Genocide groengespoeld
Mark Giebels
mark.giebels at GMAIL.COM
Mon Aug 27 21:28:02 CEST 2007
REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl
Steunt de VN de Soedanese regering door de zuiveringsacties in
Z-Soedan en Darfur uit te leggen als een ecologische crisis? Een
schokkend stuk van Linda Polman in de VK afgelopen zaterdag, zie
hieronder. Sowieso, maar zeker als dit waar is, moeten we maar eens
wat minder blind achter de VN aan gaan lopen.
Eerst faalt de VN in Irak en springt vervolgens in om de misdadige
acties van de landen met een B als premier of president achteraf te
legitimeren. En op hetzelfde moment dat de VN de 'coalition of the
willing' probeer te redden, kijkt men weg van Soedan waar op dat
moment een genocide zich voltrekt. En nu die genocide zo'n beetje
klaar is, springt de VN in om het gezicht van de Soedanese regering te
redden.
Ten koste van de Soedanese vluchtelingen, doen we gelukkig nog wat
tegen de gevolgen van de klimaatverandering in Soedan. Met een beetje
geluk levert het ons ook nog wat extra CO2 rechten op... :-(
Groeten,
Mark
----
Genocide groengespoeld
De VN maken bij voorbaat een farce van de vredesmissie naar
Darfur door te
buigen voor het misdadige regime van Soedan. Darfur moet een
VN-protectoraat worden, vindt Linda Polman.
Pakweg twintig Veiligheidsraadresoluties werden door het Soedanese
militaire regime zelfverzekerd terzijde geschoven, voordat het in juli
eindelijk besloot mee te werken aan een vredesmissie voor Darfur.
Nederland overweegt deel te nemen aan de missie. Het wordt de grootste en
duurste VN-operatie ter wereld, maar dat betekent allerminst dat het volk
van Darfur wordt verlost van haar beulen.
Ongeveer twintigduizend blauwhelmen en een vierduizend man groot
internationaal politiekorps zullen zich voegen bij de zesduizend
militairen van de Afrikaanse Unie die er al zijn. De VNoperatie gaat
waarschijnlijk begin 2008 pas van start, maar nu al worden containers vol
jeeps, generatoren en tenten van Port Soedan naar Darfur getrokken en
worden contracten gesloten met toekomstige leveranciers van
water, voedsel
en brandstof voor de vredessoldaten.
Maar het 'Hoofdstuk 7'-mandaat dat de blauwhelmen meekrijgen, geeft hen
niet de bevoegdheid om de macht in Darfur over te nemen.
Bescherming en welzijn van het volk, in en buiten de ontheemdenkampen,
blijven de verantwoordelijkheid van het Soedanese regime, ook als de
VN-soldaten er straks zijn. Voor de manier waarop die
beveiligingstaak zal
worden behartigd mogen we vrezen als we zien wie tot Hoofd Humanitaire
Zaken in Darfur is geslagen: Ahmad Harun, dezelfde die tijdens de
massamoorden in 2003-2004 Darfurs Hoofd Veiligheid was. Onder zijn
aanvoering werden opstandige Darfuri's, hun achterban en iedereen die er
op leek, afgeslacht of weggeterroriseerd.
'Rebellen zijn vissen en de dorpen zijn hun water. Dat water heb ik
weggepompt', glunderde Harun destijds.
De etnische schoonmaak van Darfur is inderdaad zo goed als
voltooid, geeft
ook de VN toe. 'Er worden nu minder dorpen platgebrand, maar eerlijk
gezegd is dat omdat er weinig dorpen over zijn om plat te branden', zei
vorig jaar een VN-vertegenwoordiger al.
Om het volk te redden van zijn belagers komt de VN-missie dus te laat.
Gelukkig voor de blauwhelmen krijgen ze een heel andere opdracht: ze gaan
tegen niemand vechten, maar helpen bij een natuurramp.
In juni, weken voor de aanvaarding van de VN-resolutie, verklaarde
VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon Darfur tot een 'ecolo - gische crisis'
als gevolg van de klimaatverandering.
In een opzienbarend artikel in de Washington Post schreef de
VN-leider het
drama in Darfur toe aan een strijd tussen twee bevolkingsgroepen, de
veehoeders en de landbouwers, over Darfurs weinige water en bebouwbare
land. Als Darfur zich duurzaam economisch ontwikkelt, verdwijnt het
conflict, denkt de VN-leider. Aldus gaan de blauwhelmen met een keur aan
humanitaire organisaties de crisis straks te lijf met 'nieuwe
technologische middelen, zoals genetisch gemanipuleerd graan en
irrigatie-
en wateropslagmethoden', schreef Ban Ki Moon.
Het drama van Darfur natuurwetenschappelijk verklaard en straks
technologisch opgelost. Ingewikkelder analyses dan de zijne zet de
VN-leider in zijn betoog terzijde als 'gerieflijke militaire en politieke
stenotaal'.
