Goeie jongen deed geen vlieg kwaad

Lenny Bruce lennybruce235 at HOTMAIL.COM
Mon Jan 31 09:06:18 CET 2005


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Ja die Hirsi is me d'r een...
Maar dit gaat over Mohammed B.

dinsdag 17 juni 1997

B. moet op het politiebureau verschijnen. Een man die eerder in de
Opdijkstraat van zijn portemonnee is beroofd, heeft hem als dader
aangewezen. Ze komen uit dezelfde buurt. Het slachtoffer trekt de aangifte
in als B. zijn excuses aanbiedt. Het is de eerste keer dat hij bij de
politie wordt geregistreerd. B. is dan 14 jaar.



vrijdag 6 februari 1998

Een groepje jongens maakt 's avonds amok in jeugdcentrum Atlas aan de Robert
Fruinlaan. B. doet er ook aan mee. Hij is inmiddels 15 geworden.


zaterdag 7 maart 1998

B. duikt tegen zeven uur 's avonds met een metgezel op bij een supermarkt op
het Osdorpplein. Hij wil een man beroven en bedreigt hem met een vuurwapen.
De man doet aangifte.



dinsdag 14 april 1998


B. scheurt met een onverzekerde bromfiets bij de hoek Tussenmeer - Hoekenes
tegen een auto aan. De bestuurder raakt licht gewond. Er wordt proces
verbaal opgemaakt. Daar blijft het bij.




vrijdag 5 juni 1998


De kinderrechter in Amsterdam legt B. voor de beroving op 7 maart een
leerproject van 25 uur op. Dat betekent doorgaans een cursus in sociale
vaardigheid, omgaan met emoties en empathie voor een slachtoffer.




maandag 22 juni 1998


Tegen zes uur 's morgens is B. in de Ekingenstraat bezig kranten te
bezorgen. Surveillerende agenten vertrouwen het niet, omdat in die periode
veel brommers worden gestolen. B. blijkt onverzekerd op een brommer te
rijden en kan ook niet aantonen dat die van hem is. ''Voor 300 gulden
gekocht van een Marokkaanse jongen,'' zegt hij. B. gaat ermee akkoord dat de
brommer in beslag wordt genomen.




woensdag 28 oktober 1998


B. is 16 jaar. Tegen vijf uur 's avonds staat hij met een groep van ruim
dertig jongeren bij een supermarkt op het Dijkgraafplein tegen de ramen te
bonken. Ze schreeuwen en schelden en vallen klanten lastig. De gealarmeerde
politie verschijnt met ruim tien mensen. De agenten pakken een paar
verdachten op. Andere jongens proberen hen uit de auto te bevrijden. Dat
mislukt, maar als de auto op weg is naar het bureau beginnen achtergebleven
jongens de winkel te plunderen. B. is één van hen. Het personeel is zo bang
dat het de winkel sluit.




woensdag 24 februari 1999


Burgemeester Patijn zou op bezoek komen bij buurthuis De Aker aan de
Noorderakerweg. Er ontstaat aan het begin van de middag tumult als hij
verhinderd blijkt te zijn. De jongeren keren zich tegen de jeugdwerkers. Eén
van hen krijgt een paar rake klappen, terwijl een groepje eromheen gaat
staan om hulp te verhinderen. Uiteindelijk lukt het toch de jeugdsoos te
ontruimen. Eenmaal buiten beginnen de jongeren met kapot geslagen flessen te
gooien. Ook spuiten ze een brandblusser leeg in het voorportaaltje. B. is
één van de twee hoofdverdachten. De buurtregisseur vindt dat B. en de ander
(ook 16) moeten worden aangehouden. De zorginstantie die is betrokken bij de
jeugd in dit gebied, denkt daar anders over. Ze wil dat de politiemensen
'met een goede tolk gaan praten met de ouders'.




vrijdag 5 maart 1999


Voor het Dijkgraafplein geldt inmiddels een samenscholingsverbod. Om elf uur
's morgens wordt de politie gewaarschuwd dat een grote groep jongeren
overlast veroorzaakt. Als ze ter plaatse is, groeit het aantal jongeren in
hoog tempo uit tot rond de 45. Het is de tijd dat ze elkaar met mobieltjes
in de hele stad alarmeren als er ergens 'iets aan de hand' is. De politie
kent inmiddels velen van de groep die hier telkens voor problemen zorgt en
noteert de namen: de lijst telt er 43. B. is één van hen.




woensdag 10 maart 1999


De politie krijgt tegen half acht 's avonds een telefoontje van een
supermarkt aan het Dijkgraafplein. B. heeft er een winkelverbod gekregen,
maar houdt zich toch - uitdagend - op in de zaak. De jongen zegt van geen
verbod te weten. Er wordt proces verbaal opgemaakt en B. gaat weg.




woensdag 31 maart 1999


In de namiddag wordt een man op het Dijkgraafplein, vlakbij de supermarkt,
bedreigd met een vuurwapen. Hij weet te ontkomen. Een bewaker heeft het
gezien en de politie gebeld. De agenten zien op het plein vijf jongens
rondhangen, onder wie B. Later op de dag wordt B. herkend als één van
degenen die bij de bedreiging aanwezig was. Hij wordt op het bureau
verhoord, maar de politie moet hem weer laten gaan.

rijdag 2 april 1999


De agenten, in burger en buiten diensttijd, worden meteen herkend wanneer
zij om kwart over zes 's avonds bij het Dijkgraafplein achterin tram 1
stappen. Een groepje jongens roept 'fuck the police' en 'alle politie van
Meer en Vaart zijn sukkels'. Eén van hen is B. Op station Lelylaan lopen hij
en vijf andere jongens achter de agenten aan, de roltrap op. Eén drukt op de
alarmknop wanneer de agenten halverwege zijn. Er klinkt luid gelach.

