De heks en haar inquisiteurs

Henk op xp HmjE at HOME.NL
Fri Feb 23 07:56:15 CET 2007


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

http://www.trouw.nl/deverdieping/letter-geest/article618723.ece/De_heks_en_haar_inquisiteurs

De heks en haar inquisiteurs
door Pascal Bruckner

De kritiek van westerse intellectuelen op een rebelse geest als Ayaan 
Hirsi Ali laat precies zien waarom het multiculturalisme in feite 
racisme is, betoogt de Franse filosoof Pascal Bruckner.

Het wil mensen uit andere culturen binnen hun traditie houden en ontzegt 
ze daarmee de werkelijke vrijheden van onze moderne samenleving.
Het valt niet te ontkennen: de vijanden van de vrijheid komen in de 
eerste plaats uit de vrije samenlevingen zelf. Voor een deel komen ze 
uit de verlichte elites, die de rest van de mensheid en zelfs hun eigen 
medeburgers het genot van democratische rechten willen ontzeggen, als 
deze de pech hebben tot een andere religie of etnische groep te behoren 
dan zijzelf.

Wie dit niet geloven wil moet twee onlangs verschenen teksten lezen: het 
boek van de Nederlands-Britse auteur Ian Buruma over de moord op Theo 
van Gogh in Amsterdam en de recensie die de Britse journalist en 
hoogleraar Timothy Garton Ash over dit boek schreef in The New York 
Review of Books.
Het verslag van Ian Buruma fascineert omdat hij alle protagonisten van 
het drama schijnbaar onpartijdig aan het woord laat komen. Toch kan hij 
zijn ergernis over het engagement van Ayaan Hirsi Ali, het (voormalige) 
kamerlid van Somalische afkomst, maar slecht verbergen. Hirsi Ali was 
bevriend met Theo van Gogh en wordt zelf met de dood bedreigd. Buruma 
schaamt zich voor de manier waarop ze kritiek levert op de Koran.

Timothy Garton Ash argumenteert nog grover. Als apostel van het 
multiculturalisme is hij van mening dat de houding van Hirsi Ali zowel 
onverantwoordelijk als contraproductief is. Hij is meedogenloos: „Ayaan 
Hirsi Ali is een moedige, vrijmoedige en licht simplistische 
Verlichtingsfundamentaliste.’’ Als bewijs voert hij aan dat deze jonge 
vrouw zich in haar jeugd bij de Moslimbroederschap in Egypte aansloot en 
nu simpelweg het ene credo voor het andere heeft verruild: het fanatisme 
van de Profeet voor het fanatisme van het verstand. Deze manier van 
gelijkschakeling is niet nieuw: de rooms-katholieke kerk gebruikte haar 
in de negentiende eeuw om hervormingen tegen te houden. In de strijd om 
de hoofddoek in Frankrijk werd zij door tegenstanders van dit wettelijke 
verbod ten tonele gevoerd.
In het geval van Ayaan Hirsi Ali, die besneden werd, die tot een 
huwelijk werd gedwongen, die uit Afrika vluchtte om in Nederland asiel 
te vinden, is deze beschuldiging op voorhand al verkeerd. In 
tegenstelling tot Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, heeft 
zij nooit opgeroepen tot moord om haar ideeën erdoor te drukken.

Haar enige wapens zijn die van de overtuiging, van de weerlegging, van 
de rede. Ze argumenteert met verstand en niet met pathologische 
bekeringsdrift. Maar Ayaan Hirsi Ali heeft in de ogen van onze 
welwillende professoren een onvergeeflijke misdaad begaan: ze vat de 
uitgangspunten van de democratie serieus op.
Op doortrapte wijze ontzegt Ian Buruma Ayaan Hirsi Ali het recht om zich 
op Voltaire te mogen beroepen: Voltaire stelde zich teweer tegen een van 
de machtigste instituten van zijn tijd, de katholieke kerk, terwijl zij 
genoegen neemt met het aanvallen van een „kwetsbare minderheid in het 
hart van Europa” (Buruma). Daarbij vergeet hij dat de islam geen grenzen 
kent. De moslimgemeenschappen in de oude wereld hebben meer dan een 
miljard gelovigen van verschillende stromingen in de rug. Ze kunnen 
uitgroeien tot een fundamentalistische voorhoede, of juist tot een 
verstandige vorm van religiositeit. Dat is geen futiliteit, maar een van 
de grootste uitdagingen van de eenentwintigste eeuw.

