[D66] Piketty, de nuttige idioot

Henk Vreekamp vreekamp at knoware.nl
Fri Jun 13 00:00:59 CEST 2014


Wat een grote onzin - Piketty een "obscuur" econoom! Hij is directeur van 
het belangrijkste wetenschappelijke economie-instituut van Frankrijk. Een 
wonderboy die al zeer jong promoveerde. En dat zegt Ewald Engelen? 
Ongelooflijk...

hv,u
-----------

-----Oorspronkelijk bericht----- 
From: Oto
Sent: Wednesday, June 11, 2014 7:59 PM
To: informele D66 discussielijst
Subject: [D66] Piketty, de nuttige idioot

https://decorrespondent.nl/1316/piketty-de-nuttige-idioot/33729080-230df8d4

Capital in the 21st Century van Thomas Piketty is de economiehit van
het moment. Op basis van een enorme berg data wil hij aantonen dat we
afstevenen op de ongelijkheid van eind negentiende eeuw. Een groot
politiek wapen dus, dit boek. Maar daar zit ook de zwakte van Capital.
Een analyse.

Piketty, de nuttige idioot
door Ewald Engelen

Kan het onwaarschijnlijker? De Engelse vertaling van een slecht
gecomponeerde, wijdlopige, 700 pagina's tellende deurstopper van een
obscure Franse econoom, over de historische ontwikkeling van vermogens-
en inkomensongelijkheden in Frankrijk, Duitsland, Zweden, Japan, het
Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, wordt zowaar een mondiale
bestseller.

Ik heb het over Capital in the 21st Century (hierna Capital) van Thomas
Piketty, de Engelse vertaling uitgegeven door Harvard University Press
van Le Capital au XXI siècle, een jaar eerder gepubliceerd door het
Parijse Editions de Seuil en toen onopgemerkt gebleven. Het boek staat
op het moment van schrijven al 83 weken onafgebroken in de top 100 van
Amazon (op plaats acht) De Top 100. en al acht weken op de non-fictie
bestsellerslijst van The New York Times (op plaats twee). De NYT
non-fictie bestseller list.

Capital is door tenminste twee Nobel-laureaten de hemel in geprezen als
het belangrijkste boek sinds Adam Smiths Wealth of Nations (1776), is
door iedere zichzelf respecterende econoom gerecenseerd en in duizenden
blogs aan stukken gereten en vaak liefdevol weer in elkaar gezet. De
auteur heeft als een rockster door de VS en Europa getoerd om het boek
aan de man te brengen, Een over de Piketty-toer. is ontvangen door
president Barack Obama, heeft met alle kopstukken uit de wereld van geld
en politiek gesproken, heeft honderden interviews gegeven, heeft een
uitnodiging van de Tweede Kamer op zak en kan inmiddels naar eigen
zeggen van de royalty’s van zijn boek een luxe appartement in het
zestiende arrondissement van Parijs kopen – vastgoed ter waarde van
vier, vijf miljoen euro. Mede dankzij uitgeverij De Bezige Bij, die maar
liefst 125 duizend euro voor de vertaalrechten heeft neergevleid.
Waarom is het zo'n succes?

Het fenomenale succes van Capital verbaast des te meer omdat de U-curves
waarin het boek grossiert al zo’n vijftien jaar op internet circuleren.
Dat de inkomens- en vermogensongelijkheden sinds de jaren zeventig in de
meeste ontwikkelde economieën weer de omvang hebben aangenomen van het
‘patrimoniale kapitalisme’ van eind negentiende eeuw had geen verrassing
hoeven zijn. Piketty zelf publiceert al sinds 2001 over inkomens- en
vermogensongelijkheid, Het cv van Piketty. al dan niet samen met
landgenoot Emmanuel Saez. Het cv van Saez. En Tony Atkinson publiceert
er al sinds midden jaren negentig over. zie hier voor cv Atkinson
Bovendien is de website van de heren, waar je al hun data kunt
raadplegen, The World Top Incomes database, alweer zo’n kleine drie jaar
in de lucht. De database.

