amendement: verkorte versie van het "manifest"

John Wijsmuller j.wijsmuller at PLANET.NL
Sun Apr 30 00:35:06 CEST 2006


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Maandag 1 mei is de deadline voor het indienen van moties en amendementen voor congres 83.

Wie het de moeite waard vind om onderstaande verkorte versie van het "manifest" als amendement op het congres te laten behandelen, moet zijn naam en lidnummer mailen naar: j.wijsmuller at planet.nl

Ik, John Wijsmuller, zal bij voldoende positieve reacties het amendement indienen bij het landelijk bestuur en vervolgens uw handtekeningen verzamelen.

Groeten, 

John Wijsmuller



amendement voor congres 83 in Zutphen:

vervang de gehele tekst door:

Denken, durven, doen

D66 en de toekomst 

Inhoudsopgave

Inleiding 
1. De wereld globaliseert en de economie verandert. Wat gaan we doen? 
2. De samenleving vergrijst en verkleurt. Wie gaan het doen? 
3. De wereld wil meer, de natuur kent zijn grenzen. Hoe nu verder? 
4. Het is nooit af. 

Inleiding

Onze samenleving gaat sterk veranderen. Globalisering, vergrijzing, verkleuring en veranderingen in het milieu en de energiehuishouding zijn daar de oorzaak van. 

Wij geloven dat die grote bewegingen geen bedreiging vormen, maar juist kansen bieden om een nog veel betere samenleving te bouwen. Dat bouwen gaan wij zélf doen. 

De politiek moet duidelijk maken wat de overheid voor de mensen kan doen om ze daarin te steunen. Soms moet een sterke overheid het voortouw nemen omdat er werken verricht moeten worden die de mensen niet makkelijk zelf kunnen of willen doen. Soms kan solidariteit beter, efficiënter én ook goedkoper via de overheid geregeld worden.

D66 was altijd al het ontmoetingspunt van mensen die verzet aantekenen tegen de heersende politieke cultuur. Een van die antwoorden die wij hebben is democratisering van het bestuur op alle niveaus, met als doel om mensen meer zeggenschap te geven over hun eigen leven. We zullen blijven pleiten voor meer democratie, op lokaal én landelijk niveau. 

Wat wij willen is een overheid die ten dienste staat aan ons doel: te komen tot die meest uitdagende, welvarende en aantrekkelijke samenleving die de aarde kent. Wat wij vooral van de politiek mogen verwachten is een overtuigende visie die schetst hoe wij die samenleving gaan bewerkstelligen.

Dit manifest is bedoeld als de aanzet tot zo'n plan waarin D66 die samenleving van over pakweg dertig jaar tekent en de manier om er te komen uitstippelt. Deelt u die visie met ons dan nodigen wij u uit. Doe met ons mee en help die samenleving te realiseren. 

1. De wereld globaliseert en de economie verandert. Wat gaan we doen?

Met het kleiner worden van de wereld verdwenen grenzen en werden nieuwe verbonden tussen landen gesmeed. We delen munt, markten en besturen met onze buurlanden en straks met hún buurlanden. Wij profiteren van de mogelijkheden die hun markten, werknemers en consumenten bieden en we zullen hen ook van ons laten profiteren. 

Onze ondernemingen grijpen die mogelijkheden en zullen doorgaan met het verhuizen van hun productiecapaciteit naar de nieuwe werelden, ons definitief in het postindustriële tijdperk achterlatend. Over pakweg enige tientallen jaren zullen we heel anders denken over vaste waarden als 'land' of 'natie' dan nu. 

We moeten er voor zorgen dat in het vergrote Europa het Europese bestuur beslist over de zaken die Europa als geheel aangaan, maar dat de mensen in de regio alle instrumenten krijgen om hun samenleving 'om de hoek' naar eigen goeddunken kunnen inrichten. 

In onze wereld van over enkele decennia zal het aantal hoger opgeleiden nog weer hoger zijn. Kortom, terwijl in andere landen goederen en diensten worden geproduceerd, gaan Nederlanders de kennis voortbrengen waarmee die zaken worden gemaakt, en ontwerpen wij hoe de bedrijven en processen eruit moeten zien. 

De kern van onze beroepsbevolking zal bestaan uit een creatieve klasse. Nederlandse kenniswerkers spelen al een hoofdrol in de technologieën en markten van de toekomst, zoals de wereld van de digitale video, computergames en de wereldmarkt voor navigatiesystemen. Of neem Nederlandse banken en verzekeraars die een voortrekkersrol spelen in markten wereldwijd met nieuwe financiële diensten, of de mondiale media waar creatieve producenten en mediaspecialisten met hun vondsten een wereldpubliek vermaken. 

Daarop voortbouwend gaan we zo veel mogelijk mensen stimuleren en helpen om nieuwe kennis en creativiteit te ontwikkelen, nieuwe producten en diensten te bedenken en daarmee nieuwe ondernemingen te bouwen die de wereldmarkten kunnen veroveren. We hebben een onderwijssysteem nodig dat nauw samenwerkt met bedrijven, en dat zo precies weet in welke kansrijke kennisgebieden studenten opgeleid moeten worden. 

