Rouvoet: ook bij niet-gelovigen is soms sprake van fundamentalisme

Henk Elegeert HmjE at HOME.NL
Thu Nov 24 03:51:05 CET 2005


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Den strijdt tegen den ongelovige blijft maar doorgaan !!

http://www.parlement.com/9291000/modulesf/fyakie4j?key=h5tciku3

"
23 november 2005

Politici die zich tegen religie keren en de verlichting prediken, zijn
vaak net zo 'fundamentalistisch' als zij die zeggen religieus
geïnspireerd te zijn. Dat zei politicus-van-het-jaar 2004 André Rouvoet
i bij de presentatie van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2005.
Het thema van dat jaarboek is 'God in de Nederlandse politiek'.

Rouvoet richtte zijn verwijt met name tot de fractie van D66 en tot
VVD-Kamerlid Hirsi Ali i. Hij stelt dat zij zo overtuigd zijn van hun
eigen gelijk en hun afkeer van religie zo belijden, dat dit tot
intolerantie leidt. Als voorbeeld noemde hij de discussies in de Tweede
Kamer over smalende godslastering en over 'intelligent design' als
tegenhanger van de evolutieleer, waarbij met name bij D66 het respect
voor andersdenkenden ver te zoeken was.

Als christen-politicus wees Rouvoet op het vele goede dat christelijke
politiek heeft gebracht. Wel erkende hij dat zaken ook verkeerd zijn
gegaan en dat evangelische inspiratie tot uiteenlopende keuzes kan
leiden. Ook uit naam van 'verlichting' en atheïsme zijn echter
misstappen gedaan. Dat besef zou voor 'verlichtingsfundamentalisten'
reden voor enige bescheidenheid moeten zijn.

bron: PDC
"

'verlichtingsfundamentalisten' ?


En uit de preek "Geloven in de politiek" (Toespraak André Rouvoet bij de
presentatie van hetJaarboek Parlementaire Geschiedenis 2005, d.d.
dinsdag 22 november 2005) zelf:

http://www.parlement.com/9291000/modules/h5teoj5o
"
...
Het meest sprekend kwam dit Verlichtingsfundamentalisme tot uiting in
dat gênante debatje tijdens het vragenuurtje van 24 mei, over de
opportuniteit van een wetenschappelijk debat over Intelligent Design. Ik
heb dat persoonlijk vanuit het oogpunt van parlementair-democratische
mores en een respectvol met elkaar omgaan als een treurig dieptepunt
ervaren. Woordvoerders van verschillende fracties, onder aanvoering van
D66-woordvoerder Bert Bakker, putten zich met groot enthousiasme (als
het geen germanisme was, zou ik de religieus getinte term ‘begeestering’
gebruiken…) uit in het bedenken van geestige vergelijkingen van het
geloof in een schepping of ontwerp met fakirs en het verhaal van de
ooievaar. En zo kwam bij een aantal democraten de eigen totalitaire
waarheidspretentie (de term is van Von der Dunk) onder het dunne
vernislaagje van tolerantie vandaan. Hier sprak de elite van de ‘umma
der verlichten’ haar geloofsbelijdenis uit en alle simpele zielen die
nog in de duisternis van een eenvoudig geloof in een Schepper wandelen
wisten weer dat ze van de kerk van de Verlichting niet veel meer te
verwachten hebben dan dédain en op z’n best meewarigheid.

Eenzelfde ideologische, bijna religieuze gedrevenheid valt te bespeuren
in de kruistocht van D66, in het bijzonder collega Lousewies van der
Laan, tegen de strafbaarheid van smalende godslastering. Daarover bevat
dit Jaarboek een fraaie uiteenzetting van Job de Ruiter, die na een
schets van de parlementaire geschiedenis van het betreffende artikel
stilstaat bij de commotie die na de moord op Theo van Gogh ontstond over
deze inmiddels dode letter in ons Wetboek van Strafrecht. Vakkundig
fileert hij de argumentatie en de vorig jaar hals-over-kop ingediende
motie van Van der Laan. Mij trof in zijn analyse vooral het feit dat het
gedrag van D66 in deze kwestie opvallend veel kenmerken vertoont van de
omschrijving die Peter Derkx van het fundamentalisme geeft. Vermoedelijk
zou Thijs Wöltgens haar tot de nieuwe jacobijnen rekenen.