De agenten en de jongens wachten op het perron boven op de metro. B. begint
te zieken over de aanhouding een paar dagen eerder: ''Ik heb een bom geplakt
onder het bed van de cel.'' Waarop één van de andere jongens zegt: ''Je moet
gewoon een handgranaat in het politiebureau gooien, dan zijn ze allemaal
weg.'' In de metro beginnen de jongens te schoppen tegen de deur en proberen
ze het mobieltje van één van de agenten te pakken. B. zeurt verder. Bij
station Sneevlietweg trappen ze buiten tegen de metro. De bestuurder komt op
de agenten af. Iemand heeft aan de noodrem getrokken. B. en de andere
jongens staan dan al bovenaan de stationstrap en steken hun middelvinger
omhoog.




Zaterdag 5 juni 1999


Een winkelier aan het Dijkgraafplein ziet 's middags om drie uur hoe een
jongen een fles drank wegneemt. Als hij hem daarop aanspreekt, krijgt hij
een scheldkanonnade over zich heen. ''Jij komt aan de beurt,'' roept hij
ook. De jongen wordt vergezeld door B. Over hem gaan inmiddels wat gunstiger
verhalen rond, sinds hij is opgenomen in het team Beware Watchout waarmee de
politie ontspoorde jongeren inzet om juist de orde te handhaven. Het tweetal
verdwijnt. Wanneer de winkelier 's avonds naar huis gaat, gooit iemand
achter de bosjes een steen. De winkelier wordt niet geraakt, maar de steen
is net te veel voor hem. Hij kan het niet meer aan en blijft ziek thuis. Het
politierapport: ''Het duizelt hem voor de ogen als hij aan Marokkaanse
jongens denkt.'' De winkelier zegt later tegen de agenten dat er nu nog veel
meer wordt gestolen in de zaak. ''Maar de personeelsleden zijn zo bang dat
ze het liever niet zien.''




dinsdag 7 september 1999


Twee meisjes van zeventien jaar worden samen met een broer van één van hen
en nog twee andere jongens om zeven uur 's avonds bij de Akerwateringstraat
ingesloten door twee groepen jongens. B. roept tegen de broer: ''Je bent
gearresteerd en moet meekomen.'' Samen met een paar kornuiten voert B. de
jongen af naar een parkeerplaats. Het andere groepje dwingt de twee andere
jongens mee te gaan. De ongeveer tien achtergebleven jongeren belagen de
meisjes en proberen hen de bosjes in te trekken. In de worsteling weten ze
zich los te trekken en weg te rennen. Eén van hen wordt daarbij geschopt. Op
de vlucht zien ze hoe één van hun vrienden op de parkeerplaats een kopstoot
krijgt. Ook die weet daarna toch te ontkomen, evenals de twee andere
jongens. De meisjes doen aangifte. B. - intussen 17 geworden - wordt de
volgende ochtend van zijn bed gelicht. Hij ontkent. De politie heeft geen
bewijzen en justitie seponeert de zaak.




zaterdag 18 september 1999


De bewaker van een supermarkt op het Dijkgraafplein belt even na half vijf
de politie wanneer hij hoort dat een groepje jongeren zijn autoruit heeft
ingegooid. Hij heeft al herhaaldelijk lastige jongens de winkel uitgezet en
dat heeft hem hun gram opgeleverd. Zij bedreigen hem, schelden hem uit en
sinds zij hebben ontdekt welke auto van hem is, moet die het ook ontgelden.
Een meisje meldt zich bij de agenten en zegt dat zij een paar jongens heeft
zien wegrennen. Eén van hen is B. Terwijl de agenten met haar in gesprek
zijn, komen B. en de andere jongens weer langs. Ze blijven dralen en kijken
het meisje dreigend aan. Ze wordt bang. De bewaker gaat helemaal over de
rooie en dreigt huilend dat hij 'de eerste de beste Marokkaan' zal
aanvallen. Uit voorzorg nemen de agenten hem mee naar het bureau.




woensdag 27 oktober 1999


Gealarmeerde agenten houden rond zeven uur 's avonds een jongen staande,
nadat jongeren bij het Dijkgraafplein stenen hebben gegooid tegen een tram.
Een paar jongens rennen weg en komen even later terug met bijna twintig
anderen. De politiemensen herkennen veel leden van een bekende hanggroep uit
de buurt. Met steun van de groep proberen enkele jongeren hun aangehouden
kameraad te ontzetten. Eén van hen is B. De politie weet de aanval af te
slaan. ''Dit is de tweede keer in twee weken dat de hele groep zich tijdens
een aanhouding tegen de politie keert,'' meldt het proces verbaal. ''De
groep stelde zich agressief op en eiste dat wij Z. lieten gaan.'' Het blijft
tot elf uur onrustig in de buurt.

zaterdag 30 oktober 1999


Om één uur 's nachts wordt B. aangehouden in de Korte Leidsedwarsstraat. Hij
blijkt een busje traangas bij zich te hebben. Dat staat te boek als wapen en
wordt hem afgenomen.




donderdag 9 december 1999


De kinderrechter geeft B. een boete van 250 gulden voor het bezit van het
busje traangas.




donderdag 23 december 1999


B. raakt 's avonds bij het Dijkgraafplein met enkele andere jongens
betrokken bij een vechtpartij. Het slachtoffer doet aangifte van
mishandeling.

