[D66] Een academische kruistocht tegen het ‘technologische totalitarisme’

J.N. jugg at ziggo.nl
Tue Sep 6 15:27:58 CEST 2016


https://nexus-instituut.nl/leestafel/458-de-wereld-als-getal

De wereld als getal
en andere broze zekerheden
H.W. von der Dunk

Bert Bakker, Amsterdam, 2016

Door Jilt Jorritsma, historicus en Connect-ambassadeur


De dictatuur van het getal

‘Tegenwoordig is het zonder meer duidelijk dat de wiskunde als een demon
in alle aspecten van ons leven is gevaren,’ merkt de man zonder
eigenschappen op in Robert Musils gelijknamige befaamde levenswerk.
Driekwart eeuw later is er ogenschijnlijk niet veel veranderd; de
invloed van de exacte wetenschappen en de techniek op ons dagelijkse
leven is alleen maar toegenomen. Het beheren van data is een metafoor
geworden voor het controleren van het leven. Ook in de
geschiedschrijving is de invloed van het getal voelbaar. ‘Zonder big
data tel je niet meer mee,’ zo luidde de conclusie van een zoektocht van
het NRC naar de huidige mode in de geschiedwetenschap.

In De wereld als getal en andere broze zekerheden keert H.W. von der
Dunk, emeritus hoogleraar contemporaine geschiedenis aan de Universiteit
van Utrecht, zich tegen deze ‘bloedeloze kwantificatie van het hele
bestaan’. Tegenover het denken in hoeveelheden plaatst hij een denken in
gevoelswaarden en emoties dat enkel in woorden is uit te drukken. In
onze ‘op drift geraakte technologische samenleving’ verliest het woord
het langzaam maar zeker van het getal. Daardoor, zo meent Von der Dunk,
blijven we gevangen in de schijnzekerheid van het abstracte denken: een
zekerheid die slechts is gebaseerd op meetbare categorieën. Dit maakt
ons blind voor de wezenlijke kanten van de werkelijkheid en die van het
leven. In een academische kruistocht tegen het ‘technologische
totalitarisme’ en tegen de ‘dictatuur van het getal’ wil Von der Dunk
zijn lezers de ogen openen.

De nasleep van de Tweede Wereldoorlog

In acht losstaande beschouwingen ondermijnt Von der Dunk een aantal
‘zekerheden’ die in onze huidige maatschappij zijn vastgeroest. Naast de
schijnzekerheid van het getal worden onder meer de vrijheid, macht,
moraal, vrije wil en de positie van de intellectueel in twijfel
getrokken. Von der Dunk doet dat door hun historische wording in kaart
te brengen, maar laat niet altijd even duidelijk zien hoe de
verschillende beschouwingen zich tot elkaar verhouden. Hij biedt zijn
lezer in dat opzicht geen houvast, maar tussen de regels door openbaart
zich wel zijn sterke afkeer van de huidige tijd, die is gebaseerd op een
angst voor mechanisatie en depersonalisatie.

Waar komt die angst vandaan? Een indicatie vinden we in de inleiding
waarin Von der Dunk stelt dat ieder tijdperk naar eigen inzicht in het
teken staat ‘van een of andere zondvloed, een overschaduwend gebeuren,
gewoonlijk een megacatastrofe die als heimelijk referentiepunt dient.’
In De wereld als getal wordt het ontstaan van een nieuw bewustzijn
beschreven, dat leidt tot een desastreuze Tweede Wereldoorlog zonder
restricties; een morele schok die het bankroet van de menselijke
waardigheid betekende.

Het verlies van transcendente waarden

De oorsprong van dit nieuwe bewustzijn ligt volgens Von der Dunk in het
Verlichtingsdenken dat aan het einde van de achttiende eeuw opkwam. De
focus op de ratio, alsmede het geloof in vooruitgang en gelijkheid
zorgden ervoor dat de mens de waarde van het leven niet langer in het
transcendente zocht, maar in het materiële. Zekerheid vond men voortaan
in de natuurwetenschappen en de techniek, en dus in het getal. Macht was
niet langer een goddelijk gegeven, maar liet zich uitdrukken in geld,
publiek succes en bekendheid. De omzetting van de hele werkelijkheid in
technologische categorieën en denkpatronen heeft ook het morele besef
aangetast. Zonder die moraal, zo stelt Von der Dunk, zijn we stuurloos;
gedoemd weer af te glijden ‘in een complete barbarij’.

De materialisatie van het denken heeft de mens zijn menselijkheid doen
verliezen; hij is een zielloos apparaat geworden. Waar het onze huidige
tijd volgens Von der Dunk aan ontbeert, is een transcendente
bevlogenheid, ‘een dragende vanzelfsprekende tweede dimensie die in het
verleden werd verwoord als het goddelijke.’ In de afwezigheid van zo’n
absolute maat – een streven naar het Ware, Goede en Schone – zijn we
overgeleverd aan een doelrationele houding die onverschillig is. Zo
vervangt het winststreven de beschavingsmissie; het leven is één groot
experiment geworden, met alle risico’s van dien. Maar de vraag hoe we de
transcendente laag in onze levens weer zouden moeten omarmen blijft
onbeantwoord. Von der Dunks beschrijvingen van dit fenomeen zijn
onduidelijk. Hij spreekt van de ‘dragende bodemlaag van het menselijke
bestaan’ en de ‘transrationele kern van het in alles werkzame
levensbeginsel die over zichzelf heen naar een andere dimensie
verwijst’, maar nergens wordt voelbaar hoe deze zaken ons daadwerkelijk
uit de ‘pest van het eensnarige marktdenken’ zouden kunnen verlossen.

Tussen cultuuranalyse en -kritiek

De wereld als getal is een scherpe, goed geschreven analyse van de
hedendaagse cultuur, maar Von der Dunk blijft hangen in een ongezond
genoegen een wereld te schetsen waarin alles de verkeerde kant op gaat.
Hij kwijt zich niet van zijn taak als intellectueel om de ellende die
hij ziet te overstijgen en zijn lezers de weg te tonen; door enkel ‘het
lage’ van de cultuur te bekritiseren, loopt Von der Dunk het gevaar
zichzelf te verliezen in zijn rol als boze oude man. De ‘platte
sensatiejournalistiek’ van tegenwoordig doet hij af als ‘het
onuitroeibare kankergezwel van de meningsvrijheid’ en Twitter ziet hij
als ‘een nieuwe uitlaat voor het onbelemmerd lozen van verbale stront.’
Deze observaties, hoe vermakelijk ze ook mogen zijn, zijn niets nieuws
onder de zon. Veel van de kritieken die in De wereld als getal voorbij
komen zijn de bekende diagnoses van de huidige maatschappij; alles is te
massaal, te veel gericht op de korte termijn en voor fatsoen is geen
ruimte meer.

Evengoed had Von der Dunk een positieve boodschap kunnen verkondigen
over de wijze waarop een transcendente dimensie ons opnieuw zou kunnen
inspireren. In plaats daarvan kiest hij ervoor zijn gal te spuwen en
slechts te tonen wat er volgens hem allemaal mis is met de wereld. Dat
mag dan vermakelijk zijn, maar het is tegelijkertijd een knieval voor de
sensatielust die Von der Dunk zelf bekritiseert.


More information about the D66 mailing list