[D66] ‘Alles is onderscheid’
A.O.
jugg at ziggo.nl
Sun Jan 7 18:25:33 CET 2018
Carry van Bruggen erkent één fundamentele en niet weg te denken
menselijke realiteit, die zij aan het begin van Prometheus in de vorm
van een aforisme vermeldt: ‘De enige realiteit is het contrast,’ of:
‘Alles is onderscheid’ (p. 10). Het centrale vermogen van de mens is de
onderscheiding, waarzonder het bestaan niet denkbaar is. Waar het Carry
van Bruggen om gaat is aan te tonen dat de wil om te leven, essentieel
verbonden met het vermogen om te onderscheiden, bij de mens moet
uitmonden in dogmatisme, en wel in dogmatisme in de meest ruime zin.
‘Onderscheiden’ leidt tot het zich voegen bij een van de twee kampen die
erdoor ontstaan, leidt tot het vasthouden aan de stelligheden van het
eigen kamp:
De rede leert ons dus en de toepassing bevestigt het, dat alle
‘levensgevoel,’ alle zin voor de blijvende, onwrikbare, niet op te
heffen distinctie ten slotte heten moet: dogmatisme. [...] En het
spreekt vanzelf, dat we hierbij niet alleen, zelfs niet in de eerste
plaats aan het scherp geformuleerde kerkelijk en maatschappelijk en
wetenschappelijk dogmatisme moeten denken, maar vooral aan
gevoelsdogmatisme van ethische en aesthetische aard in de ruimste zin
(p. 23-24).
Een van de meest verspreide, maar tegelijk een van de minst onderkende
vormen van dogmatisme is de taal, de moedertaal. Carry van Bruggen heeft
aan de uitwerking van deze gedachte haar eveneens omvangrijke essay
Hedendaagsch fetischisme (1925) gewijd, dat volledig in de traditie van
de ‘Sprachskepsis’ staat en daardoor de schrijfster ten nauwste verbindt
met de Modernistische navolgers van Nietzsche, Mauthner en anderen.
De denkende mens, de met rede begaafde, ziet wel de noodzakelijkheid van
de maatschappelijke distincties voor het voortbestaan van maatschappij
en collectiviteit in, maar weet tegelijk dat er geen vaststaande waarden
en waarheden zijn, en dat de distinctie van ‘schuld’ en ‘onschuld,’ van
‘goed’ en ‘kwaad’ kunstmatig is in het licht van ‘het enkel-relatieve en
blootfunctionele van de dingen’ (p. 45). ‘Zoals immers een kleur van
karakter verandert naar haar omgeving, zoals eenzelfde stof zich tot
velerlei scheikundige verbindingen leent, al naar gelang van wat men
eraan toevoegt, zoals gif somwijlen schadelijk is in de maag en weldadig
in het bloed, en omgekeerd, zo ontlenen ook de menselijke daden hun
betekenis aan hun verhoudingen tot, hun functiën tegenover andere daden
en gebeurtenissen’ (p. 52).
http://www.dbnl.org/tekst/ibsc001carr01_01/ibsc001carr01_01_0001.php
More information about the D66
mailing list