Zaterdag 1 januari 2000


B. wordt betrapt als hij 's avonds in de buurt van het Dijkgraafplein een
auto openbreekt.




zondag 9 januari 2000


B. stapt met een tiental andere jongeren nachtbus 73 uit en loopt naar het
Dijkgraafplein. Een groepje surveillerende agenten heeft hen zien aankomen
en neemt daarop een andere route 'omdat een confrontatie gevreesd' wordt.
Even later blijkt de groep een man van zijn fiets te hebben getrapt. De
enkel van het slachtoffer is finaal doormidden en hij moet een jaar
revalideren. Als de politiemensen hem en zijn metgezel vinden, zijn de
jongens al weggerend naar de Osdorperban. Ze blijken te zijn gefilmd door de
video in de bus. Ook B. staat op de band en wordt door het slachtoffer als
één van de belagers herkend. Justitie oordeelt in september dat jaar dat er
onvoldoende bewijs is.




woensdag 12 januari 2000


De politie is inmiddels begonnen hangjongeren extra in de gaten te houden.
Tijdens zo'n observatie wordt na klachten over overlast tegen negen uur 's
avonds in een portiek een groepje jongens aangetroffen. Ze worden gesommeerd
zich te verspreiden. B. is één van hen.




dinsdag 18 januari 2000


Een man wordt 's morgens om elf uur beroofd op de kruising
Amstelveenseweg/Koninginneweg, terwijl één van de drie overvallers hem
bedreigt met een vuurwapen. Hij herkent B. als één van de daders. De zaak
zal in september dat jaar geseponeerd worden omdat er geen getuigen zijn.

donderdag 20 januari 2000


Aan het eind van de middag komen uit de omgeving van het Dijkgraafplein
klachten over overlast. De politie gaat er heen en sommeert een groepje
jongeren zich te verspreiden. Ze gaan. Eén van hen is B.




vrijdag 11 februari 2000


Een winkelier op Tussenmeer waarschuwt surveillerende agenten dat hij is
bestolen door een jongen die net de zaak is uitgelopen. De jongen wordt
aangehouden en door collega's afgevoerd. Terwijl de agenten nog wat
napraten, gaat er opeens een ruit van een etalage aan diggelen. De agenten
zien twee jongens wegrennen en houden één van hen aan. Het is B. Op dat
moment komt de andere jongen teruglopen. Beiden zitten onder het bloed, naar
eigen zeggen doordat ze tijdens een worsteling door de ruit zijn gevallen.
Opeens verschijnt een groep van veertig jongeren die B. en de andere
verdachte weet te ontzetten. De agenten worden belaagd, weten tot drie keer
toe de arrestanten weer te pakken, maar worden zo bedreigd dat ze hen toch
moeten laten gaan. Met hulp van opgeroepen versterking worden B. en zijn
compaan tenslotte toch vastgenomen. Later mogen ze weer gaan. Er gebeurt
verder niets.




donderdag 17 februari 2000


B. wordt opgepakt voor een inbraak in een woning in de politieregio
Noord-Holland Noord. De zaak wordt overgedragen aan Amsterdam.




dinsdag 22 februari 2000


B. wordt om negen uur 's avonds in Meer en Vaart bij een controle
aangehouden. Hij rijdt op een gestolen bromfiets, waarvan het framenummer is
veranderd. Hij wordt verhoord op het bureau en zegt de brommer van een
onbekende te hebben gekocht. De bromfiets wordt ingenomen.




maandag 6 maart 2000


B. gaat zo door het lint als hij tegen half acht 's morgens bij Meer en
Vaart politiemensen tegenkomt, dat hij zich niet alleen beperkt tot schelden
maar één van hen ook bedreigt. Hij weet niet dat dit een commissaris is, die
het er niet bij laat zitten. B. wordt aangehouden.




donderdag 9 maart 2000


De voorlopige hechtenis van B. wordt geschorst. Eén van de voorwaarden is
dat hij zich niet in groepsverband mag ophouden op Dijkgraafplein,
Tussenmeer en Osdorpplein.




donderdag 16 maart 2000


Om half elf 's avonds gaan twee politiemensen naar de Sloterplas achter de
flats van Ruimzicht. Een grote groep Marokkaanse jongeren is daar bezig met
veel kabaal, eten en drank feest te vieren. B. is er ook bij. De agenten
vragen of ze het wat rustiger aan willen doen. De jongens zijn in een goede
stemming.




