[D66] Vissen met Jan: Alexander Pechtold
Dr. Marc-Alexander Fluks
fluks at combidom.com
Sat Jul 7 11:40:32 CEST 2018
Bron: Algemeen Dagblad
Datum: 7 juli 2018
Auteur: Jan Hoedeman
URL:
https://www.ad.nl/lifestyle/alexander-pechtold-onrecht-raakt-me-meer-dan-me-lief-is~a677c035/
Alexander Pechtold: Onrecht raakt me meer dan me lief is
--------------------------------------------------------
Dit is de aftrap van de interviewserie 'Vissen met Jan', waarin politiek
verslaggever Jan Hoedeman elke week met een politicus praat over leven
en politiek. D66-leider Alexander Pechtold (52) over ouders, vertrouwen,
twee Rembrandts en plezier in je werk.
Zonder gruwen pakt Alexander Pechtold op het noordelijk havenhoofd van
Scheveningen een zeepier van 7 centimeter uit de koelbox en spiest die
op de lange naald. Dan zet de D66-leider de holle naald op de haak en
trekt de worm erover. Vervolgens pakt hij de hengel op en gooit in als
een volleerd zeevisser. We nemen plaats op het bankje voor het
rood-witte vuurtorentje en kijken in de oer-Hollandse omgeving naar de
twee hengeltoppen. Wachten op een aanbeet. In de verte ligt de
Scheveningse Pier, het reuzenrad draait zijn rondjes, de nationale
driekleur wappert op het Kurhaus.
U heeft onlangs een vlaggenstokhouder aan uw huis gemonteerd.
'Dat mocht na dertien jaar weleens. Wat me weerhield was die vier
gaatjes in de muur boren. Elk jaar als de buren 's ochtends hun vlag
hadden opgehangen, dacht ik: o ja, dat had gemoeten. Door dat hele gedoe
in de Tweede Kamer over waar de vlag moest staan, realiseerde ik me: het
is leuk om er thuis een te hebben hangen. Laatst kwam er in de familie
een mooie grote vlag vrij. Het was in de aanloop naar 4 en 5 mei, en ik
dacht: nu moet ik het doen.'
De Nederlandse vlag is verbonden aan het koningshuis en militaire
missies.
'We hebben een mooie vlag. Als ik me iets moet voorstellen bij Nederland
en symboliek, dan denk ik aan die vlag. Met een wimpel is-ie verbonden
aan het koningshuis. En als we in een coalitie met andere landen meedoen
aan een militaire missie, dan 'staat ons vlaggetje erbij'. Die
uitdrukking wordt bij Defensie weleens gebezigd.'
Uw vader ging als militair op missie naar Indonesie.
'Zeker. De Tweede Wereldoorlog was voorbij en hij werd opgeroepen als
marinier. Hij was rond de 21 en had een onrustige tijd achter de rug,
want in de laatste oorlogsjaren in Brabant functioneerden de scholen
niet. Mijn grootouders hadden een Joods echtpaar in huis. Het was een
heftige periode in dat grote katholieke gezin waarin mijn vader
opgroeide.'
U heeft materiaal gevonden van uw vader uit die tijd.
'Ik wist dat het ergens lag. Mijn vader had een foto-album gemaakt met
voorop het marinierslogo. Daar zaten kleine, kartonnen langspeelplaatjes
in met een laklaag. De katholieke kerk gaf het thuisfront de kans om
zulke plaatjes in te spreken; die werden opgestuurd naar onze jongens.
Van mijn tante hoorde ik dat de familie dan naar een gebouw moest komen,
en dat de kinderen op volgorde van leeftijd moesten staan. Dan mochten
ze allemaal wat zeggen tegen hun broer of zoon die onder de wapenen
was.'
Zijn de plaatjes nog te beluisteren?
'Ik ben ermee naar de sectie Militaire Geschiedenis in de Haagse
Frederikkazerne gegaan. Zij hadden niet veel van die plaatjes in hun
collectie, maar die voor mijn vader bleken prachtige geluidsopnamen te
bevatten. Niet van hem, maar van zijn broers en zussen die inmiddels
allemaal achter in de tachtig zijn.
Ik heb dat album meegenomen naar de kazerne en tot mijn stomme verbazing
waren ze dolenthousiast. Mijn vader bleek niet alleen een goede
fotograaf, hij heeft ook zijn hele reis en verblijf met foto's
gedocumenteerd. In overleg met mijn broer heb ik besloten het foto-album
en die plaatjes aan Defensie te schenken.'
Hoe ontdekte u in uw jeugd dat uw vader had meegedaan aan een oorlog om
Indonesie eronder te houden?
