=Openheid Over Irak= wil parlementaire enqu ête

Hein van Meeteren heinwvm at CHELLO.NL
Wed Feb 28 15:49:05 CET 2007


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Persbericht 

'Openheid over Irak' wil parlementaire enquête
28 februari 2007

Nu het regeerakkoord onderzoek naar de Nederlandse steun aan de oorlog tegen Irak nadrukkelijk uitsluit moeten de Eerste en Tweede Kamer eigenstandig besluiten tot een parlementaire enquête. Daartoe roept de burgerbeweging 'Openheid over Irak' (OOI) de parlementariërs in een open brief op. Recent onderzoek van het dagblad Metro wijst uit dat de beweging hierin wordt gesteund door 87 procent van de Nederlanders. 

Het zware middel van een enquête is nodig omdat onderzoeken van Zembla en NRC Handelsblad ernstige feiten aan het licht hebben gebracht. OOI noemt in haar open brief vier gevallen waarin de Tweede Kamer door het kabinet cruciale informatie is onthouden. Had de Kamer die informatie wel gekend, dan is het waarschijnlijk dat zij haar steun aan de oorlog had onthouden. De open brief van OOI is te lezen op de website van de beweging, www.OpenheidOverIrak.nu. 

'Openheid over Irak' (OOI) is een burgerbeweging die ijvert voor onderzoek naar de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog tegen Irak. Hierin wordt OOI gesteund door 15.000 burgers, alsmede politieke partijen en maatschappelijke organisaties. De website van OOI bevat een database met uitvoerige informatie over de oorlog en de Nederlandse betrokkenheid. Langs deze weg probeert OOI te informeren, en publicatie en onderzoek te stimuleren.

Voor de redactie
Niet voor publicatie: voor meer informatie kunt u terecht bij de initiatiefnemers, Allard de Rooi (06 53 191 000) en Hein van Meeteren (06 475 700 12). 




Bijlage bij Persbericht

Open brief van het burgerplatform 'Openheid over Irak'
www.OpenheidOverIrak.nu


Aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. 


28 februari 2007


Geacht Kamerlid, 

Uit onderzoek van het dagblad Metro bleek op 20 februari jl. dat 87 procent van de Nederlanders wil dat het nieuwe kabinet opening van zaken biedt omtrent de Nederlandse steun aan de oorlog tegen Irak. Wij zijn dan ook pijnlijk getroffen door het besluit van het kabinet om een onderzoek dienaangaande achterwege te laten, nota bene zonder daarvoor een plausibele verklaring te geven. Wij vinden het van het grootste belang dat Nederland zo snel mogelijk in het reine komt met deze pijnlijke episode, waaraan niet alleen tientallen prangende vragen, maar ook concrete verdenkingen van misleiding door (voormalige) bewindslieden kleven. Wij doen een dringend beroep op u om de niet mis te verstane boodschap van de bevolking alsnog te honoreren en om alles in het werk te stellen om de Kamer een onderzoek te laten instellen. Gezien de verdenkingen van misleiding komt daarvoor naar onze opvatting slechts één onderzoeksinstrument in aanmerking: dat van de parlementaire enquête. 

Wij kennen het door de vorige kabinetten-Balkenende uitgedragen standpunt dat er inzake de Nederlandse steun aan de oorlog tegen Irak 'niets te verbergen valt'. Dat roept de vraag op waarom een onderzoek daaromtrent tot dusver door de Kamer is geblokkeerd. 

Wij hebben kennis genomen van de door diverse (voormalige) bewindslieden aangevoerde redenen waarom een onderzoek of het vrijgeven van 'vertrouwelijke' documenten niet wenselijk zou zijn. Deze argumenten komen er kortgezegd op neer dat het functioneren van onze inlichtingendiensten en onze overheid in het algemeen belemmerd zou kunnen worden en dat de relatie met bevriende landen schade zou kunnen oplopen. Wij moeten concluderen dat deze redenen, afgezet tegen de enorme belangen die vóór onderzoek pleiten, niet steekhoudend zijn. Wij vragen ons bovendien af waarom het kabinet niet in staat zou zijn de noodzaak tot onderzoek aan bevriende landen uit te leggen. Tenslotte constateren wij dat in tal van andere bij de oorlog betrokken landen onderzoeken zijn ingesteld zonder dat het schip van staat averij opliep. Wij menen dat juist het onbeantwoord laten van de vele vragen onze overheid, regering en niet in de laatste plaats onze democratie grote schade berokkent en het aanzien van Nederland in het buitenland schaadt. 

Wij hebben tevens kennis genomen van het standpunt van het CDA en de VVD dat 'alles over deze kwestie is gezegd' en 'alle antwoorden op de vragen te vinden zijn in de Handelingen van de Tweede Kamer'. Wij hebben de Handelingen minitieus doorgenomen en kunnen u meedelen dat de antwoorden op onze vragen er niet in terug te vinden zijn. 

De belangrijkste reden voor het instellen van een onderzoek is dat er klaarheid wordt gebracht in de concrete verdenking dat de regering de Kamer meermalen onvolledig en onjuist heeft geïnformeerd en wellicht bewust heeft misleid. Hiervan zijn ons vier gevallen bekend: 
 
- Op 15 april 2004 besteedde het tv-programma Zembla uitvoerig aandacht aan de wapeninspecteurs van de VN die, verdeeld over diverse missies, in Irak naar massavernietigingswapens hadden gezocht. Onder hen waren enkele Nederlanders. Zij vertelden in de uitzending twee dingen: dat het zo goed als zeker was dat Irak begin 2003 al jaren geen massavernietigingswapens meer bezat, én dat zij de Nederlandse regering daarvan meermalen op de hoogte hadden gesteld. Naar aanleiding van de uitzending bleek dat de Tweede Kamer hier niets van wist, terwijl de regering altijd met nadruk heeft gesteld dat ze de Kamer alle relevante informatie heeft doen toekomen. 