zaterdag 18 maart 2000


Surveillerende agenten zien B. 's middags om half vier in een groepje
rondlopen op het Dijkgraafplein, ondanks het verbod. Ze maken proces verbaal
op en geven dat door aan het tienerteam van de politie.


donderdag 23 maart 2000


Tegen elf uur 's avonds loopt B. niet alleen opnieuw in een groep op
Tussenmeer, maar begint hij samen met een ander ook surveillerende agenten
hevig uit te schelden. ''We maken jullie dood, kankersmerissen. Kom maar
op.'' Het is intussen al de vierde keer sinds 9 maart dat politiemensen
constateren dat B. het verbod daar te zijn, overtreedt. In overleg met
justitie wordt een paar dagen later beslist dat het nu welletjes is.




maandag 27 maart 2000


B. wordt 's morgens vroeg om zeven uur thuis opgepakt. Hij moet mee naar het
politiebureau en naar de officier van justitie. Over de uitkomst is niets te
vinden.




maandag 10 april 2000


De politie belt om zes uur 's morgens opnieuw aan bij het ouderlijk huis van
B. om hem aan te houden. Hij wordt gezocht voor een inbraak in een woning in
de omgeving van Alkmaar. Het zal nog bijna twee jaar duren voor hij hiervoor
bij de rechter moet komen.




zondag 18 juni 2000


Tegen twee uur 's morgens ontstaat er een hevige vechtpartij in de
Leidsestraat. De gewaarschuwde politie herkent B. als één van de vechtenden.
Zonder proces verbaal gaan de jongeren weer weg.




dinsdag 20 juni 2000


B. maakt met een groepje vrienden amok bij een uitstapje naar Zandvoort. Hij
wordt opgepakt voor verstoring van de openbare orde.

dinsdag 27 juni 2000


B. staat met nog drie jongens tegen een boxdeur van een flat in de
Akerwateringstraat te trappen. Het is zeven uur 's avonds. Even later duikt
hij weer met een grote groep jongeren op bij een supermarkt op het
Dijkgraafplein, waar hij helemaal niet mag zijn. De politie laat het maar
zo, omdat er verder niets gebeurt.




vrijdag 7 juli 2000


Een groepje jongeren raakt buiten aangeschoten van de drank die ze in een
winkel in de Akerwateringstraat hebben gekocht. B. is één van hen. De sfeer
is dreigend. De winkelier heeft dit inmiddels te vaak naar zijn zin
meegemaakt en besluit te stoppen met de verkoop van drank.




donderdag 13 juli 2000


De kinderrechter in Amsterdam veroordeelt B. tot achttien dagen
jeugddetentie, waarvan zeven voorwaardelijk, voor zijn aanval op een
politiecommissaris op 6 maart. Hij wordt vrijgesproken voor de mishandeling
op 23 december, maar krijgt nog wel een 'leerproject' van 50 uur: hij mag
dus weer op cursus om te schaven aan zijn gedrag.




dinsdag 1 augustus 2000


Van het pleintje Monte Viso komen om half vijf 's middags klachten over
kabaal en overlast. B. is er met een groep zichtbaar aan de drank gegaan.
Het is net buiten het gebied waar intussen een alcoholverbod is ingesteld.
B. is intussen 18 jaar geworden. Dat betekent dat hij voor de wet
meerderjarig is geworden. Jeugdzorg bergt zijn dikke dossier op. B. valt nu
voortaan onder de reclassering, maar die weet niet dat ze een nieuwe klant
kunnen verwachten. Er wordt niets overgedragen.




donderdag 24 augustus 2000


Bij een vechtpartij op Akersingel wordt om acht uur 's avonds een meisje in
elkaar geslagen. Ze herkent B. en nog zes jongens als de daders, maar ze
raakt nog meer van streek als die haar intimideren wanneer de politie er bij
is gekomen. Ze durft geen aanklacht in te dienen.




woensdag 6 september 2000


De auto waarin B. en enkele kornuiten zich om half één 's nachts in de buurt
van het Dijkgraafplein hebben genesteld, is niet van hen. Maar het portier
stond open, zeggen ze. De politie, die het groepje al eerder op de avond is
tegengekomen, probeert het luchtig. Ze moeten toch maar niet in die auto
blijven zitten, want dat is zo zielig voor de invalide eigenaar. Het werkt:
B. en de anderen stappen uit en stellen zich tevreden met het zitje dat ze
vlakbij op de stoep hebben gemaakt met een bank en andere restanten uit het
grof vuil.




donderdag 7 september 2000


Hoewel ze de surveillancewagen vlakbij heel goed zien, gaat een groepje
jongeren bij de videotheek Sloterplas om negen uur 's avonds onverstoorbaar
door met rottigheid. Ze trappen keer op keer tegen winkelpuien, schreeuwen
en houden onderling 'kleine' gevechten. Om de haverklap zien de agenten één
van de jongens naar binnen gaan, die er dan een minuutje of twee later weer
uitkomt. Ze besluiten naar binnen te gaan. B. staat tegen de toonbank
geleund en drinkt een blikje Bacardi Cola. De eigenaar ontkent dat hij
sterke drank verkoopt. De agenten gaan weer, met de groep achter zich aan.
Een stukje verderop houden ze een jongen aan die een verkeersovertreding
begaat. De jongeren, die allemaal naar de drank stinken, worden agressief.
Als ze verder trekken naar het Dijkgraafplein gaan ook de politiemensen weg.
Hun dienst zit erop.