    Het gefinancialiseerde kapitalisme van de eenentwintigste eeuw
lévert niet. Of preciezer: het is goed voor multinationals en
plutocraten en slecht voor middenstanders en burgers

Vanwaar dus dit succes, en vooral: waarom nu? Het antwoord is een
combinatie van moment en stijl. Wat voor 2008 werd verhuld door een
vastgoedroes van ongekende proporties heeft zich sinds het uitbreken van
de crisis in al zijn schaamteloze narigheid aan iedereen geopenbaard:
het gefinancialiseerde kapitalisme van de eenentwintigste eeuw lévert
niet. Of preciezer: het is goed voor multinationals en plutocraten en
slecht voor middenstanders en burgers. Dat vinden niet alleen de
Occupy-beweging, Los Indignados in Zuid-Europa en Noord-Europese
socialisten maar ook mainstream economen als Paul Krugman, Joe Stiglitz
en Larry Summers.

Zelfs onverdachte voorgangers van de neoliberale liturgie als het
Internationaal Monetair Fonds en het World Economic Forum maken zich
sinds kort grote zorgen over de politiek-economische effecten van
oplopende inkomensongelijkheden in ontwikkelde economieën. Onder het
motto: ongelijkheid bedreigt de legitimiteit van het kapitalisme.

En laten we wel wezen: het is ook moeilijk te verkroppen dat de
bankbonussen in de City en Wall Street weer terug zijn op het niveau van
voor de crisis, terwijl huishoudens in de EU en de VS nog altijd worden
geconfronteerd met dalende besteedbare inkomens. Om maar te zwijgen van
de prijsrecords die sinds kort weer worden geboekt in goudgerand
onroerend goed in New York, London en Parijs – aangezwengeld door de
‘monetaire verruiming’ waarmee centrale banken de ‘grote recessie’ te
lijf zijn gegaan en die vooral is neergeslagen bij vermogende
kapitaalbezitters.

En terwijl het grootbedrijf dankzij duurbetaalde adviesparasieten
(accountants, fiscalisten, advocaten) steeds minder belasting afdraagt,
De data over mondiale winstbelastingtarieven. nauwelijks investeert en
op steeds grotere bergen spaargeld zit, draaien huishoudens van de
weeromstuit zowel op voor de bezuinigingstaak die (Europese) overheden
zichzelf hebben opgelegd als voor het onderhoud van de materiële en
immateriële infrastructuur waar datzelfde grootbedrijf veruit het meeste
voordeel van geniet. Bovendien blijkt iedere poging om via de
representatieve democratie iets aan deze flagrante onrechtvaardigheid te
doen keer op keer te stranden op de harde schil van grootzakelijke
lobbyisten die politici in hun zak hebben en burgers het nakijken geven.
Een eerdere bijdrage hierover.
Economie is er voor de feiten

En toen was daar ineens Thomas Piketty: een Franse econoom met
onverdachte academische papieren, die ons met behulp van zorgvuldig
verzamelde primaire data een historische spiegel voorhoudt en ons er via
de IJzeren Wet van het Kapitalisme ( R > G ) op wijst dat wij bij
ongewijzigd beleid terecht zullen komen in het patrimoniale kapitalisme
van het belle époque. De essentie van kapitalisme, aldus Piketty, is dat
het rendement op kapitaal (R) bij geringe bevolkingsgroei altijd groter
is dan de groei van het bruto binnenlands product (G) en dat inkomens-
en vermogensongelijkheden dus onvermijdelijk zullen toenemen.
Kapitalisme is nu eenmaal een ongelijkheidsmachine.

