Verloedering openbaar ministerie

Henk Elegeert HmjE at HOME.NL
Thu Oct 31 17:17:21 CET 2002


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

www.openbaarministerie.nl

"
Het Openbaar Ministerie heeft gisteren tientallen mailtjes
binnengekregen met reacties op de AH-zaak. De rode draad was onbegrip
voor de beslissing de twee AH-medewerkers te vervolgen. Het is niet
mogelijk om al deze mailtjes van een persoonlijk antwoord te voorzien.
Wij vinden het echter wel belangrijk om te reageren. Daarom is er een
samenvatting gemaakt waarin wordt getracht te reageren op de
belangrijkste opmerkingen.

Ook sturen wij u hierbij het opiniestuk dat mr. J.L. de Wijkerslooth,
voorzitter van het College van procureurs-generaal, vanochtend heeft
gepubliceerd in de Volkskrant.

Een derde bijdrage is de ingezonden brief die vanmorgen is gepubliceerd
in het dagblad De Telegraaf. Daarin signaleert het OM dat in de editie
van woensdag een verzonnen citaat van mr. De Wijkerslooth stond.

Verzonnen citaat:

Het citaat dat de Telegraaf in de krant van gisteren uit mijn mond heeft
opgetekend over de twee Albert Heijn-medewerkers die worden vervolgd
voor mishandeling, is door de verslaggever verzonnen. Zonder inhoudelijk
op de zaak te kunnen ingaan – de rechter moet er immers een oordeel over
vellen – stel ik vast dat de Telegraaf mij niet heeft gesproken.
Pertinent onjuist is dat ik iets heb vermeld over de twee
winkelmedewerkers in het televisieprogramma de Achterkant van het
Gelijk. In deze uitzending - die overigens al bijna twee maanden geleden
is opgenomen – heb ik naar aanleiding van een fictieve casus over een
juwelier die wordt overvallen, gezegd dat gepast geweld is toegestaan
ter verdediging van eigen lijf en goed. Daarbij heb ik de AH-medewerkers
op geen enkele wijze genoemd.

Veel onbegrip voor vervolgingsbeslissing OM

--------------------------------------------------------------------------------

Het Openbaar Ministerie ontving woensdag enkele tientallen reacties van
burgers over de vervolging van twee medewerkers van een supermarkt in
Amsterdam, die bij de aanhouding van een winkeldief buitensporig geweld
zouden hebben gebruikt.
De rode draad in de reacties was onbegrip voor de vervolging.
Een briefschrijver deelde mee niemand meer te hulp te zullen schieten
uit angst om in de gevangenis te komen. Een ander pleit ervoor de wet
aan te passen aan het rechtvaardigheidsgevoel van de burger. Sommigen
verwijten het Openbaar Ministerie meer aandacht te hebben voor de dader
dan voor het slachtoffer van een misdrijf.
Iemand, die ooit zelf slachtoffer was van een roofoverval, schrijft: “Ik
ben mij ervan bewust dat burgers niet voor eigen rechter dienen te
spelen, maar ik hoop van harte dat deze overvaller zich de klappen die
hij heeft gekregen nog erg lang kan heugen! Misschien begrijpt hij dan
een heel klein beetje waar zijn slachtoffers de komende tijd doorheen
moeten”.
Enkele briefschrijvers vragen zich af of het OM niet met de verkeerde
zaken bezig is. En halen dan de snelheidsovertredingen als voorbeeld
aan.
Een ander meent dat een gebroken neus een prima strafmaat is voor een
gewapende overval. “Zou het niet doeltreffender zijn als het OM de echte
daders vervolgt en niet de burgers die juist de rechtsstaat helpen?”,
vraagt een andere scribent.
Het Openbaar Ministerie begrijpt heel goed dat mensen zo reageren en
staat te popelen om erop te reageren en uit te leggen waarom het denkt
dat de twee burgers, die terecht iemand aanhielden, toch te ver zijn
gegaan. Het OM zal dat ook uitleggen. Op de plek die daarvoor in een
rechtsstaat is aangewezen: de rechtszaal.
Het is aan de rechter om te beslissen of het gebruikte geweld wel of
niet door de beugel kan. Alle feiten en omstandigheden worden daarbij
meegewogen.
Het Openbaar Ministerie vervolgt ondertussen ook wat een van de
briefschrijvers als ‘de echte dader’ omschrijft. De opgepakte verdachte
van winkeldiefstal zit in voorlopige hechtenis en zal worden aangeklaagd
op grond van artikel 312 van het wetboek van strafrecht: diefstal met
geweldpleging. Hierop staat een maximum celstraf van negen jaar.