zondag 10 september 2000


Twee meisjes worden tegen zes uur 's morgens in nachtbus 73 lastig gevallen
door een groepje jongens. B. zit daar ook bij. Op een gegeven moment vallen
er ook klappen en voelen ze zich erg bedreigd. De buschauffeur houdt de
deuren gesloten als de jongens zich uit de voeten willen maken, nadat ze
merken dat de politie is gewaarschuwd, maar ze weten zelf de deur open te
krijgen. De meisjes wonen in de buurt van B. en zijn bang voor wraak. Ze
durven geen aangifte te doen.




maandag 18 september 2000


Een vrouw wordt tegen half twaalf 's avonds door een groepje jongens beroofd
in een avondwinkel op de Overtoom. Alles is vastgelegd op de video: B. komt
daaruit tevoorschijn als hoofdverdachte. De zaak wordt doorgegeven aan
justitie. Bijna anderhalf jaar later zal de zaak voor de politierechter
komen.




woensdag 20 september 2000


Een voorbijganger ziet hoe iemand bij het WTC een ruit inslaat van een
Duitse auto en er vervolgens een tas uit grist. De politie, snel ter
plaatse, ziet B. wegrennen. Ze houden hem aan. B. heeft een fotocamera bij
zich die uit de auto is gestolen. Op maandag 2 oktober staat hij al voor de
politierechter. Die spreekt hem vrij.




zondag 8 oktober 2000


B. wordt om half één 's nachts op het Leidseplein aangehouden met een blikje
bier. Het is hier verboden op straat te drinken. B. verzet zich als de
politie hem hierop aanspreekt. Het levert hem wegens 'wederspannigheid' een
boete op van 226 euro.




woensdag 18 oktober 2000


B. wordt 's avonds na ongeregeldheden vastgehouden op het bureau Meer en
Vaart. Met de rits van zijn jasje krast hij teksten op de muur, waaronder:
''Weet wat je zecht maar zech nooit wat je weet.'' Agenten nemen hem zijn
jasje af, waarop hij woedend tegen één van hen roept: ''Hier in het bureau
durf je wel, hè. Wacht maar, ik weet je wel te vinden. Ik ken je wel, uit de
buurt.'' De agent woont inderdaad bij B. in de buurt en voelt zich bedreigd.




zaterdag 11 november 2000


De beveiligingsbeambte van een supermarkt op het Osdorpplein heeft het
helemaal gehad wanneer B. en nog een paar jongens 's avond om half zeven
tegen hem beginnen te schelden. Vooral B. is vaak agressief, zegt hij tegen
surveillerende agenten. ''Ik ga hier weg, ik kan het niet meer aan.'' De
bewaker neemt ontslag.




dinsdag 5 december 2000


De eigenaar van een eetgelegenheid op het Osdorpplein klaagt bij de politie
dat hij al weken last heeft van een groepje jongeren. Ze breken de gokkast
open, bedreigen het personeel en intimideren klanten. Hij noemt B. als de
belangrijkste dader. Als hem later wordt uitgelegd wat de gevolgen van een
aangifte kunnen zijn, trekt hij zich terug. De man is bang voor wraakacties.




donderdag 1 februari 2001


B. wordt 's middags met een paar vrienden aangehouden bij een
verkeerscontrole. De auto waarin ze rijden, is niet verzekerd.




vrijdag 2 februari 2001


B. wordt 's morgens op het politiebureau verhoord nadat hij de avond
daarvoor met twee vrienden, flink aangeschoten, mensen op straat had lastig
gevallen. Zelfs de ME moest eraan te pas komen om hem tot bedaren te
brengen. ''Ik kan mij daar niets van herinneren,'' verklaart hij. B. zegt
dat de politie hem altijd moet hebben, terwijl hij zijn best doet. ''Ik heb
sinds een paar weken werk. Ik wil teruggaan naar school.'' Later die dag
zien agenten, hoe de inmiddels weer vrijgelaten B. met een andere jongen
voorbijgangers intimideert bij winkels op het Osdorpplein.




vrijdag 9 februari 2001


De politie wordt gealarmeerd dat bij buurthuis Aker een jongen een
Marokkaanse man in elkaar slaat. De dader wordt later herkend als een zekere
A., lid van een beruchte familie in West met een groot aantal broers en een
vader die allen met een waslijst in de politiecomputer staan vermeld. B. is
bij de molestatie aanwezig. Volgens hem gaat het om een wraakactie. Het
slachtoffer is getuige in een overvalzaak waarbij een jonger broertje van A.
is betrokken. B. wil verder niets zeggen.




donderdag 1 maart 2001


Een buschauffeur knippert tegen vijf uur 's morgens met zijn lichten, ten
teken dat hij zich bedreigd voelt. De politie wordt, eenmaal in de bus,
onthaald op hoongelach van enkele jongeren. B. hoont mee.