Dat wij dat uit het oog zijn verloren, komt doordat we ons in slaap
hebben laten sussen door die uitzonderlijke twintigste eeuw, toen
inkomens- en vermogensongelijkheden door oorlog, verwoesting van
productiemiddelen, financiële repressie, inflatie, de opkomst van de
massademocratie en een herverdelende verzorgingsstaat als sneeuw voor de
zon verdwenen. Deze condities, zo waarschuwt Piketty, zijn historisch
uniek waren en zullen niet snel terugkeren.

Het klapstuk van Capital bestaat uit het zorgvuldig boekstaven van deze
ontwikkelingen. Zoals Piketty in de verantwoording schrijft: ‘This book
is based on fifteen years of research devoted essentially to
understanding the historical dynamics and income.’ Niets meer en niets
minder. En dus wordt de lezer vergast op maar liefst 18 tabellen en 97
grafieken, die onomstotelijk moeten aantonen dat de periode voor 1914 de
kapitalistische normaliteit was, dat de periode tussen 1914 en 1970 de
uitzondering was en we ons sindsdien op een pad bevinden dat ons
onherroepelijk naar die eerdere normaliteit voert. Dit is duidelijk de
kracht van het boek, de a-theoretische, empiristische feitelijkheid.

Vergeefs zoekt de lezer dus naar theorie, causaliteit, mechanismen,
verdienmodellen, actoren, klassen, machtsverhoudingen en politiek.
Groeiende ongelijkheden zijn inherent aan ongebreideld kapitalisme,
punt. Kijk maar naar de historische data. ‘Intellectual and political
debate about the distribution of wealth has long been based on an
abundance of prejudice and a paucity of fact,’ heet het in de inleiding.
En daarmee is het belangrijkste doel van het boek gegeven: licht brengen
waar duisternis was. Onder het motto: pas als we de feiten kennen,
kunnen we oordelen en handelen. Waarbij Piketty hamert op hetzelfde
aloude positivistisch aambeeld waar ook de economen van het Centraal
Planbureau bijvoorbeeld hun beroepsopvatting aan ontlenen: de
economische wetenschap is er voor de feiten, de politiek voor het
oordelen en handelen.
Als Piketty politiek wordt

Dat wil niet zeggen dat Piketty erin slaagt consequent theoretische
agnost te blijven. Groot hangt boven zijn boek de teloorgang van
effectieve democratische politiek in de late twintigste eeuw als
verklaring voor de terugkeer van het patrimoniale kapitalisme. Het is de
uitschakeling van de invloed van de gemiddelde kiezer op het politieke
bedrijf waardoor de greep van het grootbedrijf op staat, politiek en
wetgeving zo dominant is geworden.

Ander voorbeeld: voor de verklaring van de sterk gestegen
beloningspakketten voor bestuurders van het grootbedrijf verwerpt
Piketty de orthodoxe verklaring van marginale productiviteitsverschillen
en omarmt hij onomwonden toegenomen verschillen in onderhandelingsmacht
als verklaring. Maar het blijft allemaal erg impliciet. Nergens bekent
hij zich tot deze politieke verklaring voor groeiende ongelijkheid.

    Weg met de modellen! Weg met theorie! Weg met ideologie! Ruim baan
voor de feiten

En dat verklaart meteen de grote invloed van Capital. Door in een
situatie van groeiende zorgen over het disfunctioneren van het mondiale
kapitalisme de feiten voor zich te laten spreken weet Piketty zijn
boodschap verteerbaar te maken voor kringen van verstandige mensen die
alles wat naar Marx riekt direct naar de prullenbak zouden hebben
verwezen. Zo niet Capital. Dit is geen ideologie, dit zijn de feiten.
Larry Summers en Paul Krugman denken in Capital niet voor niets het
voorland te hebben aanschouwd van een nieuwe, empirische economie. Weg
met de modellen! Weg met theorie! Weg met ideologie! Ruim baan voor de
feiten.
Waarom geen radicalere oplossing?