De zelfverzekerdheid van het strikt seculiere wereldbeeld is de
zelfverzekerdheid van de aanhangers van het ptolemeïsche wereldbeeld
vóór Galilei. En de bezorgdheid van velen over de kanteling in
verhouding religie/geloof en levenspraxis/politiek moet vergelijkbaar
zijn met de bezorgdheid van de Newtoniaanse natuurwetenschappers over de
publicaties van Albert Einstein, die het gangbare paradigma bedreigden.
“En toch is de aarde plat”, monkelen de kinderen der Verlichting. Thomas
Kuhn, de founding father van de paradigmatheorie in de wetenschapsleer,
zou erom moeten glimlachen… Lynn Margulis, hoogleraar biologie aan de
Universiteit van Massachusetts, schreef dat de geschiedenis uiteindelijk
het neodarwinistisch evolutiegeloof zal beoordelen als “een kleine
20e-eeuwse sekte binnen de uitzwermende religieuze overtuiging van de
Angelsaksische biologie.” Ik bedoel maar…

Ik realiseer mij dat ik mijn pijlen vooral op D66-ers lijk te richten.
Nu geven zij daar natuurlijk ook wel aanleiding toe, gezien hun
anti-religieuze agenda en hun fanatieke strijd om geloof en religie
buiten de politiek te houden. Nadat ik D66 vorige week in een interview
om deze reden ‘gevaarlijk’ had genoemd, schreef Lousewies van der Laan
op haar weblog dat ze dat eigenlijk vooral als een compliment beschouwt.
Als een ware missionaris van het Verlichtingsgeloof schrijft ze
vervolgens, onder verwijzing naar het ID-debat: “als er een conflict is
tussen de wetenschap en het geloof, dan moeten we het geloof verlichten
en niet de wetenschap verduisteren.”

...

Misschien mag ik het tegen de Von der Dunks, Cliteurs, Bakkers,
Wildersen, Van der Laans en Hirsi Alis van deze wereld zeggen met de
woorden van Gandhi: “wie religie en politiek van elkaar wil scheiden,
heeft van beide niets begrepen”.
"

Die Andre toch, Gandhi had het zonder zijn religie niet eens gered. Het
vormde zijn 'bescherm engel', hij begrijpt er dus niets van.

http://www.sscnet.ucla.edu/southasia/History/Gandhi/HeRam_gandhi.html
"
..

It is understandable that Gandhi’s detractors should think of his last
words as a fabrication: a hagiography was in the making, and nothing is
likely to make a hagiographic representation more influential than have
the subject of that portrait die what is at once a pious, dramatic, and
heroic death, one in conformity with the subject’s own idea of a
desirable death. Nathuram Godse’s speech in his own defence at his trial
would stress what the assassin alleged to be Gandhi’s appeasement of the
Muslims, and his unforgivable betrayal of the Hindus; and it could
scarcely serve the assassin’s purpose if Gandhi had died in the manner
of a Hindu bhakta, with the name of Ram on his lips. On the other hand,
among his critics on the left, Gandhi’s practice of Ramanama, his
invocation of the name of Ram and similarly of the concept of "Ram
Rajya", was construed as a sign, if not of his partiality towards the
Hindu faith, at least of political naivete. Gandhi was sometimes said to
have alienated the Muslims by the evident display of his adherence to
Hinduism and particularly Hindu symbols, though his critics were willing
to concede that Gandhi had a rather expansive conception of his faith.
That Gandhi’s "Ram Rajya" had no necessary reference to any historical
Ram, or to the kingdom over which the Ram of the Ramayana is said to
have presided, is a point that his secular critics appear not to have
fully understood. As he was to write shortly before his death,
"Sometimes we tread a dangerous path in believing that Rama and Krishna
were historical entities and we are compelled to take recourse to all
manner of arguments to prove that" (CWMG 88:148).

To the advocates of secularism, Gandhi would have insisted that,
whatever the course adopted in the modern West, the separation of
religion and politics could not be countenanced in India; in the words
of the concluding chapter of his autobiography, the "devotion to Truth"
was bound to draw a person into the "field of politics", and yet "those
who say that religion has nothing to do with politics do not know what
religion means" (20). When Gandhi uttered the words "He Ram", he was
doubtless true to himself; but, politically speaking, he managed to
confound, as he does so down to the present day, both the Hindu
militants who falsely declared him a traitor to his faith and so showed
only their own miserable conception of Hinduism, as well as the
secularists whose conception of both religion and politics is much too
narrow to accommodate the creative ecumenism of true dissenters like Gandhi.
"

Rouvoet wenst opheffing van de scheiding van kerk en Staat?
Dat god hem (Rouvoet) zelf maar bestraft, ik heb er geen zin in. :)

Henk Elegeert

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list