- Geconfronteerd met de uitzending van Zembla ontkende minister Bot van Buitenlandse Zaken op 20 april 2004 tegenover de Kamer dat de regering voor de oorlog over informatie had beschikt waarin het bestaan van massavernietigingswapens in Irak werd betwijfeld. In het licht van het boven- en onderstaande moet deze opmerking als bezijden de waarheid worden gekwalificeerd. 

- Uit diepgravend onderzoek van NRC Handelsblad, gepubliceerd op 12 juni 2004, bleek dat ook de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst vóór de oorlog grote twijfels had over de dreiging die volgens de regering van Irak zou uitgaan. Net als de informatie over de wapeninspecteurs was ook dát de Kamer niet meegedeeld. 

- Premier Balkenende liet op 18 maart 2003 weten dat aan de Nederlandse steun aan de oorlog 'een sluitende juridische redenering' ten grondslag lag. Maar op 12 juni 2004 bleek uit het onderzoek van NRC Handelsblad dat de directies Juridische Zaken van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie de regering hadden laten weten dat de bedoelde redenering juist géén legitimatie van geweld tegen Irak bood en in strijd was met de internationale rechtsorde. Ook deze informatie bleek niet te zijn doorgegeven aan de Tweede Kamer. 

Hoewel het onvolledig en onjuist informeren van de Kamer volgens de Nederlandse politieke mores geldt als doodzonde, heeft de Kamer toegestaan dat de betrokken (voormalige) bewindslieden iedere vorm van verantwoording voor het bovenstaande uit de weg gingen. Dat is des te ernstiger, daar de Kamer haar steun aan de Nederlandse deelname aan de oorlog vermoedelijk zou hebben onthouden wanneer zij wél volledig en correct was geïnformeerd. Het gedogen van dergelijke misstanden, met als enige kennelijke doel het uit de wind houden van de verantwoordelijken, is een praktijk een bananenrepubliek waardig. Alleen al de schíjn van zulke misstanden zou voor een zichzelf respecterend parlement aanleiding moeten zijn om een onderzoek in te stellen. 

Het bovenstaande roept bovendien wezenlijke vragen op aangaande het functioneren van onze inlichtingendiensten, de genoemde directies Juridische Zaken en de overheid in het algemeen. Gezien hun grote belang voor de veiligheid van de bevolking, is het urgent dat het functioneren van de betreffende instanties diepgaand wordt onderzocht. Wij sluiten ons graag aan bij minister Bot, die de Kamer op 5 oktober 2005 meedeelde dat zo'n evaluatie belangrijk is voor de toekomst en het geen pas geeft 'om de hete brei heen te lopen'. 

Tenslotte is het van het grootste belang dat wordt onderzocht hoe het heeft kunnen gebeuren dat Nederland zich medeverantwoordelijk heeft gemaakt voor een oorlog die niet alleen compleet is mislukt, maar ook nog eens is uitgelopen op een enorme ramp. Een ramp die niet alleen honderdduizenden onschuldigen het leven heeft gekost en een kleine vier miljoen Irakezen hun huizen heeft doen ontvluchten, maar bovendien de wereld onveiliger en onverdraagzamer heeft gemaakt en een groot conflict in het Midden-Oosten naderbij heeft gebracht. Waarom heeft de regering destijds de waarschuwingen dienaangaande van velerlei deskundigen naast zich neergelegd? Waarom heeft de regering, nota bene na het verschijnen van het Srebrenica-rapport, ingestemd met een oorlog die een duidelijk plan en een exit-strategy ontbeerde? Waarom heeft uitgerekend een demissionair kabinet deze enorme risico's genomen? 

De vragen en verdenkingen zijn uitermate pijnlijk, met name voor de Nederlandse bevolking, die vrijwel unaniem tegen de steun aan de oorlog was. Maar in het licht van onze steun aan een onrechtmatige en volledig uit de hand gelopen veldtocht is het noodzakelijk dat ze onder ogen gezien en beantwoord c.q. onderzocht worden. Veel pijnlijker is het ze te laten voortbestaan totdat de omstandigheden verder uitstel onmogelijk maken. Uit naam van 87 procent van de Nederlanders dringen wij er bij u op aan ze onder ogen te zien en alles te doen wat binnen uw vermogen ligt om op alle punten schoon schip te maken. Het debat over de regeringsverklaring biedt daarvoor de ideale mogelijkheid. 


Met dank voor uw aandacht, 
namens 'Openheid over Irak', 

Allard de Rooi
Hein van Meeteren
Initiatiefnemers


'Openheid over Irak' (OOI) is een burgerbeweging die ijvert voor onderzoek naar de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog tegen Irak. Hierin wordt OOI gesteund door 15.000 burgers, alsmede politieke partijen en maatschappelijke organisaties. De website van OOI (www.OpenheidOverIrak.nu) bevat een database met uitvoerige informatie over de oorlog en de Nederlandse betrokkenheid. Langs deze weg probeert OOI te informeren, en publicatie en onderzoek te stimuleren.

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list