J.L. de Wijkerslooth,
Voorzitter College van procureurs-generaal

VERDACHT, MAAR DAAROM NOG NIET VOGELVRIJ

Wie de rapportages van mensenrechtenorganisaties leest, weet het maar al
te goed. Er zijn tientallen landen op deze wereld waar geen rem is op
het geweldsgebruik door de overheid. Arrestanten zijn daar vogelvrij. Op
het politiebureau worden ze afgeranseld of zelfs gemarteld. Gelukkig is
dat in Nederland anders. Een van de fundamenten van onze samenleving is
dat geweld zoveel mogelijk binnen de perken wordt gehouden.
Geweld is in beginsel verkeerd. Het aantal situaties waarbinnen geweld
mag worden gebruikt is beperkt en aan precieze normen onderworpen.
De politie heeft onder omstandigheden de bevoegdheid geweld te
gebruiken, maar mag dan niet verder gaan dan voor het nagestreefde doel
noodzakelijk is. We weten allemaal wat er gebeurt als die grens niet in
acht wordt genomen. De videobeelden van de aanhouding van Rodney King
door politieagenten uit Los Angeles zijn wat dat betreft illustratief.
Als een groep overheidsdienaren een overmeesterde verdachte schopt en
slaat, moeten ze zich terecht voor de rechter verantwoorden.

In onze rechtsstaat heeft de overheid het geweldsmonopolie. Er zijn
echter enkele situaties waarin een burger gepast geweld mag gebruiken.
Iedereen mag zich verdedigen als hij wordt aangevallen. Als iemand met
een mes op een ander afkomt mag deze  met een stok van zich afslaan. Ook
als de aanvaller daarbij een arm breekt, zal dat geen reden zijn om
degene met de stok strafrechtelijk te vervolgen. Deze kan een beroep
doen op noodweer. De wet biedt nog meer bescherming aan degene die zich
verdedigt. Er is namelijk ook de schulduitsluitingsgrond
noodweer-exces. Als iemand wordt aangevallen en daar zo van schrikt dat
hij een buitensporig middel gebruikt om zich te verweren, zal hem dat
onder strikte voorwaarden niet worden aangerekend.

Momenteel is er veel commotie over de vervolging van twee
supermarktmedewerkers in Amsterdam. Daarbij staat een andere vorm van
geweldsgebruik door burgers centraal. Op grond van artikel 53 van het
Wetboek van Strafvordering is bij ontdekking op heterdaad iedereen
bevoegd een verdachte aan te houden. De aangehoudene moet wel
'onverwijld' aan de politie worden overgedragen. Om te voorkomen dat de
verdachte de benen neemt, mag de aanhouder enige dwang uitoefenen,
bijvoorbeeld door hem tegen de grond te houden. Het gebruikte geweld
mag niet verder gaan dan nodig is om te bereiken dat de verdachte er
niet vandoor gaat. Het is toe te juichen dat dagelijks burgers van deze
bevoegdheid gebruik maken. Zo dragen zij hun steentje bij aan de
opheldering van strafbare feiten. Zowel politiemensen als officieren van
justitie zijn in de praktijk coulant tegenover burgers die het
initiatief hebben genomen om iemand aan te houden. Zo iemand verdient
een schouderklopje en niet een gang naar! het politiebureau waar hij
moet uitleggen waarom de jas van de verdachte bij de aanhouding
gescheurd is.

Er is echter een duidelijke grens waar de geweldstoepassing moet
ophouden. Zodra de verdachte zich heeft overgegeven of weerloos is, dan
is het doel bereikt en is er geen geweld meer nodig. Dat geldt voor een
aanhouding door de politie maar ook voor een aanhouding door burgers.
Wanneer het geweld doorgaat nadat iemand is aangehouden, slaat het om in
redeloos geweld. Een aanhouding door een burger is prima, maar wat niet
mag is dat de aangehoudene vervolgens een paar flinke klappen na krijgt.
Of dat nou is omdat iemand stoom moet afblazen of omdat hij het idee
heeft dat hij zelf de verdachte moet straffen, zulk geweld is niet
toelaatbaar. Wie bij het voetballen natrapt, wordt ook van het veld
gestuurd.

Ik wil hier niet op de precieze details ingaan, maar de officier van
justitie in Amsterdam is op basis van de feiten tot de conclusie gekomen
dat bij de aanhouding van de verdachte ongepast geweld is gebruikt en
dat vervolging op zijn plaats is. Dat betekent dat de zaak voor de
rechter zal komen. Bij de zitting zullen alle betrokkenen hun verhaal
kunnen doen en de rechter zal op grond daarvan en op basis van het
dossier tot
een oordeel over de zaak komen. Tussendoor loopt dan nog de zaak tegen
de verdachte van de beroving van de supermarkt.
Het is jammer dat op basis van tamelijk eenzijdige publiciteit velen –
van laag tot hoog – hun mening over deze vervolging al klaar hebben.
Zelf laat ik de beoordeling van deze individuele strafzaken graag aan de
rechter. Die moet beslissen of de twee de feiten waarvan ze verdacht
worden hebben gepleegd en of daar een sanctie bij past.

Deze bijdrage is bedoeld om de huidige discussie in een bredere context
te plaatsen. Het is aan de samenleving om de algemene vraag te
beantwoorden of burgers wel zouden mogen wat de overheid niet mag:
geweld gebruiken tegen een aangehouden verdachte die weerloos is of zich
heeft overgegeven. Ik hoop toch dat we met zijn allen nog altijd vinden
dat redeloos, ongecontroleerd geweld meer kapot maakt dan ons lief is.

J.L. de Wijkerslooth, voorzitter van het College van
procureurs-generaal.
"

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list