Het is kennelijk niet genoeg dat Hirsi Ali omringd door lijfwachten moet 
leven. Ze moet ook nog – net als Robert Redeker, de Franse filosoof die 
op islamitische websites met de dood bedreigd wordt – de spot van hoge 
heren en bovenmeesters over zich heen laten komen. In Nederland werd ze, 
zelfs vanuit progressieve hoek, voor nazi uitgemaakt. De historicus 
Geert Mak vergeleek haar film ’Submission’ met de antisemitische 
propagandafilm ’Jüd Süß’. Hier treedt een vertrouwd mechanisme in 
werking: wie in opstand komt tegen de barbarij, wordt zelf voor barbaar 
uitgemaakt. Zowel in de politiek als in de filosofie komt dit soort 
parallellie altijd op een afrekening neer.

Als denken betekent: het afwegen van woorden om de wereld op treffende 
wijze te benoemen, dan getuigt deze parallellie van falend denken. De 
Verlichting zou dan ook slechts weer een vorm van religie zijn, even 
idioot en ontoegeeflijk als het katholicisme van de inquisitie of de 
radicale islam. In het spoor van Heidegger heeft een complete 
denkschool, van Gadamer tot Derrida, de idee bevochten dat de 
Verlichting een nieuw tijdperk en een van zichzelf bewuste geschiedenis 
zou belichamen. Integendeel: aan deze filosofische en literaire episode 
zou juist al het lijden van onze tijd ontsproten zijn: kapitalisme, 
kolonialisme, totalitarisme. Aan de waanvoorstellingen van enige 
geletterde heren die schoon schip wilden maken met God, hebben we te 
danken dat Europa zich later in de duisternis stortte.
Dat de moderne tijd daadwerkelijk een zeker fanatisme heeft 
voortgebracht, daarvan getuigt de gehele geschiedenis van de twintigste 
eeuw. En het is zeker waar dat het geloof in de vooruitgang de gedaante 
had aangenomen van een religie. De afschuwelijke seculiere religies van 
het nationaal-socialisme en het communisme deden met hun dodelijke 
rituelen en massamoorden in niets onder voor de verschrikkelijkste 
theocratieën. Er is in de twintigste eeuw meer gedood tegen God dan in 
zijn naam. En toch werd het nationaal-socialisme, en daarna het 
communisme, onttroond door democratische regeringen die hun inspiratie 
aan de filosofie van de mensenrechten ontleenden, en die op tolerantie 
en een diversiteit van meningen berustten.

Of we willen of niet, we zijn de kinderen van deze controversiële eeuw, 
we zijn gedwongen om onze vaders te vervloeken in de taal die zij aan 
ons hebben doorgegeven. En omdat de Verlichting het beste zelf haar 
ergste vijanden bestrijden kan, lijdt het geen twijfel dat zij ook de 
islamistische hydra kan neerslaan. Voorwaarde is wel dat ze in zichzelf 
gelooft en niet uitgerekend die paar hervormers van de islam vogelvrij 
verklaart.

Tegenwoordig hebben wij twee voorstellingen van vrijheid: de ene stamt 
uit de achttiende eeuw en berust op de bevrijding van traditie en 
autoriteit. De andere stamt uit de anti-imperialistische antropologie en 
beschouwt alle culturen als evenwaardig. Het relativisme raadt ons aan 
om onze zogenaamde waarden te beschouwen als de geloofsartikelen van de 
stam die zich ’het Westen’ noemt.

Op dit laatste stoelt het multiculturalisme: het wil vooral het 
vreedzame samenleven van bevolkingsgroepen met verschillende etnische en 
raciale herkomst realiseren. De criteria van recht en onrecht, van 
misdaad en barbarij wijken voor de absolute criteria van het respect 
voor de ander. Wie voorzichtig in herinnering roept dat vrijheid 
ondeelbaar is, dat een mensenleven overal evenveel waard is, dat de 
amputatie van de hand van een dief of de steniging van een overspelige 
vrouw nergens geduld kan worden, die wordt in naam van de noodzakelijke 
gelijkheid der culturen terechtgewezen.