Met het verdwijnen van het industriële tijdperk verdwijnen de klassieke verschillen tussen werknemer en werkgever. Niet een lichamelijk handicap of massaontslag, maar achterblijvende kennis en het niet meer kunnen bijbenen van nieuwe technieken zijn de risico's die we lopen. We moeten dus ons leven lang blijven leren, geholpen door faciliteiten waarmee de overheid dat ondersteunt. 

Wie onverhoopt zonder werk en inkomen komt te zitten, kan rekenen op een snelle terugkeer in het onderwijs dat haar of hem weer klaarstoomt voor een volgend project op de arbeidsmarkt. Sociaal-liberalen zijn niet bereid om het individu aan zijn lot over te laten. Daarom garanderen we ook in de samenleving van straks een fatsoenlijk bestaansminimum. 

Nu al kiezen steeds meer mensen ervoor hun kwaliteiten als zelfstandigen op de markt aan te bieden. Verschillen tussen werkgevers en werknemers vervagen. Het dichtgetimmerde arbeidscontract, met zekerheden voor het leven en dat ook nog eens wordt volgehangen met kralen en spiegels uit de poldercao, wordt minder de norm. Ook hier geldt dat de keuzevrijheid van individuen boven alles gaat. Maar voor die mensen die niet in staat zijn om voldoende voor zichzelf op te komen blijft de solidariteit bestaan. 

In al deze ontwikkelingen is het cruciaal dat mensen die minder opleiding hebben genoten op de veel flexibeler arbeidsmarkt in de dienstverlening genoeg werk kunnen vinden. In die welvarende samenleving zal er nog meer behoefte zijn aan winkelpersoneel, verzorgers, kapsters, koks en obers in de horeca, bouwvakkers en werknemers in de entertainmentsector. 

We zullen de mogelijkheden voor mensen om zich op deze manier actief te begeven op de arbeidsmarkt stimuleren door laag betaald werk zo weinig mogelijk te belasten, beperkende regels op te heffen en de armoedeval tussen het bestaansminimum en betaald werk te minimaliseren. 

2. De samenleving vergrijst en verkleurt. Wie gaan het doen?

In 1940 stonden tegenover elke gepensioneerde meer dan vier werkenden. In onze samenleving van straks zal dat nog geen anderhalve werkende per gepensioneerde zijn. Door een uitstekende gezondheidszorg die deze mensen zelf voor een groot deel kunnen financieren praten we hier niet over een hulpbehoevende groep. 

Het betekent bijvoorbeeld nieuwe kansen voor de medische sector, een kennisintensief terrein waar Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven een voorhoederol in zullen spelen. Met de juiste stimulansen kunnen gezondheidszorg, farmacie en medische bedrijven veel hoogwaardige werkgelegenheid scheppen en een groeiende exportsector gaan vormen. 

En ook de dienstverlenende sectoren gaan groeien; er zullen daar meer banen ontstaan. Niet alleen voor zorg in en rond het huis of in de zorginstelling, maar zeker ook voor de horeca, detailhandel, cultuur, entertainment- en toeristische sectoren kunnen nieuwe kansen ontstaan omdat een grote groep consumenten met vrije tijd én geld daarom vraagt. 

In onze samenleving van straks zijn deze ouderen niet afgeschreven. We gaan ervoor zorgen dat ze volop mee kunnen en willen doen, ook op de arbeidsmarkt. Ze kunnen zelfs als ze dat willen langer doorwerken. 

In onze samenleving van straks moeten we het slinkende arbeidspotentieel door de vergrijzing opvangen. Dat kan door participatie van mensen die vroeger altijd meer drempels hadden te overwinnen om mee te kunnen doen. Niet alleen ouderen, maar ook vrouwen of mensen met een andere afkomst. 

Kennis vergaren is de beste manier voor iedereen, ook zij die beginnen met een achterstand, om een volwaardige plek te verwerven in de samenleving. Onderwijs en scholing is daarmee de beste aanjager van integratie. 

De sleutel ligt in de eerste plaats bij de ouders, die we gaan stimuleren mee te doen om het beste uit hun kinderen te halen. Omdat ouders het moeten doen, moet jeugdbeleid, gericht op de jongsten die al een achterstand dreigen op te lopen, altijd ook de ouders erbij betrekken en verantwoordelijk houden. 

Om dat alles mogelijk te maken zal onderwijs en welzijnsbeleid nog meer dan nu de grootste investeringen van de overheid vragen. Het onderwijsaanbod mag niet meer bestaan uit een paar richtingen, die al vroeg gekozen moeten worden en die vaak éénrichtingsstraten blijken te zijn. Een leven lang leren wordt een vanzelfsprekendheid. 

Wie minder goed met het hoofd kan leren, maar wel goed met de handen, krijgt de kans om via praktijkonderwijs zich te scholen voor een kansrijke positie op de arbeidsmarkt, desnoods telkens weer als het nodig is, een werkzaam leven lang. En het hogere onderwijs gaat zonder de last van het ouderwetse gelijkheidsideaal talenten scouten en stimuleren om te excelleren. 