Ban Ki Moon komt kennelijk van de maan, weten Soedan-watchers nu
zeker. De
slachtingen in Darfur werden niet gepleegd door boeren en
veehouders, maar
door goed georganiseerde en bewapende milities, betaald door Khartoem.
En ze moordden niet om water, maar om olie, zoals eerder ook op Soedans
andere slagvelden.
In het zuiden en in de Nubaregio werden al honderdduizenden mensen
weggezuiverd door Soedans economisch-politieke elite, die de nationale
natuurlijke rijkdommen met niemand wenst te delen. Klimaatproblemen zijn
in Soedan óók aan de orde, zoals in de hele Sahel en ook bij ons in het
Westen, maar in plaats van ze op te lossen, buit het Soedanese regime ze
genadeloos uit.
Ban Ki Moon plaatst het begin van de 'ecologische crisis' in Darfur
ongeveer twintig jaar geleden in Zuid-Soedan. Dat werd getroffen door
droogte. Er ontstond strijd over water en land en honderdduizenden
inwoners verhongerden of vluchtten. De werkelijkheid die Ban Ki Moon noch
de Veiligheidsraad beschrijft, is dat de droogte van toen slechts een
extra, welkom wapen in de zuiveringscampagne van de overheid
betekende. In
1989 zette de Soedanese regering de aanval op de eigen bevolking in met
als doel de winsten uit de zuidelijke olievelden voor zichzelf te houden.
Lokale machthebbers die wilden meedelen in de verdiensten werden met
achterban en al uit de oliegebieden verjaagd. Bommenwerpers,
gevechtshelikopters, soldaten en milities kwamen eraan te pas. Mannen
werden vermoord, vrouwen en meisjes verkracht en peuters levend in vuren
gesmeten.
Akkers en graanvoorraden werden verbrand, fruitbomen omgehakt,
waterputten
vergiftigd, vee geslacht. Honger en terreur dreef de overlevenden naar
vieze, overbevolkte enclaves, die het regime liet bewaken door dezelfde
soldaten die het volk erheen hadden geschopt en geslagen.
'Vredesdorpen' noemde de regering die gebieden.
Met de grootste en kostbaarste humanitaire reddingsactie van die tijd,
Operation Lifeline Sudan, snelden de VN datzelfde jaar nog toe om te
helpen. Meer dan een decennium lang, iedere dag van de week en
zo'n beetje
elk uur van de dag, wierpen Hercules transportvliegtuigen
voedselhulppakketten af, maar alleen waar en wanneer de
Soedanese regering
daar toestemming voor gaf. Net als nu en straks in Darfur, zijn,
worden of
waren niet de VN, maar is het regime de baas op eigen Soedanees
grondgebied. De VN, aangevoerd door het Wereldvoedselprogramma (WFP), en
ruim veertig andere internationale hulporganisaties, werkten aldus met de
regering samen in een hulpoperatie die nog het meeste leek op de
bedrijfsvoering in een hydrocultuurkas: de tuinder bepaalt welke plantjes
hoeveel druppels mogen door kranen open en dicht te draaien. In 'Weekly
Updates' die de hulporganisaties aan hun donoren stuurden, staan de
'restricties' die ze door het regime kregen opgelegd beschreven: '9 juli
1997 – Toestemming gekregen voor hulpvluchten naar bevolkingscentra, met
uitzondering van Yei, Tali, Maridi, Yirol, Rumbek, Tonj, Warrap en
Kongor.' De Soedanese regering had het die week dan niet nodig gevonden
dat mensen daar aten.
Vele dieptepunten in de geschiedenis van de humanitaire
hulpverlening zijn
het gevolg geweest van de opzet van de megaoperatie.
Toen het regime in 1998 voor de gehele zuidelijke provincie Bahr
el Ghazal
een droppingverbod afkondigde, verhongerden zestigduizend mensen.
De uitnodiging van het WFP rond die tijd aan internationale media om in
Zuid-Soedan te komen kijken naar de gevolgen van 'uitblijvende regen',
waardoor 'ontheemde boeren hun land niet kunnen bebouwen', eind 1997,
wekte slechts hier en daar boosheid.
De toenmalige Britse minister van Ontwikkelingssamenwerking, Clare Short,
bijvoorbeeld, stelde dat de fondsenwervingscampagne waar de VN op
aanstuurde onnodig was. 'Geld is niet het probleem. We geven geld genoeg.
De oorlog en de restricties op voedselhulplevering zijn het probleem.'
De inzamelingsactie kwam er toch en leverde een miljard dollar op. Ook in
Nederland werd vijf - tien miljoen gulden opgehaald.
Ontwikkelingshulpminister Pronk verdubbelde het bedrag.
Het Soedanese regime heeft veel plezier van de hulp aan 'honge - rend
Soedan' gehad. Belangrijke zuidelijke steden, in het bijzonder het
strategisch betekenisvolle Juba, konden in handen van het Soedanese leger
blijven, omdat de soldaten mee-aten van de hulprantsoenen.