Nu is het één ding om de overtuigingen en rituelen van medeburgers met 
een andere herkomst te erkennen, maar iets heel anders om eilandachtige 
gemeenschappen toe te staan die elke invloed van buitenaf weren.

Hier stuiten we op de paradox van het multiculturalisme: het garandeert 
voor alle gemeenschappen een gelijke behandeling, maar niet voor de 
individuen waaruit ze bestaan. Het multiculturalisme weigert mensen die 
zich van hun eigen tradities willen losmaken vrijheid te verlenen. Er is 
erkenning voor de groep, en onderdrukking van het individu.

Maar het beschermen van minderheden moet ook betekenen dat je je zonder 
risico’s aan de groep kunt onttrekken – uit onverschilligheid of 
atheïsme, vanwege een gemengd huwelijk, of omdat je de solidariteit met 
de clan of met de familie negeert.

De etnische, seksuele, religieuze of regionale minderheid wordt vaak tot 
een kleine, op zichzelf staande natie verheven. Binnen randgroepen 
ontstaat ondertussen een soort ethische politie die in sommige Europese 
landen helaas ook nog door de staat wordt bevorderd. De schijn van de 
diversiteit schept etnische en religieuze kerkers, en hun bewoners 
ontberen de privileges die de rest van de samenleving wel aan zijn 
burgers biedt.

Zo bezien is het geen verrassing dat iemand als Ayaan Hirsi Ali bij de 
intellectuelen van onze samenleving zwaar onder vuur ligt. Niets 
ontbreekt in het beeld dat Timothy Garton Ash van deze jonge vrouw 
schetst, niet eens een belegen vorm van machismo: het zijn slechts de 
schoonheid en glamour van de (voormalige) parlementariër die haar succes 
verklaren, niet de juistheid van haar verwijten. Dat de 
fundamentalistische theoloog Tariq Ramadan, van wie Garton Ash een hoge 
pet op heeft, zijn reputatie eveneens aan zijn playboyachtige uiterlijk 
te danken zou hebben, komt niet in zijn hoofd op.

De gekte van Ayaan Hirsi Ali, haar arrogantie, haar grenzeloosheid en 
haar enthousiasme, dat is wat Buruma en Garton Ash niet kunnen 
verdragen. Ze treden daarbij op als inquisiteurs, die in elke ietwat 
flamboyante vrouw een door de satan bezeten heks zien. Wie naar hun 
neerbuigende uitlatingen luistert, begrijpt dat de strijd tegen het 
moslimfundamentalisme eerst op het symbolische vlak en eerst door 
vrouwen gewonnen moet worden, omdat zij het scharnier vormen binnen de 
families en de sociale structuur. Vrouwenemancipatie is de voorwaarde 
voor vooruitgang in de Arabisch-islamitische samenlevingen.

Sommigen zeggen: de islam is pas in de zevende eeuw ontstaan en heeft 
een onvermijdelijke achterstand. Of, zoals Tariq Ramadan beweert: de 
gelovige massa is nog niet rijp om een praktijk als het stenigen op te 
geven (zelf roept hij op tot een moratorium op deze vorm van 
afstraffing, niet om afschaffing ervan). Maar deze opvatting miskent het 
’ongeduld van de vrijheid’ (Michel Foucault) die moslimelites bevangt 
bij de aanblik van geseculariseerde samenlevingen, die zich van dogma’s 
en achterhaalde zeden hebben bevrijd.

De Verlichting behoort toe aan de mensheid, en niet alleen aan enkele 
geprivilegieerden uit Europa en Noord-Amerika. Misschien is het 
multiculturalisme naar Angelsaksisch model niets anders dan een vorm van 
apartheid, vergezeld door hetzelfde sentimentele geklets als van rijken 
die tegen armen zeggen dat geld alleen niet gelukkig maakt.
Wij sluiten jullie op in een reservaat om je te behoeden voor het 
fanatisme van de Verlichting en de rampspoed van de vooruitgang. 
Iedereen die wij kennen onder de verzamelnaam moslim (Maghrebijnen, 
Pakistanen, Afrikanen) verbieden wij het geloof te verlaten, slechts af 
en toe te geloven, op God af te geven of een leven ver van Koran en 
stamrituelen op te bouwen.
Het multiculturalisme is het racisme van het antiracisme. Het ketent 
mensen aan hun wortels. Burgemeester Job Cohen van Amsterdam vindt 
bijvoorbeeld dat we orthodoxe moslimgroeperingen die bewust vrouwen 
discrimineren, moeten accepteren, omdat we „nieuwe lijm nodig hebben om 
de samenleving bij elkaar te houden”. In naam van de maatschappelijke 
samenhang worden we uitgenodigd om de intolerantie toe te juichen. De 
coëxistentie van kleine, afgesloten gemeenschappen, die ieder hun eigen 
normen volgen, wordt geprezen.