De samenleving die we dan hebben zal iedereen, van jong tot oud, man of vrouw, nieuwkomer of autochtoon van generaties, stimuleren om mee te doen.

3. De wereld wil meer, de natuur kent zijn grenzen. Hoe nu verder?

Oliemaatschappijen zoeken steeds fanatieker naar het zwarte goud, steken er meer geld in, landen beconcurreren elkaar steeds vaker om de aanvoer ervan, maar vroeg of laat komen we erachter: de makkelijke energiebronnen olie en gas zijn gewoon op. En dat geldt niet alleen daarvoor, ook andere grondstoffen worden schaarser. Het zal de stabiliteit op de wereld niet ten goede komen en voor internationale spanningen zorgen. 

Een simpele oplossing is er niet: er zal ook over enkele decennia bijvoorbeeld nog niet één goedkope, alom aanwezige energiebron zijn die de huidige heeft vervangen. Het is een illusie om te denken dat we het energievraagstuk en andere schaarsteproblemen lokaal kunnen oplossen. Dat vergt internationale samenwerking, samen financieren, elkaar delen van projecten gunnen en nationale belangen opzij schuiven. 

Europa moet zijn rol in de nieuwe geopolitieke verhoudingen opeisen, en op een andere manier dan de andere grootmachten dat wellicht zullen (blijven) doen. Bestuurlijke vragen rondom de productie en distributie van energie in Europa worden straks in Brussel opgelost, vragen rondom de relatie met landen om ons heen waar we brandstoffen van betrekken eveneens. De eenwording van Europa lijkt nu te stagneren, maar we kunnen het ons niet veroorloven dat in de wereld van straks Europa verdeeld is, zeker niet over de vraagstukken van energievoorziening en schaarste.

Mobiliteit, de mogelijkheid voor individuen om zich naar wens en behoefte te verplaatsten, is cruciaal in een samenleving die iedereen wil laten meedoen en die de welvaart zo goed mogelijk voor iedereen bereikbaar wil houden. Door de vergrijzing neemt de bevolkingsdruk eerder af dan toe, en zullen we niet meer de groeicijfers van autogebruik en vervoer kennen die we de afgelopen decennia zagen. 

De uitdaging is om niet alleen de auto's, maar ook de verwarmingsketels, de vliegtuigen, de fornuizen en de energiecentrales op andere minder snel uitgeputte bronnen te laten werken. Om die nieuwe energiedragers op een duurzame wijze bij consumenten en bedrijven te krijgen is wel een initiërende en stimulerende rol van de overheid nodig. Die moet de zoektocht en ontwikkeling van nieuwe, duurzame energiedragers, vooral in het eerste deel van het traject waar de wetenschap en onderzoek een hoofdrol spelen, steunen en hier en daar zelfs initiëren. 

De overheid gaat zorgen voor de doorbraak van het klassieke kip-ei probleem, het creëren van voldoende massa om nieuwe technologieën geaccepteerd te krijgen. Particulieren, bedrijven én overheid moeten straks in gezamenlijke inspanning hun steentje hebben bijgedragen aan de oplossingen. 

In onze samenleving van straks moeten we het schaarsteprobleem met elkaar oplossen. En elkaar, dat is meer dan wij Nederlanders hier, dat is met landen en volken vlak bij ons in Europa, en verder weg in een wereld die door de globalisering altijd dichtbij is. 

4. Het is nooit af.

We moeten álle mensen toerusten om volop mee te kunnen doen in die grote wereld, door ze met het beste onderwijssysteem dat er is tot creatieve en kennisrijke mensen te maken, die zelf hun bestaan vorm kunnen geven. 

Zij zullen hun werkzame leven minder dan ooit in fabrieken of op het land doorbrengen, maar besteden aan creatieve activiteiten waarmee ze nieuwe producten en diensten ontwikkelen en verkopen op de wereldmarkten. 

We kunnen dan veel meer dan nu zelf kiezen waar en hoe we willen wonen, werken en recreëren, zeker als we ons best ervoor doen dat natuur en milieu daardoor niet aangetast worden. 

We moeten ervoor zorgen dat zij voor dat alles gebruik kunnen maken van de belangrijkste grondstof voor onze welvaart, energie, zonder dat die nog langer een bedreiging vormt voor klimaat en leefomgeving. 

We willen dat de mensen dan een overheid aantreffen die hen niet in de weg staat, hen niet bevoogdend toespreekt maar die hen bijstaat waar nodig, en daarnaast vooral veel vrijheid en ruimte biedt.

Kortom, een samenleving waar mensen nog beter dan nu zijn toegerust om die meest aantrekkelijke, uitdagende en welvarende gemeenschap te scheppen die ons voor ogen staat. 

Laten we met iedereen die zich hierin herkent een brede sociaal-liberale beweging vormen. 

Een kwestie van denken, durven, doen.



**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list