouders rijker en de werknemers niet.

Het is onzinnig dat de aandeelhouders sinds de Code-Tabaksblat meer 
zeggenschap hebben gekregen over de bedrijfsvoering. De werkgever heeft 
in zijn beleid naast het maken van winst ook te maken met de factor 
arbeid, met de stad waar hij woont, met de milieueisen, met zijn 
werknemers en nu wordt hij gekoeioneerd door de aandeelhouders die het 
alleen om maximaal rendement gaat. Dan willen ze dat hij een 
bedrijfssegment verkoopt, omdat dat meer oplevert. Zo'n directeur zou 
met zijn Raad van Commissarissen dan, zoals het hoort, in verzet moeten 
komen. Hij zou moeten kunnen zeggen: houd je mond, zeg, dat doe ik niet. 
Waarom geven we aandeelhouders zulke macht? De groei van kapitaal schept 
een maatschappelijke tweedeling. Tachtig procent van de bedrijfswinsten 
gaat naar een groep van één procent, die dat geld niet steekt in de 
reële economie, die gericht is op het scheppen van werkgelegenheid. Nee, 
ze stoppen dat kapitaal in de geldhandel, die geen economische functie 
heeft. Met het grote maatschappelijke risico dat zulke bubbels op een 
gegeven ogenblik uit elkaar spatten.'


U pleit ervoor dat de politiek zich hiertegen uitspreekt?

'Politici hebben twee taken: ze moeten het land regeren, maar ze moeten 
ook proberen de samenleving te begrijpen. Het is hard nodig het 
kapitalisme te beteugelen, de maatschappelijke tweedeling tegen te gaan, 
de macht van het kapitaal in de politiek te verminderen. Omdat die ten 
koste gaat van de politieke macht, die we nu juist zo hard nodig hebben 
om de natuur te redden. Als politici dat niet zien, dan gaat het 
verkeerd. Daar kan mijn eigen partij ook nog best iets van leren, vind 
ik. Al ontmoet ik ook bij D66 nog veel geestverwanten.'


De verrassing van zijn leven

Het is leuk, zegt Jan Terlouw, dat praten en denken over de politiek, 
maar de realiteit is: als mensen hem tegenwoordig nog kennen is het als 
schrijver. Hij noemt het schrijven de verrassing van zijn leven. Als 
wis- en natuurkundige deed hij jarenlang kernfusieonderzoek, in 
Nederland, Amerika en Zweden. Schrijven deed hij niet, ook geen 
dagboeken. Maar elke avond vertelde hij verhalen aan zijn kinderen, zijn 
vrouw Alexandra - die op 23 augustus 2017 overleden is - luisterde mee. 
Elke dag een nieuw verhaal, tien jaar lang. Jan, je fantasie groeit, zei 
ze, schrijf het nou eens op, daar gaat weer een prachtig verhaal het 
raam uit.

Op een gegeven ogenblik zag hij in dat hij het einde van het 
kernfusieonderzoek niet in zijn arbeidzame leven zou meemaken en 
luisterde hij naar haar. Hij schreef de jeugdroman Pjotr en die werd een 
succes. Daarna volgden Koning van Katoren en Oorlogswinter, beide goed 
voor een Gouden Griffel. Dit jaar publiceerde hij het Boekenweekessay 
Natuurlijk, en ook houdt hij lezingen, onder andere de 
Vrijheidslezingen. 'De in 1941 door president Roosevelt opgestelde Four 
Freedoms zijn nog steeds actueel en urgent. Het gaat daarin om de 
vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van religie, vrijwaarding van 
angst en vrijwaarding van gebrek. De vrijheid staat momenteel fors onder 
druk, dus het is zinnig werk.'


Hoe bescherm je de vrijheid?

'Ik denk door kinderen uit te leggen wat vrijheid is. Vanuit mijn 
oorlogservaring kan ik daarover vertellen. Ik stond laatst in het kerkje 
van Tienhoven waar mijn kinderpubliek opmerkelijk genoeg voor de helft 
uit volwassenen bestond. Aan de hand van verhaaltjes legde ik uit wat 
het betekent om in een rechtsstaat te wonen. Mag premier Rutte wanneer 
hij een inbreker ziet zeggen: en nou ga jij een maand de gevangenis in! 
Nee, dat mag meneer Rutte niet. Dat is de rechtsstaat, de scheiding der 
machten. Wie mag dat dan wel en hoe zit dat? Ook gebruik ik gedichten in 
mijn lezingen, om mij scherper uit te kunnen drukken - dat werkt beter 
met poëzie. Ik werd een tijd geleden uitgenodigd om te komen spreken 
over historische boerderijen, omdat bekend is dat ik ze mooi vind. Dan 
schrijf ik:
  Als door toeval staan ze goed,
  de boerderijen in het land.
  Schakel tussen grond en lucht.
  Vastberaden in de aarde
  geven ze, door er te zijn,
  de geschiedenis zijn waarde
  en het landschap zijn verband.


U staat niet bekend als dichter.