'Hij droeg zijn mariniersdas met trots, en dat is eigenlijk het enige
wat ik ervan zag en hoorde. Met die mariniersdas is hij uiteindelijk ook
gecremeerd. Als jongetje van 10 stel je vragen. Soms kwam er dan een
verhaal. Pas toen ik studeerde heb ik er weleens indringender met hem
over gesproken. Op dit moment zijn er meer vragen die ik hem had willen
stellen dan ik destijds deed.'
Wat had u nog van hem willen weten?
'Iets meer over wat hij precies heeft gedaan, waar hij allemaal is
geweest. Ik ken maar een paar verhalen. Ik weet dat hij op Java zat, dat
hij op een post zat waar de lichting die na hem kwam, is overvallen en
omgekomen. Als hij er een paar weken later had gezeten was hij misschien
gedood. Dat is een indringend besef.
En als ik een jeep zie, moet ik altijd aan mijn vader denken. Hij was
nog een tijdje chauffeur van een generaal. Voor op de jeep had hij
diagonaal een ijzeren staaf gelast om te voorkomen dat het ijzerdraad
dat soms op keelhoogte over de weg werd gespannen hen zou onthoofden.
Dat verhaal maakte op mij als jongetje een ongelooflijke indruk. Ik kan
geen jeep zien rijden zonder daaraan te denken.'
Heeft u zich ooit afgevraagd of uw vader onaangename dingen heeft
verzwegen?
'Ik heb weleens gevraagd of hij daar iemand heeft gedood. Zijn antwoord
was: dat weet ik niet. Wat is dat nou voor stom antwoord, zei ik. Hij
zei: 'We lagen af en toe in een hinderlaag en we moesten schieten. Dan
kon het stil worden aan de andere kant. Wat is er dan gebeurd? Is iemand
gewond, dood of gevlucht?' Ik geloof niet dat hij betrokken was bij
excessen. Hij was vrij recalcitrant, hij heeft ook weleens een nachtje
vastgezeten voor insubordinatie omdat hij zich kritisch had geuit. Toen
kreeg hij te horen: 'Houd je bek Pechtold'. Dat vind ik wel weer leuk,
dan denk ik: dat eigenwijze heb ik kennelijk niet van een vreemde.'
Wat heeft u geleerd van uw vader?
'Van mijn vader en mijn moeder, want ik beschouw mijn ouders als een
eenheid. In veel dingen verschilden ze, maar in sommige dingen waren ze
een. Een gevleugeld gezegde bij ons thuis was: 'geen schuwe aap zijn'.
En dat staat voor dat mijn ouders vonden dat je een verantwoordelijkheid
hebt te nemen in het leven en niet op het zijtoneel moet blijven hangen
als je de kansen hebt en de kwaliteiten om dingen te doen. Het tweede
dat heel diep in onze opvoeding zat, was een gevoel voor recht en
onrecht. Ik merk dat alles wat ik onrechtvaardig vind, me meer raakt dan
me lief is. Sommige dingen emotioneren me zelfs. Als ik in het Journaal
kinderen in een kooitje zie, bijvoorbeeld. Als je moet constateren dat
werkelijk alles wordt ingezet voor politieke doelen.'
Na de langste kabinetsformatie aller tijden trad D66 onder uw leiding
eindelijk toe tot het kabinet. Wat doet zo'n vergadermarathon met een
mens?
'Die zomer van 2017 is een soort gat in mijn herinnering. Ik heb de hoge
temperaturen wel gevoeld, maar ik heb niets van die zomer gezien. Het
Binnenhof was het enige buiten dat ik zag. Elke dag hetzelfde loopje,
deur-in-deur-uit. Tijdens de lunch overlegde ik de tussenstand van de
formatie met mijn fractie. Dat herhaalde zich 's avonds. Dan volgde de
voorbereiding voor de volgende dag. Je bent je er zeven maanden lang van
bewust, dat als je in vier minuten een fout maakt, je partij en je
achterban daar vier jaar last van hebben. Toen ik na de kabinetsformatie
weer eens op Binnenhof liep, dacht ik: nee, niet weer!'
Een kabinetsformatie draait om vertrouwen. De onderhandelaars van de
partijen zitten bij elkaar en moeten hun kaarten op tafel leggen. Willen
ze echt met elkaar in zee? Is de ander wel te vertrouwen? Tijdens de
afgelopen formatie hielp het dat Pechtold in het voorjaar van 2016 samen
met VVD-onderhandelaar Halbe Zijlstra had geprobeerd om twee Rembrandts,
Marten en Oopjen, uit Parijs naar Nederland te krijgen. In het diepste
geheim waren daarover onderhandelingen begonnen tussen de Fransen en de
Nederlanders, maar die lekten uit. Er was een beperkte tijd om een bod
te doen, en het hele project kon mislukken. Zijlstra raakte door de gang
van zaken ongeduldig en getergd.