Binnen deze tolerantie ligt verachting besloten, want ze veronderstelt 
dat sommige gemeenschappen de moderne tijd niet aankunnen.
In Italië zijn enkele gemeenten van plan om stranden voor moslimvrouwen 
te reserveren, zodat zij verschoond blijven van de blikken van mannen. 
En binnen twee jaar zou het eerste ’islamitische’ ziekenhuis dat de 
voorschriften van de Koran volgt, in Rotterdam gebouwd kunnen worden. 
Het lijkt of we worden teruggezet in het Zuiden van de Verenigde Staten 
ten tijde van de rassenscheiding – maar deze rassenscheiding wordt door 
de top van Europa’s progressieve krachten ondersteund.

Er is nog een argument tegen het Angelsaksische model van 
multiculturalisme: het werkt niet. De regeringen hebben het zelf 
toegegeven. Niet alleen moet Groot-Brittannië inzien dat het jarenlang 
asiel verleend heeft aan de djihad, met de bekende dramatische gevolgen, 
nu moet het ook nog toegeven dat zijn sociale model gefaald heeft. 
Hoezeer heeft men niet de spot gedreven met het Franse autoritaire 
model, toen de Assemblée Nationale het dragen van hoofdoeken in scholen 
en openbare ruimten per wet verbood?

Ook wij in Frankrijk hebben onze djihadcollaborateurs, zowel onder 
links-radicalen als ter rechterzijde. Naar aanleiding van de 
cartoonrellen waren er parlementsleden die een blasfemie-paragraaf in 
het leven wilden roepen, die ons rechtstreeks in de tijd van het ancién 
regime had teruggezet.
Hoe heeft zich in Europa en Frankrijk de scheiding tussen kerk en staat 
voltrokken? Door de onophoudelijke strijd tegen de aanspraak van de kerk 
om over de geesten te heersen, recalcitranten te bestraffen, 
hervormingen tegen te houden en het individu gevangen te houden in 
berusting en angst. Het was een ongehoord gewelddadige strijd van beide 
kanten, vreselijk, vuig, maar hij had een onbetwistbare vooruitgang tot 
gevolg en maakte het mogelijk om in 1905 de scheiding van kerk en staat 
bij wet in te voeren.

Het Franse model heeft gezegevierd over obscurantisme en 
Bartholomeus-nachten. Dat maakt het superieur. Waarom zouden we zaken 
van de islam tolereren die we van de kerk allang niet meer dulden? De 
laïcité, waarvan de grondbeginselen overigens in het evangelie zijn 
vastgelegd, stoelt op een handjevol eenvoudige principes: vrijheid van 
godsdienst, vreedzame coëxistentie van religies, neutraliteit van de 
openbare ruimte, respect voor de maatschappelijke gedragsregels en ten 
slotte op de door iedereen geaccepteerde zekerheid dat de goddelijke 
wetten niet boven die van de staat staan, maar op een andere manier 
geldig zijn: in de harten van de gelovige, in diens particuliere 
geloofsbeleving.

Volgens de filosofe Hannah Arendt heeft Frankrijk zijn gekoloniseerden 
tegelijkertijd als broeders en onderdanen behandeld. Maar de idee van 
republikeinse assimilatie stelt als voorwaarde dat alle mensen, los van 
ras, geslacht en geloof, dezelfde rechten hebben. Dit ideaal is nog lang 
niet bereikt, het bevindt zich zelfs in crisis, zoals de onlusten in de 
Parijse voorsteden in november 2005 lieten zien. En toch vind ik het een 
veel beter model dan het aanbidden van de diversiteit. Tegen het recht 
op verscheidenheid moet onophoudelijk het recht op gelijkheid bevestigd 
worden: wat ons bindt is sterker dan wat ons scheidt.