dinsdag 6 maart 2001


Een jongen die voorheen veel optrok met de hangploeg Dijkgraafplein, maar
zich daar al twee jaar van heeft losgemaakt, wordt 's avonds om acht uur bij
de Sloterplas geslagen en bedreigd. Zijn belager is B. Die eist ook geld. B.
wordt omringd door jongeren die door de politie worden gezien als 'jonge
aanwas' die al een tijdje om hem heen cirkelt. Het slachtoffer zegt later
tegen de politie dat B. hem twee weken eerder op het Osdorpplein met een mes
heeft bedreigd. Hij zou hem 'dood maken' als hij geen geld zou afdragen. Een
videopname van een winkel toont de bedreiging, maar het gezicht van de dader
is niet goed te zien vanwege een witte capuchon. Het slachtoffer doet toch
aangifte, maar de zaak krijgt geen vervolg.




zondag 11 maart 2001


Twee Duitse jongens raken rond vier uur 's morgens op het Leidseplein
betrokken bij een vechtpartij met een groepje jongeren. Eén van de toeristen
wordt met een mes bovenin zijn linkerschouder gestoken. Portiers grijpen in
en weten erger te voorkomen. B. is één van de belagers en trapt en slaat
wild om zich heen wanneer de politie arriveert. Hij bloedt aan hand en
wenkbrauwen, en stinkt naar de drank. Samen met zes andere verdachten wordt
hij overgebracht naar het bureau. Het mes is niet meer te vinden. B. wordt
opgepakt voor openbare dronkenschap.




vrijdag 23 maart 2001


''Ik ben nooit veroordeeld,'' roept B. wanneer hij op het bureau wordt
verhoord, nadat hij de avond daarvoor bij het Dijkgraafplein betrokken is
geraakt bij een vechtpartij waarbij iemand in elkaar is geslagen. Hij kan
zich niet herinneren dat hij na zijn aanhouding op het bureau heeft
geroepen: ''Ik vecht met wie ik wil en wanneer ik wil.'' Zijn betaalde werk
heeft hij niet meer. ''Ik ben ermee gestopt omdat ik het te zwaar vond.'' B.
wordt heengezonden door de officier van justitie als het slachtoffer geen
aangifte durft te doen.




donderdag 10 mei 2001


Twee jongeren spreken op de Cornelis Lelylaan een jongen aan met de vraag of
hij sigaretten heeft. De jongen reageert niet, waarop nog zo'n zeven jongens
uit de stationshal vlakbij komen aanlopen. Eén van de belagers pakt een mes
en steekt naar de jongen, die net kan voorkomen dat hij wordt geraakt. Er
zit wel een gat in zijn trui. Andere jongens pakken hem vast en terwijl één
van hen nog een keer een stekende beweging maakt, beroven ze hem. B. is één
van de drie verdachten die op aanwijzing van het slachtoffer worden
aangehouden.




zondag 13 mei 2001


B. gaat met een groepje vrienden met de trein naar Zandvoort. De politie
klaagt al vaker dat jongeren die uit Amsterdam-West blijken te komen, de
boel op stelten zetten in de badplaats. Deze keer weer, waarbij ook nog
iemand wordt beroofd. Op de terugreis 's avonds trekt B. op een gegeven
moment zijn broek naar beneden en vervolgens ook zijn boxershort: wit met
rode hartjes erop. Vervolgens gaat hij bij een vrouw in de coupé op schoot
zitten. De vrouw doet aangifte.




donderdag 14 juni 2001


Bij een politieonderzoek tegen B. blijkt dat ook vijf grove
verkeersovertredingen in het afgelopen jaar waarvoor de politie tegen hem in
ieder geval wel bewijs heeft, op de plank blijven liggen. Het kantongerecht
heeft volgens een alarmbrief van de recherche 'een grote achterstand bij de
verwerking'. De politie klaagt dat jongens als B. zich op die manier
helemaal onaantastbaar voelen.




dinsdag 26 juni 2001


De buurtregisseur van de politie brengt op verzoek van de reclassering in
Amsterdam een rapport uit over 'het overmatig gebruik van alcohol' door B.
Hij somt vijf gevallen op waarin hij B. zelf in staat van dronkenschap op
straat is tegengekomen. De reclassering zegt te willen proberen of er iets
aan zijn drankprobleem kan worden gedaan. Dat blijkt niet te lukken.




Zondag 22 juli 2001


B. is opnieuw betrokken bij een aanranding in de trein naar Zandvoort,
wanneer hij met vrienden op stap is geweest.




zondag 12 augustus 2001


B. zoekt op het Leidseplein ruzie met een Engelse toerist. Het is half vier
's nachts. De politie pakt hem op voor overtreding van het drankverbod. B.
heeft intussen zijn 19de verjaardag gevierd.




woensdag 22 augustus 2001


Op een videoband van een supermarkt in Tussen Meer wordt B. herkend als
degene die om kwart over vijf een fles whisky heeft gestolen. De zaak krijgt
geen vervolg.




donderdag 13 september 2001


Een aantal jongens valt klanten lastig in en bij een benzinestation op de
Pieter Calandlaan. B. is één van hen. De politie stuurt ze weg, maar de
dronken B. blijft schreeuwen en stennis maken. Er gebeurt verder niets.