'Ik heb talloze gedichten geschreven, maar zet ze zelden in boeken. 
Meestal bewaar ik ze voor lezingen. Mijn uitgever wil graag een bundel, 
dus heb ik vanochtend mijn gedichten zitten verzamelen, ik kom nu al tot 
zevenendertig pagina's. Maar weet u wat het is? Dan denk ik: waarom zou 
ik dat doen? Wat ik maak, rijmt, heeft ritme en iedereen kan het 
begrijpen, dus het heeft niets met hedendaagse dichtkunst te maken. Als 
ik zo'n gedicht van nu lees, is de kans groot dat ik er niets van 
begrijp. Ik voel mij meer thuis bij J.C. Bloem, Nijhoff, Slauerhoff, de 
dichters uit mijn jeugd.'


Wat is uw jongste gedicht?

'Ik heb gisteren gesproken in Groningen en daar zitten een paar 
gedichten in over vrijheid. Maar ik vind het zelf allemaal niks, dat 
gerijmel van mij.'

Na enig aandringen pakt hij de lezing erbij. Hij twijfelt over een 
gedicht over vrijheid in gebondenheid, dat de woorden van Montesquieu in 
herinnering brengt dat je vrij bent als je kunt doen wat je moet doen. 
Iets dat Jan Terlouw benoemt als: als je je geweten kunt volgen. Maar 
kiest dan een ander gedicht over vrijheid en leest het voor:
  Vrijheid, een begrip met een onvoorstelbare weidsheid,
  een woord waar het leven spontaan van open bloeit.
  Onbereikbare verten worden door vrijheid ontsloten,
  kale woeste terreinen zijn ineens te ont-ginnen.
  Het is of door vrijheid alles de hemel in groeit.
  Vrijheid zo hoog op ieders verlanglijst.
  Als je ontbreekt wat is het leven dan schraal,
  iedere nieuwe gedachte gevangen binnen je schedel,
  iedere zin die je uitspreekt verhuld in een hypocriet jasje,
  diep door de knieën, in houding, in mening, in taal.
  Vrijheid, je laadt op onze fragiele schouders ook een grote 
verantwoordelijkheid.
  Als we je kwetsbare plekje niet hardnekkig verdedigen,
  als we de mogelijkheden die je schenkt niet waarderen,
  keer je ons zomaar de rug toe en zijn we je kwijt.


Het gaat om verbondenheid

Bij het afscheid vraagt Jan Terlouw mij: wat moeten uw lezers met mij? 
Ik begrijp zijn twijfel niet, dus licht hij toe hoe hij zichzelf nu 
ziet: 'Ik ben zesentachtig, dus ik ben aan het eind van mijn leven, 
praktisch. Wat maakt het leven de moeite waard? Dat zijn andere mensen. 
Het gaat om verbondenheid. Ik ben meer dan zestig jaar getrouwd geweest 
met dezelfde vrouw, dat is een ontzaglijke waarde in het leven, we 
hebben elkaar gevormd. De relatie met onze kinderen is ongelooflijk goed 
en hecht. Een klein verdrietje in mijn leven is dat vriendschappen 
verloren zijn gegaan. Dat is nu eenmaal zo. Familie blijft in de buurt, 
maar vriendschappen kunnen verwateren. Je kunt die relaties niet 
allemaal in stand houden; andere prioriteiten dienen zich aan.

Wat is verder bijzonder aan een mens? Dat hij over een moraal beschikt. 
Dat is wat hem echt onderscheidt van andere levende wezens. Geen plant 
of dier stelt de vraag naar goed of kwaad, de natuur is amoreel. Het 
enige organisme dat die vraag stelt en inzicht heeft in goed en kwaad is 
de mens.

Daarnaast heeft de mens als bonus daarbij nog zoiets gekregen als humor, 
als kunst, als taal, als muziek, als de vaardigheid om te lezen en te 
schrijven. Die schoonheid heeft mijn leven enorm verrijkt. Ik heb daar 
allemaal aan kunnen deelnemen. Ik had een vrouw die heel erg cultureel 
was en die uit een muzikale familie kwam, ik heb een dochter die 
violiste is, een dochter die kan schrijven, een dochter die hoogleraar 
is, een zoon die in het bedrijfsleven werkt en zijn idealen in de 
politiek wil beproeven. Dat zijn mensen die iets kunnen, die rijkdom 
brengen in mijn leven. Het gaat altijd om andere mensen. Als ik mezelf 
de vraag stel: heb ik een prachtig leven gehad, antwoord ik ja. Vooral 
door andere mensen die zulke schoonheid meebrachten. En liefde.'

  Als je vrij bent lijkt het vanzelfsprekend.
  Je mist het pas als je het ontbeert,
  en wie het je ontnam propageert
  dat vrijheid gehoorzaamheid betekent.
  Wie ademhaalt vindt dat niet bijzonder.
  Bij ademnood ga je het pas waarderen,
  het zuurstofapparaat kan het je leren.
  Ongehinderd ademen dat is een wonder.

  Wie vrijheid kent en koestert en behoedt,
  die ademt waarlijk met gezonde longen.
  De vreugde van de wet worde bezongen,
  want vrijheid in gebondenheid is goed.
  Je bent echt vrij wanneer je ongedwongen
  naar eigen keuze doen kunt wat je moet.

--------
(c) 2018 Vrij Nederland


More information about the D66 mailing list