Halbe vroeg me: 'Heb jij een Volvo station?' Ja, die had ik. Halbe zei:
'We rijden gewoon vanavond naar de Champs-Elysees - daar hingen die
schilderijen. We laden ze op het dak van jouw Volvo en bij Breda bellen
we de pers.' We hadden allebei een enorme drive om Marten en Oopjen
koste wat kost in Nederland te krijgen; hup, geen getreuzel, we regelen
achteraf wel hoe we het precies financieren, maar het moet nu gebeuren!
Hij was bloody serious!'
Uiteindelijk bleek het niet nodig om de twee schilderijen zelf op te
halen. Pechtold en Zijlstra reden samen naar Parijs toen de zaak was
beklonken. Cultuur- minister Bussemaker vroeg of de twee bij de
overhandiging aanwezig wilden zijn.
'We hadden geen zin om samen te reizen met het officiele
kabinetsgebeuren. We hebben een hotel geboekt en zijn naar Parijs
gereden. Dan zit je twee keer vijf uur in de auto. We kenden elkaar niet
goed. Als je niet tegenover maar naast elkaar zit, blijk je bereid veel
meer dingen tegen elkaar te zeggen dan wanneer iemand je aankijkt. Dat
merk ik ook als ik met mijn kinderen in de auto zit. Hoe dan ook: dat
reisje verdiepte het contact met Halbe.
We waren bij die overdracht, we voelden een soort kwajongenstrots op wat
we hadden bereikt. We waren maar een nacht in Parijs, we aten op de
Nederlandse ambassade, dat was leuk. Onderweg hadden we nog bijna een
aanrijding toen we in Parijs werden gesneden door een auto met,
vermoedelijk, Algerijns- Franse jongens. Ik dacht: wat krijgen we nu?
Halbe stapte heel assertief de auto uit. We waren niet van plan ons van
de weg te laten drukken.'
Zijlstra zag zijn onderhandelingen in de kabinetsformatie van 2017
bekroond met een ministerspost op Buitenlandse Zaken. Hij moest aftreden
toen duidelijk werd dat hij niet in de datsja van Poetin was geweest
terwijl hij had gezegd van wel.
Is dit de nachtmerrie van iedere politicus?
'Ja, dat is het. Het geeft aan hoe hard dit vak kan zijn en hoe hoog de
lat ligt. Als Zijlstra minister van Sociale Zaken was geworden, wat zijn
eerste keus was, dan was het hem misschien minder kwalijk genomen. Mij
valt de enorme gretigheid op waarmee zoiets wordt uitvergroot. Zijn
vertrek was onvermijdelijk.'
In de kabinetsformatie kende u GroenLinks-leider Jesse Klaver en
ChristenUnie-voorman GertJan Segers niet goed. Met hen liep het mis.
'Door die reis met Halbe ben ik erachter gekomen hoe belangrijk het is
dat je een basisvertrouwensgevoel hebt. In de zeven maanden van die
ellenlange kabinetsformatie zaten we elkaar natuurlijk wel aan te staren
in plaats van dat we naast elkaar in een auto zaten.'
Inmiddels heeft u Segers leren 'lezen' en hij u.
'Ja. Ik heb geen pokerface, en dat vind ik helemaal niet erg. Ik houd
ervan als mensen weten wanneer ik iets vind. Segers kende ik het minst,
Carola Schouten kende ik beter. Omdat ik goed met Arie Slob overweg kon,
stond ik ervoor open om te kijken: wie is die Segers nou?'
U bent veilingmeester geweest. De kick daarvan is dat u deals maakte.
'Ja, hoewel je aan de kant van de verkoper staat, wil je ook dat de
koper tevreden is. Want je wilt dat die terugkomt. Ik denk dat de keuzes
die ik in mijn leven heb gemaakt wel in een soort patroon passen.'
Bent u niet liever een politieke dealmaker dan minister?
'Er is een probleem en het moet binnen een paar weken worden opgelost -
dat vind ik het leukste aan mijn werk, daar word ik vrolijk van, dat
vind ik leuker dan minister zijn. Dat is vorige zomer ook de afweging
geweest. Rutte had veel liever gehad dat Buma en ik als minister naast
hem waren komen zitten. Voor mij was snel duidelijk dat ik dat niet
wilde. Ik wil lol in mijn werk hebben.
