[D66] Koopkracht daalde in economisch jubeljaar 2017

Dr. Marc-Alexander Fluks fluks at combidom.com
Fri May 18 12:01:08 CEST 2018


Bron:   Volkskrant
Datum:  17 mei 2018
Auteur: Yvonne Hofs
URL:    
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/wat-krijgen-we-nou-koopkracht-daalde-in-economisch-jubeljaar-2017~b383f972/


Wat krijgen we nou? Koopkracht daalde in economisch jubeljaar 2017
------------------------------------------------------------------
In de achtertuin van het jaarverslag van het ministerie van Sociale 
Zaken en Werkgelegenheid lag gisteren een bommetje verstopt. Op pagina 
162 presenteert minister Koolmees een tabel met explosieve 
koopkrachtcijfers. Wat blijkt? De koopkracht van de meeste huishoudens 
ging er in economisch jubeljaar 2017 niet op vooruit, maar op achteruit.

Tweeverdieners verloren vorig jaar 0,1 tot 0,3 procent aan koopkracht, 
kostwinnergezinnen 0,2 tot 0,8 procent, alleenstaanden die modaal of 
meer verdienen 0,3 procent en AOW'ers boerden er 0,1 procent op 
achteruit. Alleen sociale minima met kinderen en laagbetaalde 
vrijgezellen noteerden een klein plusje, maar hun koopkrachtstijging was 
veel lager dan beloofd.

Het vorige kabinet spiegelde het volk in zijn begroting van september 
2016 nog melk en honing voor. In het begrotingsjaar 2017 zou iedereen 
erop vooruit gaan, beloofde Rutte II. 'De koopkracht van alle 
huishoudens verbetert verder in 2017' vertelt de onderhavige 
Miljoenennota. 'Zowel werkenden, uitkeringsontvangers als 
gepensioneerden gaan er in doorsnee op vooruit'.


Grauwsluier

Nu anderhalf jaar later op Verantwoordingsdag (de dag waarop de 
rijksoverheid zijn jaarverslagen presenteert) de balans is opgemaakt, 
blijken de rooskleurige koopkrachtplaatjes uit de Miljoenennota 2017 
ineens met een grauwsluier bedekt: het is een en al minnen.

Hoe kan het kabinet er zo naast hebben gezeten met zijn voorspelling? 
Hoe kan het dat de koopkracht in het ijzersterke economische jaar 2017 
daalt in plaats van stijgt? Er is veel gezegd en geschreven over de 
achterblijvende lonen, het feit dat de loonstijging al jaren lager ligt 
dan de economische groei. Maar dat kan de verklaring niet zijn, want een 
loonstijging - hoe klein ook - is nog steeds een stijging, geen daling.

De reden voor de brede koopkrachtdaling vorig jaar blijkt te schuilen in 
een sinister fenomeen waarvan Nederlanders het bestaan al een beetje 
vergeten waren: inflatie. Het kabinet baseert zijn koopkrachtramingen op 
de voorspellingen van het Centraal Planbureau, dat elk jaar de effecten 
van de rijksbegroting doorrekent aan de hand van tal van 
macro-economische variabelen. Een van de belangrijkste is de inflatie, 
de stijging van de consumentenprijzen. Dat cijfer beinvloedt de 
koopkracht - uiteraard - zeer sterk: als de prijzen harder stijgen dan 
de lonen en de uitkeringen, gaan mensen er per saldo op achteruit.

Het CPB weet in september 2016, als de Miljoenennota wordt gemaakt, 
natuurlijk niet zeker hoe hoog de inflatie zal zijn in het jaar erna. 
Het rekenbureau maakt daarom een inschatting op basis van 
computermodellen (net als van de economische groei).


Statistische overmacht

De werkelijke inflatie blijkt anderhalf later, op Verantwoordingsdag, 
vrijwel altijd anders uit te vallen dan voorspeld. Soms is die afwijking 
fors, zoals vorig jaar. De Miljoenennota ging uit van een inflatie van 
0,5 procent in 2017. In werkelijkheid bedroeg de geldontwaarding 1,3 
procent, maakte het CPB in maart bekend. Die 0,8 procentpunt verschil 
heeft schijnbaar alle verwachte koopkrachtwinst voor Nederlandse 
huishoudens tenietgedaan. Een andere reden voor de teleurstellende 
koopkrachtontwikkeling is dat de zorgpremies vorig jaar harder stegen 
dan verwacht, meldt het CPB desgevraagd.

Het kabinet kan daar niks aan doen; er is sprake van statistische 
overmacht. In 2015 en 2016 viel de inflatie juist lager uit dan het CPB 
had voorspeld en steeg de koopkracht van huishoudens dus meer dan 
verwacht.

Plaatje
https://images1.persgroep.net/rcs/ukbd29dqkCSlytersg-CtEN0iKE/diocontent/123606943/_fitwidth/763?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.8

Een woordvoerster van het ministerie Sociale Zaken nuanceert de sombere 
tabel in het ministeriele jaarverslag. De 'mediane' koopkracht is wel 
gestegen, met 0,3 procent. Dat betekent dat meer dan de helft van de 
Nederlandse huishoudens er vorig jaar wel degelijk op vooruit ging.

De koopkrachttabel in het jaarverslag geeft volgens haar een vertekend 
beeld omdat daarin alleen de belastingen, aftrekposten en toeslagen zijn 
meegenomen die voor iedereen gelden. Het effect van niet 
inkomensafhankelijke regelingen als de kinderopvangtoeslag en de eigen 
bijdrage in de huurtoeslag (die minimuminkomens niet betalen), is dus 
niet meegerekend in de tabel van Sociale Zaken, maar wel in de mediane 
koopkracht.

Die mediane koopkracht splitst Sociale Zaken niet uit naar type 
huishouden. De onverwacht hoge inflatie heeft in 2017 overigens ook de 
mediane koopkracht getemperd: het CPB voorspelde vooraf dat die met 1,0 
procent zou stijgen. Dat werd dus 'maar' 0,3 procent.

Welke kant het dit jaar opgaat met de koopkracht is nog onduidelijk. 
Weliswaar is de inflatie in 2018 tot nu toe wederom hoger dan het CPB 
had voorzien (1,6 procent in plaats van 1,3 procent), maar dat geldt ook 
voor de stijging van de cao-lonen. Volgens de recentste raming van het 
CPB gaan de lonen dit jaar 3,2 procent omhoog, in plaats van de in 
september nog voorspelde 2,2 procent. Maar dat wordt weer gecompenseerd 
door andere factoren. De koopkrachtverwachting voor dit jaar is 0,6 
procent erbij, dat is onveranderd ten opzichte van de septemberraming.

--------
(c) 2018 Persgroep


More information about the D66 mailing list