vrijdag 26 oktober 2001


Een vrouw wordt aan het eind van de ochtend bij haar huis in Tussen Meer van
haar tas beroofd. De dader rent weg. Even later wordt B. aangehouden op de
brommer. De vrouw herkent bij een zogeheten spiegelconfrontatie (zij kan hem
zien, maar hij haar niet) B. 'voor honderd procent' als de dader. De tas is
verdwenen. B. wordt op last van de officier van justitie heengezonden.




zondag 18 november 2001


Bij het uitstappen uit nachtbus 73 tegen half vier 's morgens op Meer en
Vaart voelt een man dat hij van zijn portemonnee wordt beroofd. Achter hem
staat B. met een vriendin. Beiden worden later aangehouden en verhoord. Ze
ontkennen. De videopname in de bus blijkt niet bruikbaar. B. en zijn
vriendin worden heengezonden.




maandag 26 november 2001


Op het Evertsweertplantsoen wordt om twee uur 's middags een laptop gestolen
uit een geparkeerde auto. Voorbijgangers zien B. weglopen. De zaak wordt
wegens gebrek aan bewijs geseponeerd.




donderdag 10 januari 2002


De politierechter in Amsterdam geeft B. één maand jeugddetentie
voorwaardelijk voor de inbraak in Alkmaar op 10 april 2000. Voor de beroving
op 18 september 2000 en de autokraak op 1 januari 2001 krijgt B. een
werkstraf van veertig uur, of anders twintig dagen gevangenisstraf. Hij moet
naar de reclassering om afspraken te maken over het strafwerk. Dat doet hij
nog, maar vervolgens verschijnt hij niet op de afgesproken plek. De
reclassering geeft dit door aan justitie: B. zou nu als straf twintig dagen
de gevangenis in moeten. In de stukken is hierover niets meer te vinden. De
reclassering heeft er niets meer over gehoord. ''B. loopt gewoon zijn straf
mis,'' zegt een rechercheur.




maandag 28 januari 2002


Rond tien uur 's avonds wordt in Tussen Meer, vlakbij een videotheek, een
man met geweld beroofd. Het slachtoffer en een vriend die hem te hulp
schiet, worden beiden met een mes gestoken. Op de videobeelden wordt B.
'voor honderd procent' herkend als één van de vier overvallers. De zaak
heeft nog geen vervolg gehad.




dinsdag 29 januari 2002


Op ongeveer dezelfde plek wordt de uitbater van de videotheek rond half elf
's avonds overvallen door een grote groep jongens. De man wordt mishandeld,
bedreigd en beroofd. Zijn jas wordt aan de achterkant met een mes vernield.
Gealarmeerde agenten herkennen B. als één van de groepsleden. De
videobeelden die vanuit de winkel zijn gemaakt, blijken niet bruikbaar.




woensdag 30 januari 2002


Om vier uur 's middags haast de politie zich naar Tussen Meer. Daar zou
iemand worden bedreigd. Als zij aankomt, ziet ze een grote groep jongeren
zich verspreiden. B. is één van hen. Die avond om acht uur komt er een
melding binnen dat iemand bij de videotheek met een bijl zou worden
bedreigd. Als de politie aankomt, zijn dader en slachtoffer verdwenen.




donderdag 31 januari 2002


Een buurtregisseur schrijft een noodbrief aan de korpsleiding: ''De
harde-kernjongeren worden langzaam maar zeker de baas in Osdorp en
Slotervaart.'' Hij zet uiteen dat de beruchte Dijkgraafpleingroep, onder wie
B., inmiddels vrijwel dagelijks bezig is. ''Wij (in uniform) zijn nog de
enigen die zich vrijelijk door de buurt kunnen bewegen zonder te worden
geript, beledigd, mishandeld of anderszins te worden lastig gevallen. Als we
er niet lijfelijk in uniform bij blijven, regeren zij de straat.'' De
buurtregisseur eindigt met: ''Ik blijf de strijd aangaan.''

donderdag 21 februari 2002


Extra surveillance heeft het tijdelijk iets rustiger gemaakt in de buurt,
maar deze avond komt er weer een melding van overlast bij het Osdorpplein.
B. maakt deel uit van de groep die daar rondhangt. Als de politie komt, gaan
ze weg.




zondag 10 maart 2002


In de Eerste Helmersstraat wordt 's avonds iemand bij een zware vechtpartij
in het water gegooid. Omstanders weten hem eruit te helpen. B. staat vlakbij
wanneer de politie aankomt, maar de toedracht is zo onduidelijk dat hij
wordt heengezonden.




zaterdag 16 maart 2002


Politieagenten zien hoe om vier uur 's nachts bij het Leidseplein een lid
van Beware Watchout is ingesloten door drie andere jongens, onder wie B. Als
B. en zijn twee kompanen weg gaan, vertelt de jongen dat ze hem hebben
bedeigd. Ze willen dat hij een getuigeverklaring intrekt waardoor een andere
vriend van hen nog steeds vastzit voor een overval. De later ingeschakelde
buurtregisseur schrijft hierover in een rapportje: ''Deze methode is
beproefd bij de harde kern van het Dijkgraafplein. Zodra ze weten wie
getuige of aangever zijn, worden ze met dreiging en geweld onder druk gezet
om niet mee te werken aan politieonderzoeken.''




