E én groot pleidooi voor géén be lastingen

Cees Binkhorst ceesbink at XS4ALL.NL
Fri Apr 9 20:14:05 CEST 2010


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Eén groot pleidooi voor géén belastingen, met een middeleeuws dorp als
voorbeeld ;)
Maar eigenlijk is er niets veranderd, 'de Oranjes' betalen nog steeds
geen belasting.

Groet / Cees

Een belastingparadijs in de Lopikerwaard
Connecties met Huis van Oranje maakten Hollandse vrijstaat vrijwel
onaantastbaar
Een baronie rond het stadje IJsselstein was in de 17de en 18de eeuw een
belastingparadijs. Onder de hoede van landsvrouwe ‘Tante Marijke’.


Door onze redacteur DIRK VLASBLOM UTRECHT, 8 APRIL
Ooit lag er een ministaatje in de polder tussen Lek en IJssel. Het leven
was er goed, want de belastingen waren laag en dat trok renteniers van
elders. Het staatje werd bestuurd door een verlichte landsvrouwe, die
door haar onderdanen ‘Tante Marijke’ werd genoemd.
Een Hollands Utopia? Nee, het landje heeft echt bestaan, in het hart van
de Lopikerwaard.
In de zeventiende en achttiende eeuw telde de Republiek behalve zeven
gewesten ook een paar vrijsteden. Die maakten hun eigen wetten en
droegen geen belasting af aan provincies of Den Haag. Gisteren
promoveerde historicus Fred Vogelzang in Utrecht op de lotgevallen van
één van deze vrijstaatjes: de soevereine baronie IJsselstein. In de
achttiende eeuw, onder de hoede van een Oranjeweduwe, wist het zijn
autonome status uit te buiten en werd het een heus belastingparadijs.
„Het domeinbestuur”, vertelt Vogelzang, „spande zich in om de stad een
verzorgd uiterlijk te geven. De riolering werd overkluisd en
onderhouden, de straten werden vrij gemaakt van mest, verhard en
geschikt gemaakt voor rijtuigen, de grachten werden regelmatig
uitgebaggerd. Men zorgde voor een goede organist, een muziek- en een
schermleraar.
En er kwam een Latijnse school, zodat de kinderen van de renteniers
konden doorstuderen.”
Het staatje dankte zijn vrijheid aan twee factoren: ligging en
connecties. De baronie – het stadje IJsselstein en de ‘schoutambten’
Benschop en Noord-Polsbroek – moest in de Middeleeuwen laveren tussen
machtige buren: de graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht. De
heren van IJsselstein wisten de twee kemphanen listig tegen elkaar uit
te spelen en dat spel werd beloond. In 1572 verleende koning Filips II
de baronie autonomie onder de kroon.
De erfgename van de heren van IJsselstein, Anna van Egmond, was in 1551
getrouwd met prins Willem van Oranje en na haar dood verviel de baronie
aan de familie Oranje-Nassau.
Toen de noordelijke Nederlanden koning Filips afzwoeren, behield
IJsselstein zijn soevereiniteit, uit respect voor de Oranjes. Die
voorname connectie maakte het staatje vrijwel onaantastbaar.
Opeenvolgende stadhouders bemoeiden zich nauwelijks met de baronie, maar
in de achttiende eeuw veranderde dit. Willem III stierf kinderloos en
vermaakte de Oranjedomeinen aan zijn Friese neef, Johan Willem Friso.
Die verongelukte jong, in 1711. Zijn weduwe, Marie-Louise van
Hessen-Kassel (1688-1765), kreeg van haar zoon, stadhouder Willem IV,
de baronie IJsselstein met de bijbehorende inkomsten.
Marie-Louise woonde in Leeuwarden, maar bemoeide zich actief met haar
domein. Haar visie: met lage belastingen en goede voorzieningen zorgen
dat ‘fatsoendelijke luyden’ zich in haar baronie vestigden. Na 1750
steeg overal in de republiek de werkloosheid en daalde in veel steden
het inwonertal, maar niet in IJsselstein. Dit was te danken aan de
toeloop van renteniers, die tuinlieden en dienstbodes meenamen, maar ook
aan een bewuste werkgelegenheidspolitiek. Zo werden er werkplaatsen
gebouwd voor de verwerking van hennep en wilgentenen uit de Lopikerwaard.
Het begon mis te gaan in 1787. IJsselstein werd bezet door patriottische
troepen uit Holland. Die militie kleedde de stad uit en vertrok zonder
schadevergoeding te betalen.
De genadeklap kwam in 1795. Met de komst van de Franse troepen werd de
autonomie geofferd aan het patriottische ideaal van de eenheidsstaat. Er
moest voor het eerst belasting worden betaald. Al voor het einde van de
Franse tijd begonnen mensen weg te trekken en vervielen de
IJsselsteiners tot armoede.
Vogelzang: „Het stadje is er pas na de Tweede Wereldoorlog weer bovenop
gekomen.”

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list