Het ministerschap, ik heb het kort gedaan (Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties 2005-2006, red.), is fantastisch, hoor. Dat ik het
niet nog eens wilde, heeft ook te maken met het feit dat ik de 50 ben
gepasseerd. Als minister word je geleefd, als fractievoorzitter heb je
nog een zekere vrijheid. Iedereen mag een ministerschap eervol vinden,
maar ik moet er ook plezier aan kunnen beleven.'
Als D66-oprichter Hans van Mierlo vanaf een wolk naar beneden kijkt en
ziet dat jullie met de ChristenUnie in een kabinet zitten, valt hij dan
van schrik naar beneden?
'Misschien wel als hij maar een dagje kijkt. Als hij een jaar had
meegemaakt, zou hij wellicht denken: oke, maar ik blijf het vanaf die
wolk scherp in de gaten houden.'
Het gaat dus niet meer tussen links en rechts, gelovig of niet-gelovig,
maar over de vraag welke partijen durven te regeren.
'Het gaat steeds meer om: ben je bereid om aanknopingspunten te vinden
in de argumentatie van anderen. We vertegenwoordigen allemaal
minderheden. Dit is misschien wel een van de laatste keren dat het brede
midden van VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie de kans krijgt zich te
bewijzen als effectief oplosser van de zorgen die veel mensen hebben.
Links en rechts van dat brede midden is die bereidheid er niet.'
Blijft dit kabinet zitten omdat het brede midden bij verkiezingen anders
wordt opgegeten door populisten?
'Ik denk dat dit kabinet niet alleen de ambitie, maar ook de kans heeft
om de rit uit te zitten. Ik vind dat mensen wel meer gevoel bij dit
kabinet moeten krijgen. Het moet niet een kabinet van professionals
worden. Een oplossing mag pragmatisch zijn, maar er mogen ook best
idealen in door klinken. Dat gebeurt nu onvoldoende. Ik ben voor een
kabinet waar pragmatici hun idealen laten doorschemeren en er resultaat
aan verbinden. Een wet, ook een Klimaatwet, staat voor papier, techniek,
percentages en miljarden en is dus dodelijk saai. Daar wordt niemand
warm van. Maar het gaat wel ergens over! Het gaat er uiteindelijk om dat
je inspireert, dat je laat voelen dat het je echt iets doet.'
D66 heeft de wind tegen gehad in het eerste half jaar. Het referendum
over de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de afschaffing
van het raadgevend referendum, tegenvallende raadsverkiezingen. Denkt u
dan niet: regeren is toch halveren?
'Nee, omdat we ervoor hebben gekozen de moeilijke dingen meteen aan het
begin te doen. Daar staan mooie dingen tegenover: extra onderwijsgelden,
de donorwet, de wietexperimenten en de Klimaatwet. Die waren er nooit
geweest als wij niet in het kabinet hadden gezeten.'
Dan was er nog veel gedoe over het voorschot op de erfenis van een
vriend waardoor u een appartement kreeg. Denkt u nooit: als ik had
geweten van alle ophef, had ik het nooit gedaan?
'Nee, geen seconde. Ik had het gemeld als het zakelijke of politieke
impact had. Een erfenis wordt nooit gemeld in het geschenkenregister van
de Tweede Kamer. Dat heeft de Tweede Kamer ook zo gewild. Het is een
vriendschap van bijna dertig jaar. Toen hij ernstig ziek werd, wilde hij
het me alsnog bij leven schenken. Ik verblijf er soms en hij ook, als
hij in Nederland is. Maar als het bestuur van de Tweede Kamer vindt dat
alles op tafel moet, leningen en vermogen, dan juich ik het toe als de
Kamer die discussie aan wil.'
Het kabinet zit er nu bijna een jaar. Hoe doen uw bewindslieden het?
'Van de partij heb ik de kans gekregen om dat deel van de
coalitievorming behoorlijk op mijn eigen gevoel en mening te doen. Ik
heb er lang over nagedacht en ik ben met alle zes heel blij. Ze lijken
allemaal perfect gecast voor hun rol. Ik geniet als ik ze zie zitten.'
Zit daar een opvolger bij?
'Ik weet niet of ze dat geduld hebben. Ik vermoed zomaar dat als iemand
die ambitie heeft, dat die een behoorlijk oefening in geduld moet
betrachten. '
De opvolger moet een vrouw zijn, hebt u weleens gezegd.
'Wat ik net zei, is bloedserieus, maar daarmee moet het niet per se. Er
is geen vrouw die dat geforceerd wil: een vrouwelijke lijsttrekker omdat
het een vrouw moet zijn. Het kan goed zijn dat ik me straks kandideer.
Ik vind het goed dat de partij kan kiezen tussen kandidaten. Maar laat
ik zo zeggen: moge de beste winnen.'
--------
(c) 2018 Persgroep
More information about the D66
mailing list