Marktisme (2)

Henk Vreekamp vreekamp at KNOWARE.NL
Sat Apr 3 09:11:58 CEST 2004


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Democs,

Afgelopen week kwamen zaken als solidariteit en marktisme aan de orde. Ze
hebben iets met elkaar te maken, zo blijkt. Even een klein expose buiten de
kille sfeer der jurrrristen en de (quasi)rationele der kennistheorie (totnu).

Uit de economische antropologie leren we dat een samenleving in het
algemeen drie systemen voor ruil en verkoop kent: een eerste voor de
dagelijkse behoeften, een tweede waarin sprake is van productiemiddelen en
productieverhoudingen, en een derde waarin we "luxe" goederen als partners,
kleding en behuizing "regelen". Deze indeling is de meest conventionele.
Alledrie systemen zijn geschikt voor vermarkting, maar de eerste en de
derde het minst. De pas overleden Franse socioloog Pierre Bourdieu zag de
meeste variatie in het derde ruilsysteem: we kunnen ons als individu of
huishouden hier het meest onderscheiden van anderen (La Distinction). Hij
zag het zelfs als bewijs dat het begrip "klasse" niet alleen
politiek-economisch maar vooral sociaal-cultureel functioneert.
Voorbeelden: de werkster die naar de schouwburg gaat, de hoogleraar die
voetbalt. Lage en hoge cultuur lopen per persoon/huishouden door elkaar heen.

Iets "praktischer" voor politici is de indeling van ruilsystemen door
politiek-economen als K. Polanyi. Voor hem vormen niet goederen en diensten
het criterium maar de economische mechanismen binnen sociale cirkels, en
clusters van sociale groepen. Dan krijg je wederom een driedeling: een
eerste ruilsysteem met reciprociteit (tussen vrienden, kennissen, buren, en
binnen beroepsgroepen), een tweede met redistributie (waarbij
onderwijspolitiek en media-effecten de individuen/groepen aanzetten tot een
ander sociaal en economisch gedrag), en een derde waarin het blote
marktprincipe overheerst (rest goederen en diensten). Hoge waarden zoals
solidariteit en liefde vallen dan binnen het ruilsysteem van de
reciprociteit (niet direct economisch te waarderen diensten). Lage waarden
worden daarentegen toegekend aan de handel en wandel in de institutionele
markt.

Het neoliberalisme sinds Lubbers-3 en Paars-1 is eigenlijk bezig om het
marktisme uit te breiden, over te planten vanuit het marktsysteem naar het
onderwijs en het reciprociteitssysteem. Zonder al te veel kennis volgen
politici en hun opdrachten najagende economen in wezen de Chicago School
der economen die hun eerste beleidsexperimenten mochten uitvoeren in
Latijns-Amerika onder de dictaturen van de  1970s en 1980s, en de 5 Tigers
in ZO-Azie. Voorzover ik weet is de neo-lib hier in Europa min of meer
sluiperderwijs ingevoerd, na een kort debat in de 1980s over stagflatie als
nadeel in de theorie van het neo-Keynesianisme dat aan het
Chicago-paradigma vooraf ging.

Ietwat kortzichtige democs spreken hier steeds van "ontideologisering" em
"individualisering". Dat lijkt een erg beperkte en wat kortzichtige
praktijk voor voorgaande analyse. Vandaar mijn betoogje om duidelijk te
maken wat ik steeds bedoel met "marktisme" dat binnendringt in voorheen
niet direct door de "economie" ge-infecteerde sociale domeinen. Iets waar
ik heftig tegen protesteer: marktonderzoekbureau die na werktijd bellen in
huishoudens, het pleidooi van neolibs om vriendennetwerken gelijk om te
zetten in netwerken die je kunt uitbaten in andere systemen, leden van
politieke partijen die hun lidmaatschap louter zien als carriereplanning, etc.

Wat een verschrikkelijk mensbeeld vereren zij: eigenbelang zonder inhoud.
Willen democs dat echt?

Henk Vreekamp, Utrecht

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66 uwvoornaam uwachternaam
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list