Het volk is door Lifeline niet gered.
'Sinds het begin van de oorlog vielen in Zuid-Soedan naar schatting twee
miljoen doden, van wie 1.999,950 burgers, die bezweken aan honger en
ziekte', rapporteerde het U.S. Committee for Refugees na tien jaar oorlog.
'In iedere oorlog zijn soldaten de laatsten die van honger omkomen',
beaamde destijds een liai- son officer van het WFP. 'Het is verdomd
frustrerend.'
In 2003 was Darfur voor zuivering aan de beurt. Waarom,
begrijpen we beter
als we weten dat het regime in 2005 aankondigde dat in Zuid-Darfur olie
was ontdekt.
Toen hadden massamoorden, plat gebombardeerde irrigatiekanalen
en in brand
gestoken oogsten al de grootste vluchtelingenstroom van dat moment ter
wereld veroorzaakt. Inmiddels is eenderde van Darfurs zes
miljoen inwoners
naar kampen gejaagd, waar ze in een verschrikkelijke herhaling van de
geschiedenis worden 'beschermd' door het regime en bevoorraad door
westerse hulporganisaties.
Ook oud nieuws is dat het regime weer mee-eet van de hulp.
Op werkvergunningen, visa, de invoer van hulpgoederen, salarissen van
lokale medewerkers, gebruik van wegen, internet, radio's en
satellietverbindingen, worden 'be - lastingen' geheven.
Stug blijven de VN de drama's verklaren uit onder meer het slechte weer.
'We vechten tegen de elementen', zegt de
VN-vluchtelingenorganisatie Unhcr
in Darfur in haar fondsenwervingsbrochures.
'Het naderende regenseizoen brengt de hulp aan de vluchtelingen
in gevaar,
terwijl in droge tijden het gebrek aan water in de onherbergzame
regio een
grote uitdaging is.' De Unhcr verzuimt niet te vermelden dat het 'ge -
vecht' wordt gevoerd 'in nauwe samenwerking met de Soedanese regering'.
En thans, ten slotte, verklaart de VN-leiding Darfur tot 'ecologische
ramp'.
Het zou trendy en bovendien verleidelijk zijn om in de milieuanalyse mee
te gaan. Na alle stomme, smerige, dooretterende Afrikaanse
oorlogen willen
we uiteraard wel weer eens humanitair kunnen schitteren in een tsunami-
achtig drama, waarin de natuur de oorzaak en ons geld de oplossing is.
Maar tegen veroorzakers van de verschrikkingen in Darfur zijn geen
arrestatiebevelen van de milieupolitie, maar van het Internationaal
Strafhof uitgevaardigd, wegens het begaan van oorlogsmisdaden en misdaden
tegen de menselijkheid.
In juli ontkende het regime nog steeds dat het de moordbrigades in Darfur
steunt en het blijft beweren dat in Darfur 'slechts' ne -
genduizend doden
zijn gevallen.
Tegelijkertijd komen er verontrustende berichten uit Darfur over
buitenlandse 'Arabieren' die in de etnisch geschoonde delen neerstrijken.
In mei en juni alleen al zouden dertigduizend 'Arabieren' vanuit
Tsjaad en
Niger zijn gekomen.
Het regime lijkt de opzettelijk veranderde etnische samenstelling van de
bevolking tot een voldongen feit aan het maken te zijn. De blauwhelmen
kunnen straks terugkeer van de vluchtelingen waarschijnlijk op hun buik
schrijven.
Al 129 kampen zijn er in Darfur en het lijken blijvertjes te worden.
De restanten van de zuivering druppelen er nog binnen –men - sen
bijvoorbeeld die hun kinderen en huisraad in paniek bij elkaar raapten
toen ze naast hun waterputten mededorpelingen vonden wier neuzen en oren
waren afgesneden voordat ze werden doodgeschoten. Een paar nieuw
aangekomen vluchtelingen in het kamp Kalma droeg een kind van tien jaar
oud met zich mee, dat door milities was gecastreerd, maar nog leefde.
Onze inspanningen in Darfur zouden nog even niet gericht moeten zijn op
economische ontwikkeling; die zouden nu toch alleen maar ten goede komen
aan mannen als Ahmad Harun. Druk op het Soedanese regime om Darfur te
verlaten is belangrijker, zodat we van Darfur een VN-protectoraat kunnen
maken. Met minder dan dat, zijn we medeplichtig aan het groenspoelen van
genocide en het witwassen van Afrika's moorddadigste regime.
Linda Polman is journaliste. Binnenkort verschijnt haar nieuwe boek De
crisiskaravaan, over internationale hulp in oorlogsgebieden.
Gelukkig voor de blauwhelmen gaan ze niet vechten, maar 'helpen bij een
natuurramp'
**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********
More information about the D66
mailing list