[D66] Signalement: Hoe ik talent voor het leven kreeg – Rodaan Al Galidi

J.N. jugg at ziggo.nl
Wed Apr 20 17:23:54 CEST 2016


http://www.dereactor.org/home/detail/signalement_hoe_ik_talent_voor_het_leven_kreeg_rodaan_al_galidi/

Signalement: Hoe ik talent voor het leven kreeg –  Rodaan Al Galidi
Lucas van der Deijl

Over Hoe ik talent voor het leven kreeg van Rodaan Al Galidi

Uitgeverij Jurgen Maas, Amsterdam, 2016,
ISBN 9789491921209 / 472p.

(0) reactie(s) - geplaatst op 19-04-2016

Als asielzoeker in Nederland heb je recht op condooms en twee tabletten
paracetamol per vier uur. Bij aankomst krijg je beddengoed en een
handdoek in bruikleen en wekelijks een paar tientjes om van te eten. Als
je geen familie hebt, heb je recht op een kamer met drie anderen en deel
je een keuken met de hele gang. Ook heb je recht op een pro-deoadvocaat,
met wie je zelfs een afspraak kunt maken als je geluk hebt. Je bent vrij
om te komen en te gaan wanneer je wilt, mits je elke dag maar even een
half uurtje in de rij aanschuift om je te melden.

Rodaan Al Galidi (1971) schreef een roman over zijn verblijf in een
asielzoekerscentrum: Hoe ik talent voor het leven kreeg. We kennen hem
als schrijver van eigenzinnige romans en poëzie, waaronder de bundels De
herfst van Zorro (2006) en De maat van de eenzaamheid (2012). In 1991
vluchtte hij uit Irak, omdat hij weigerde te vechten in het leger van
Saddam Hoessein. Na een zwerftocht van zeven jaar arriveerde hij in 1998
in een Nederlands AZC dat hij pas in 2007, na het generaal pardon, kon
verlaten. Acht jaar later vond de schrijver de woorden om zijn
ervaringen op te schrijven: ‘Dit verhaal zat me dwars,’ begint hij
veelzeggend.

De manier waarop ‘de Nederlanders’ hem en al die anderen in dat AZC
negen jaar lang behandelden gaat elk voorstellingsvermogen te boven. Al
Galidi schrijft over het alter ego Semmier Kariem, maar stelt zijn lezer
voor de keuze:

    Dit boek is fictie voor iemand die het niet kan geloven, maar
non-fictie voor iemand die ervoor open staat. Of nee, laat dit boek
non-fictie zijn, zodat de wereld waarin ik jarenlang heb moeten
verblijven, verandert van fictie in non-fictie.

Al Galidi is een mildere variant van de verteller Multatuli, die in de
slotpassage van Max Havelaar (1860) zijn collega-vertellers naar huis
stuurt om zich er met kapitalen van te verzekeren dat de kritiek van de
roman (‘DE JAVAAN WORDT MISHANDELD!’) wordt gehoord. Beide
schrijvers/vertellers verpakken hun aanklacht tegen onrecht in fictie en
problematiseren die keuze tegelijkertijd. Maar waar Multatuli je laat
geloven dat alleen de politieke boodschap van de roman uiteindelijk
telt, geeft Al Galidi zijn lezers de vrijheid om het verhaal als fictie
te lezen, en te beoordelen.

Hij gaat er bovendien vanuit dat zijn publiek uit ‘autochtone’ lezers
bestaat, die de politieke ficties die ze over hun asielbeleid vertellen
eigenlijk best prettig vinden. In één van de vele lezersaansprekingen
wordt Al Galidi wel erg cynisch:

    En nu zal ik vertellen over iets afschuwelijks wat er gebeurde. Of
beter breng ik je eerst even naar het zuiden van Irak, naar de Eufraat
en de dadelpalmen, want het is zonde voor een autochtoon als jij om heel
lang in een AZC te blijven, toch?

