FYI: Aartsvader van alle ‘neocons’ overleden

Henk Elegeert hmje at HOME.NL
Sat Sep 19 18:26:50 CEST 2009


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

http://www.nrc.nl/buitenland/article2364319.ece/Aartsvader_van_alle_neocons_overleden

"
 Aartsvader van alle ‘neocons’ overleden

Irving Kristol (1920-2009), publicist
Gepubliceerd: 19 september 2009

De Amerikaanse publicist Irving Kristol legde de basis voor het
neoconservatisme dat George Bush in praktijk probeerde te brengen.
Door onze correspondentTom-Jan Meeus
De neoconservatief Irving Kristol.


Washington, 19 sept. Irving Kristol, de ‘godfather’ van het
neoconservatisme, had vooral in zijn laatste levensjaren grote
invloed. De assertieve buitenlandse politiek van George W. Bush
stoelde voor een belangrijk deel op zijn neoconservatieve idealen.
Kristol overleed gisteren op 89-jarige leeftijd in een ziekenhuis in
Arlington, Virginia, zo maakte The Weekly Standard bekend, het
neoconservatieve weekblad dat door zijn zoon Bill Kristol wordt
geleid.

Neoconservatisme was voor Kristol een mengeling van klassiek
machtsdenken en idealisme. Amerika was „militair ongelooflijk
superieur’’ ten opzichte van alle andere landen, schreef hij in 2003
in het essay The Neoconservative Persuasion. Het land was „verplicht’’
democratieën die onder vuur lagen, waar ook ter wereld, te verdedigen.
„Met macht komen verantwoordelijkheden.’’

Bush werd in 2000 gekozen op een agenda van nederigheid in de
internationale arena. Maar na 9/11 spoorden de ‘neocons’ die hem
omringden, velen gevormd door het werk van Kristol, de president aan
van Amerika een assertief nationalistische grootmacht te maken. Zo
vielen de VS binnen twee jaar Afghanistan en Irak binnen, kondigden
een wereldwijde oorlog tegen terreur af, en begonnen een ambitieus
programma om democratie te verspreiden. En net als Kristol zelf,
hadden zijn volgelingen zelden last van ideologische twijfel.
Conservatieven als vicepresident Dick Cheney, minister van Defensie
Donald Rumsfeld en diens staatssecretaris Paul Wolfowitz, waren diep
overtuigd van de eigen voortreffelijkheid.

Kristol (1920), die in 2002 de Medal of Honour van Bush kreeg, groeide
als zoon van immigranten uit Oekraïne op in een joods milieu in
Brooklyn, New York. Zoals veel andere neoconservatieven (Daniel Bell,
Nathan Glazer) flirtte hij in zijn studententijd met het marxisme, om
op te gaan in een omgeving van kunstminnende progressieve
intellectuelen. Na de oorlog werd hij gegrepen door het
anticommunisme. Hij werd sterk beïnvloed door de filosoof Leo Strauss,
die zich verzette tegen het idee dat politici een perfecte wereld
konden scheppen. Tegelijk bleef Kristol met een been in het
progressieve milieu staan. In de jaren vijftig leidde hij in Londen
het literaire tijdschrift Encounter – waarvoor ook literaire
beroemdheden als Albert Camus en Vladimir Nabokov schreven.

Neoconservatisme was volgens Kristol geen beweging, het was een
overtuiging: progressieven die met het verstrijken van de jaren bereid
waren de realiteit onder ogen te zien, moesten wel voor het
neoconservatisme kiezen.

Vanaf de jaren zestig voelde hij zich steeds minder thuis bij de
Democraten. De uitbouw van de welvaartsstaat onder Lyndon Johnson
maakte mensen volgens hem afhankelijk en passief. Compassie, zei
Kristol, is een mooie menselijke eigenschap – maar geen overheidstaak.
Het verzet in de partij tegen de oorlog in Vietnam onthulde volgens
hem een onverantwoorde relativering van het communistische gevaar. Na
de Iraanse gijzelaarscrisis (1979) waren de neoconservatieven
uitgekeken op de Democraten, waarna president Reagan hen, met de
benoeming van mensen als Jeane Kirkpatrick en Richard Perle, de facto
bij de Republikeinen binnenloodste.

Mede onder invloed van Kristol kwamen daarmee enkele tegennatuurlijke
elementen bij de Republikeinse partij binnen. Kristol verwierp het
pessimistische wereldbeeld van de klassieke conservatief, en beval een
„hoopvol’’ en „vrolijk’’ conservatisme aan. En hij bepleitte
tolerantie voor religieuze waarden. Een principieel
antikapitalistische keuze die aan de basis stond van de latere
‘culturele oorlogen’, waarmee moderne conservatieven zich afzetten
tegen de entertainmentindustrie en andere bedrijfstakken die
„christelijke tradities’’ zouden ondermijnen.

Vooral door dit laatste werden de Republikeinen de partij van het
Zuiden. Het bracht evangelicals – zoals anti-abortusactivisten en
tegenstanders van de evolutieleer – de partij binnen en drukte fiscale
conservatieven, gedreven door een liefde voor de vrije markt, naar de
periferie. Opportunisme was niet vreemd aan deze voorkeur, beaamde
Kristol. Ook evangelicals hebben een idealistisch wereldbeeld – de
strijd tegen „het kwaad’’ – zodat hun aanwezigheid in de partij
neoconservatieven „invloed en zelfs macht’’ gaf, beaamde Kristol in
2003.

Het liep in Bush’ tweede termijn uit op de bekende politieke
catastrofe. Irving Kristol, woonachtig in het Watergate-complex van
Washington, was nooit erg actief in het sociale circuit, maar werd de
laatste jaren nog zelden in het openbaar gesignaleerd. „Ik kijk
televisie, westerns en detectives’’, zei hij. Zijn zoon Bill, al
tientallen jaren politiek actief, werd het gezicht van het
neoconservatisme. Geen gemakkelijke rol. De invloed uit de jaren van
Reagan en Bush is verdwenen; ook Republikeinen willen nog maar zelden
‘neocons’ heten. En Rupert Murdoch, eigenaar van The Weekly Standard,
heeft het neoconservatieve podium alweer maanden geleden te koop
gezet. Voorlopig zonder resultaat.
"

Henk Elegeert

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list