zaterdag 23 maart 2002


Getuigen melden een hevige ruzie bij het huis van B. Die is midden in de
nacht dronken thuis gekomen. Om half vier 's nachts belt een jongeman uit de
straat aan. Hij heeft een groot keukenmes in zijn hand en begint daar hevig
mee te zwaaien. Hij en B. hebben al eerder ruzie gehad. De buurjongen loopt
de woning in en bedreigt de hele familie. Uiteindelijk slagen de ouders van
B. erin hem enigszins tot bedaren te brengen. Als hij weer op straat staat,
nog steeds met het mes, horen omstanders zijn moeder buiten schreeuwen: ''Je
moet B. doden!'' B. en zijn familie willen geen hulp van de politie.




donderdag 11 april 2002


B. is om half twee 's nachts betrokken bij een gewelddadige ruzie op de
Overtoom. B. zegt dat vier jongens hem wilden beroven, maar die zeggen op
hun beurt dat B. hen onder bedreiging van een vuurwapen wilde beroven. De
zaak wordt wegens gebrek aan bewijs geseponeerd.




zondag 21 april 2002


Portiers van een uitgaansgelegenheid op het Thorbeckeplein rennen om kwart
voor één 's nachts achter een groepje jongens aan. Ze hebben net gezien hoe
één van hen een fiets naar een andere jongen gooide. Als een portier hier
iets van zegt, wordt hij bedreigd. Agenten die net in de buurt zijn zien dat
er ook een meisje bij is, 'ontzettend dronken en schaars gekleed'. Ze
vertrouwen het niet en ontfermen zich over haar. Dat levert een fikse ruzie
op met B. In een rapport schrijft een politieman: ''We hebben met de
Vliegende Brigade deze groep elke week zien staan op het Leidseplein. Ze was
vaak de oorzaak van vechtpartijen en ordeverstoringen. Aangezien ze veel
werden geweigerd door de portiers en doordat er ME staat, heeft de groep nu
een andere locatie gevonden.''


Een paar uur na het tumult op het Thorbeckeplein, rond zes uur, ziet een
caissière van een benzinestation op de Cornelis Lelylaan dat B. en nog een
paar jongens broodjes, blikjes drinken en andere spullen stelen uit de
schappen. Als de politie komt, zijn ze al weg.




zaterdag 27 april 2002


Omstreeks tien uur 's avonds wordt een man beroofd bij het Filmmuseum in het
Vondelpark. Hij ziet B. er met zijn spullen vandoor gaan. De op zijn
aanwijzingen aangehouden B. ontkent. Hij wordt wel voorgeleid voor de
officier van justitie, maar er is onvoldoende bewijs.




zaterdag 4 mei 2002


De politie moet er aan te pas komen als zo'n twintig jongeren van de
Dijkgraafpleingroep rond middernacht het Vondelpark met veel drank en herrie
tot hun feestterrein maken. Ook. B. doet mee.




zaterdag 25 mei 2002


Omstanders waarschuwen dat ze B. om negen uur 's avonds op het Osdorpplein
met een vuurwapen hebben zien rondlopen. Als de politie arriveert, is hij
verdwenen.




donderdag 1 augustus 2002


B. wordt 's middags op het politiebureau Meer en Vaart verhoord, nadat er
alsnog een aangifte is gedaan voor geweldpleging, bedreiging en vernieling
op 29 januari in Tussen Meer. B. ontkent daar op dat tijdstip te zijn
geweest.




zondag 25 augustus 2002


Een groep jongeren veroorzaakt overlast bij het Osdorpplein. Als de politie
komt, gaan ze weer. B. is er ook bij. Hij is intussen 20 geworden.




dinsdag 26 november 2002


De kantonrechter veegt een aantal zaken bij elkaar. Voegen, heet dat in
jargon. B. krijgt alleen een vervoordeling voor openbare dronkenschap
tijdens de bloedige vechtpartij op 11 maart op het Leidseplein. Een boete
van 61,26 euro.




zondag 22 december 2002


Een bekende van B. meldt bij de politie dat zijn auto 's morgens rond acht
uur is gestolen op de Kinkerstraat. Een tijdje later ontdekken agenten de
auto. Achter het stuur zit B. De auto is beschadigd. B. blijkt ermee tegen
een lantaarnpaal te zijn gebotst en is daarna doorgereden. Op vragen van de
politie reageert hij erg agressief: ''Ik weet van niets. Ik weet niet waar
ik ben geweest. Ik zeg niets. Ik heb lang genoeg gepraat.''




begin 2003


Zijn uitspraak vlak voor de jaarwisseling lijkt profetisch. Het is nu al
twee maanden rustig rond B. Hij zit niet vast, dus dat kan de oorzaak niet
zijn. Is B. opeens toch tot inkeer gekomen? De politie vreest van niet.
Agenten in de buurt die opdracht hebben speciaal te letten op de
draaideurcriminelen, zien hem nog wel scharrelen bij stations. ''Vanuit onze
ervaring betekent dit dat hij loopt te loeren naar slachtoffers,'' zegt één
van hen. ''Ze worden natuurlijk ook steeds slimmer om niet tegen de lamp te
lopen. En ze verleggen hun werkterrein meer naar andere plaatsen.''

_________________________________________________________________
MSN Search, for accurate results! http://search.msn.nl

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list