De lezer smacht kennelijk naar wat oriëntalistische comic relief tussen
al die ellendige verhalen uit het AZC. Al Galidi kapittelt de autochtone
Nederlander over zijn onverschilligheid, gemakzucht en hypocrisie ten
aanzien van asielzoekers. Daarmee manoeuvreert hij de lezer in een
positie waarin zelfs het lezen van dit boek getuigt van gemakzucht. Zo
vertelt Semmier over het wantrouwen op straat en dat niemand hem te eten
uitnodigde in al die jaren dat hij in het AZC verbleef. De Nederlander
gaat het gesprek niet aan en leest zijn verhaal liever in een boek. Daar
zit hij dan, in zijn luie stoel.

Al Galidi’s verhaal is op veel momenten nogal anekdotisch en sommige
personages zijn weliswaar met humor doorspekt maar ook enigszins
karikaturaal geportretteerd, waardoor het gissen blijft naar hun
perspectief, hun geschiedenis. Maar wat maakt het uit? De politieke en
ideologische lading van de roman is significanter dan de literaire. Al
Galidi verwijt de IND asielzoekers geestelijk ‘te temmen’, hersendood te
maken.

Een bloemlezing van dat beleid: voor straf laten medewerkers van de
sociale dienst asielzoekers in de hoek staan wanneer ze even niet
meewerken. Ze luisteren niet wanneer Semmier herhaaldelijk en tevergeefs
hun hulp vraagt om zijn suïcidale vriend Kadhem (een van de acht
medebewoners die door zelfdoding aan hun einde komen) te laten opnemen.
Asielzoekers die hun frustratie niet langer kunnen bedwingen, stopt de
vreemdelingenpolitie in de isoleercel. Wanneer Semmier een dag zijn
meldplicht verzuimt, omdat zijn vader is overleden, krijgt hij drie
weken geen zakgeld en moet ook hij in de hoek gaan staan.

Maakt Al Galidi zijn aanklacht tegen dergelijke vernedering en zulk
geweld onschadelijk door die te verwoorden in een roman, zoals Multatuli
vreesde over de zijne? De fictieve vorm geeft de aanklacht immers een
zekere vrijblijvendheid: het staat de lezer vrij om de realistische
waarde ervan in twijfel te trekken. Tegelijkertijd geeft het genre dit
verhaal een impact die in een andere vorm (een reportage, poëzie,
interviews…) mogelijk verloren was gegaan.

Met zijn lezersaansprekingen, zijn lange narratief, zijn verregaande
analogieën doet Hoe ik talent voor het leven kreeg een beroep op je
bereidheid om je oordeel of je houding in een ingewikkeld politiek
discours op te schorten. De afwisselend harde en bescheiden maar
metaforische stijl doen het Nederlandse en het Europese zelfbeeld
barsten op een manier die ik in andere genres nog niet zo sterk aantrof.

Zo vertelt Semmier dat Nederland gevaarlijker is dan Irak, met ‘als
enige verschil dat Irak gevaarlijker is voor het lichaam en Nederland
voor de geest’. Hij ervaart ook hoe de Europese Unie haar
grondbeginselen heeft begraven onder een gewelddadig bureaucratisch
regime. Nadat een tweede ontsnappingspoging naar een ander Europees land
mislukt doordat de vingerafdrukken van asielzoekers internationaal
worden geregistreerd denkt Semmier weer terug aan zijn AZC:

    Ik staarde daarna een tijd naar het plafond en dacht aan hoe Europa
zo klein had kunnen worden dat het in een computer gepropt zat en het
onmogelijk was geworden om je er vrij te bewegen.

Hoe ik talent voor het leven kreeg is een belangrijk boek, omdat het
vorm geeft aan een politieke werkelijkheid die voornamelijk in cijfers,
krantenfoto’s en politieke discussies gemedieerd en dus op afstand wordt
gehouden. Die vorm brengt lezers in een ongemakkelijke positie. Voor de
inhoud heeft Al Galidi dan ook geen hoofdletters nodig.


More information about the D66 mailing list