De standpunten van Ian Buruma en Timothy Garton Ash liggen op dezelfde 
lijn als die van de Amerikaanse en Britse regering (ook al zijn ze het 
in politiek opzicht oneens). De nederlaag van George W. Bush en Tony 
Blair in hun oorlog tegen het terrorisme valt ook terug te voeren op het 
feit dat ze de militaire strijd de voorrang hebben gegeven boven de 
strijd der ideeën. Het onverbeterlijke gerommel van deze twee 
regeringsleiders, hun mengelmoes van strategische bravoure en naïviteit 
heeft hen verhinderd om de strijd daar te voeren waar het nodig was: op 
het terrein van de interpretatie van de geschriften. De Koude Oorlog 
stond in het teken van een algehele strijd tegen het communisme, waarin 
overtuigingen op elkaar botsten en waarin de culturele strijd, die via 
film, muziek en literatuur werd gevoerd, een grote rol speelde. Vandaag 
moeten we toezien hoe de Britse regering in de kringen van haar 
moslimadviseurs koketteert met het motto: liever fundamentalisme dan 
terrorisme. Daarbij ziet zij over het hoofd dat het een met het ander 
verwant is, en dat de fundamentalistische wurggreep de Europese moslims 
voor altijd van een mogelijke hervorming kan vervreemden. Daarom is het 
engagement met een verlichte Europese islam van wezenlijk belang: Europa 
kan een lichtend voorbeeld worden voor een hervorming van deze 
monotheïstische godsdienst, waarvan je hoopt dat hij op een dag vatbaar 
wordt voor zelfkritiek en gewetensonderzoek – zoals het Tweede 
Vaticaanse Concilie dat voor het katholicisme bewerkstelligd heeft.

De tijd is rijp om onze solidariteit met alle rebellen in de 
islamitische wereld te versterken, met ongelovigen, met andersdenkenden, 
met libertijnen, met bewakers van de vrijheid, zoals we ooit ook de 
dissidenten van Oost-Europa hebben ondersteund. Europa moet deze 
afwijkende stemmen aanmoedig en, hun financiële, morele en politieke 
steun bieden. Een heiliger, ernstiger, en voor de eendracht van 
toekomstige generaties belangrijker opgave bestaat er op dit moment niet.

Is het niet vreemd? Bijna tweeënzestig jaar na de val van het Derde Rijk 
en zestien jaar na de val van de Berlijnse muur heeft een belangrijk 
deel van Europa’s intellectuelen niets beters te doen dan de vrienden 
van de democratie zwart te maken. Ze propageren een light-versie van de 
Verlichting. Ondertussen zijn we nog ver verwijderd van de veel 
dramatischer omstandigheden die de jaren dertig kenmerkten, toen de 
beste koppen zich in naam van ras, klasse of revolutie wierpen in de 
armen van Berlijn of Moskou. Vandaag de dag is het gevaar versnipperd, 
diffuus. Er is geen gelijkenis met het oppermachtige gevaar van het 
Derde Rijk. Zelfs het regime van de mullahs in Teheran is een papieren 
tijger die met een minimale dreiging op de knieën gebracht zou kunnen 
worden. Niettemin hebben de angtspredikers de handen ineengeslagen.

Kant definieerde de Verlichting met het devies: Sapere aude! Durf te 
denken! Een cultuur van de moed, misschien is dat het wat onze denkers 
ontbreekt. Het zijn de symptomen van een vermoeid en door twijfel 
gekweld Europa, dat bij het minste alarm in dekking gaat. Achter de 
kleverige retoriek van de goede mens klinkt een andere toon: die van de 
capitulatie.

Vertaling Andrea Bosman

Pascal Bruckner is filosoof en schrijver te Parijs. Dit is de ingekorte 
versie van een essay dat vorige week verscheen op signandsight.com, een 
opiniërend magazine dat niet-Engelstalige, Europese publicaties vertaalt 
voor een Engelstalig publiek.
"

Wat wil D66?

Huidige kabinet nodigt de moslim vrouwen uit de burka te gaan dragen (in 
de openbare ruimte) en zegt vervolgens dat ze burgers er meer bij wil 
gaan betrekken. Dit wordt een rampkabinet !!

Henk Elegeert

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list