Helaas is de kracht van Capital ook zijn zwakte. Nergens wordt dat beter
geïllustreerd dan in hoofdstuk 15 waar Piketty zijn veelbesproken
‘nuttige utopie’ van een mondiale progressieve vermogensbelasting
presenteert. Hoe a-politieker, a-theoretischer, empiristischer de
analyse, hoe onrealistischer de oplossing. Piketty is de eerste om dat
te onderkennen: de kans dat er ooit een mondiale kapitaalbelasting komt
is door collectieve handelingsproblemen kleiner dan minimaal. Het is
illusoir te denken dat alle landen ter wereld zich ooit vrijwillig
achter zo’n mondiale vermogensbelasting zullen scharen. Desondanks toont
Piketty zich optimistisch: ‘For reasons of natural optimism as well as
professional predeliction, I am inclined to grant more influence to
ideas and intellectual debate.’ Het contrapunt hier is politieke
machtsvorming. Het typeert de academicus dat Piketty meer utopische
kracht toekent aan ideeën dan aan harde politieke actie.

Piketty’s politieke rol is echter groter – en minder positief – dan zijn
professorale naïviteit doet vermoeden. Zijn ‘nuttige utopie’ beperkt
zich namelijk tot deze mondiale vermogenstaks. En dat is veelzeggend.
Als het probleem namelijk is dat R > G is, zijn er alleen analytisch al
drie oplossingen. Je kunt kiezen voor instrumenten die ervoor zorgen dat
het rendement op kapitaal structureel lager uitvalt, zoals een
vermogensbelasting. Dat is de oplossing die Piketty voorstelt: < R.

Je kan er ook voor kiezen te zorgen dat het rendement op arbeid stijgt,
oftewel > G. Denk aan herwaardering van de binnenlandse sectoren, van de
publieke sector, de introductie van een basisinkomen, doorbreken van de
exportlobby, afscheid nemen van het neomercantilisme van Wientjes' BV
Nederland, inzetten op sociale innovatie, het aan banden leggen van
parasitaire sectoren als bankwezen, accountants, fiscale arbitrage en
advocatenkantoren.

Ten slotte kun je kiezen voor instrumenten die de steeds schever
gegroeide verdeling tussen arbeid en kapitaal herstellen: R : G. Dan
moet je denken aan eerherstel voor de vakbeweging, het opheffen van
juridische beperkingen op ondernemings- en sectorale medezeggenschap,
hogere looneisen, steun voor ondernemingsraden, kapitaalcontroles – met
andere woorden, alles wat de onderhandelingsmacht van de factor arbeid
vis-à-vis die van de factor kapitaal meer in evenwicht brengt.
Kon hij maar ideologischer zijn

Daarmee dreigt voor Piketty het lot van Lenins ‘nuttige idioten.’ De
onheilspellende feiten van de historicus monden uit in de
technocratische truc van de econoom die, blind voor de politieke
realiteit, iets oppert wat principieel onhaalbaar is en daarmee de angel
haalt uit wat in potentie een revolutionair moment is: het zesde jaar
van de grootste crisis van het kapitalisme sinds de jaren dertig, waarin
de politieke kaste de burgerij wanhopig bezweert dat de crisis voorbij
is terwijl diezelfde burgerij nog tot aan de enkels in de economische
ellende staat.

Straks, als Capital in ontelbare boekenkasten staat te verspochten en is
ingeruild voor de volgende politieke blockbuster, zal Piketty het
wellicht betreuren niet wat minder econoom en wat meer agitator te zijn
geweest. Alhoewel, dan zou Capital nooit een hit geworden zijn en
ongelijkheid nooit – al was het maar voor even – een hype.

In dit post-democratische tijdperk wordt iedereen die zijn ideologische
kleuren toont, weggezet als populist en daarmee monddood gemaakt.
Populist of nuttige idioot – meer rollen zijn er niet voor de publieke
intellectueel. Tragische tijden.
_______________________________________________
D66 mailing list
D66 at tuxtown.net
http://www.tuxtown.net/mailman/listinfo/d66 



More information about the D66 mailing list