PS Gelderland over het Rapport van de Cie. Elzinga

Ramon Barends (D66) r_barendsd66 at HOTMAIL.COM
Thu Mar 2 05:55:25 CET 2000


REPLY TO: D66 at nic.surfnet.nl

Hoi !

Hieronder een gedeelte van het verslag van de cie. AZ van PS Gelderland over
het Rapport-Elzinga.

Ramon

***


Verslag van de vergadering van de Commissie Algemene Zaken
CAZ2000-21


Verslag van de vergadering op 16 februari 2000




Aanwezig: de voorzitter J. Kamminga en de leden A. Heersink, mw. Drs. C.
Hanselaar-van Loevezijn, mw. Drs. E. De Jong-van Meeteren, drs. N. Klein,
mr. drs. H. Zijlmans, P. Bijl, mw. mr. W. Oudshoorn, D. Van Uitert, mr. W.
Hendriks, mr. C. Bernard, G. van Eeuwijk, ing. C. Nouws, ing. N. Zondag.

Tevens aanwezig: de gedeputeerde H. Esmeijer, drs. C. Crasborn, R. Dragt
(secretaris)

[..]

7 ‘Rapportage commissie Elzinga ‘Dualisme en lokale democratie’

Gedeputeerde ESMEIJER (CDA) geeft een toelichting op aan aantal punten.
De bespreking van vandaag is enerzijds gericht op het bepalen van een
standpunt richting IPO. Anderzijds voor de gedachtevorming van de staten
zelf. In de notitie is geprobeerd het rapport Elzinga, de notitie van van
Kemenade en het collageakkoord te betrekken.

De GEDEPUTEERDE vraagt zich af of de rapporten helpen bij een adequate
analyse van het probleem. De oplossing lijkt opgesloten in het regeerakkoord
waar gesproken wordt over de lokale democratie en dualisme. Maar welk
probleem wordt daarmee nou opgelost? Het college ervaart de volgende
problemen: de geringe opkomst is een signaal voor geringe betrokkenheid en
herkenbaarheid en verdient de overheid het vertrouwen van de kiezer?

De GEDEPUTEERDE vraagt wat de Statenleden als problemen ervaren en wil een
antwoord formuleren op de vraag of de geboden oplossingen ook daadwerkelijk
een oplossing zijn.
Als aftrap stipt hij de volgende zaken aan: het politieke partijwezen:
functioneren politieke partijen nog wel goed? Politieke partijen ontwikkelen
zich. De vraag is of wij daar een visie op hebben. Ooit was er een
democratie zonder politieke partijen. Ze zijn ontstaan rond het
districtenstelsel om kandidaten te leveren. Die partijen hadden geen
programma. Er lag geen ideologie aan ten grondslag. Bij de ontwikkeling van
de partijen is dat pas gekomen. Emancipatie van burgers neemt toe. Politieke
partijen nemen signalen uit de samenleving op en prioriteren ze. Dit leidt
uiteindelijk tot fragmentatie en individualisering. Items zijn steeds
belangrijker geworden. Politieke betrokkenheid is nu af te meten uit
interesse voor items. Dat vertaalt zich niet in lidmaatschap van een partij,
inzet voor een partij en opkomst.

Monisme en dualisme: de theorie is dat wij monistisch werken, maar de
Statenvergadering heeft dualistische trekken. De voorstellen zijn dan ook te
beschouwen als een codificatie van de bestaande situatie. De collegialiteit
binnen het college staat ter discussie. De gedeputeerden hebben een aantal
dubbelrollen, waar wat aan geprobeerd wordt te doen. Als wordt aangegeven
dat we naar een meer dualistisch stelsel gaan, dan gaan de staten en het
college meer uit elkaar. Dit terwijl in Gelderland de beweging zichtbaar is,
meer samen op te trekken, bijvoorbeeld bij Staten Interactief. Een neiging
tot monisme dus, die zich ook uit in het opstellen van startnotities, het
themagewijs inrichten van statencommissies. Bevoegdheden worden hier dus
juist niet gesplitst.

Aantal Statenleden: het beter functioneren met minder Statenleden biedt geen
garantie voor vorm en niveau van de discussie. De GEDEPUTEERDE ziet de
behoefte meer statenleden bij het werk te betrekken, met name bij de
kleinere partijen. Lijstvolgers zou een oplossing zijn, maar als de kleine
partijen dat mogen, mogen groter fracties dat ook. De GEDEPUTEERDE geeft aan
de discussies in commissie en Statenvergadering niet altijd even zinvol te
vinden. In dit verband heeft de GEDEPUTEERDE in de krant laten weten dat hij
meer wil doen aan cultuur om hierover afspraken te maken. Met name dat het
niet nodig is dat iedere fractie over elk agendapunt het woord voert. Beter
zou het zijn wanneer fracties zich specialiseren in bepaalde onderwerpen. De
GEDEPUTEERDE ziet dan ook geen voordeel van een structuurmaatregel als het
instellen van een kiesdrempel, wel het resultaat van verkiezingen op een
andere wijze oppakken.
De provincie zet een sterk communicatiebeleid in, om een profiel te geven.
Hoe is dat te combineren met stellingen van het gemeenschappelijk maken van
verschillende verkiezingen. Welke zijn dan goed te combineren?
Het gaat in de voorliggende voorstellen vooral om structuurveranderingen.
Die kunnen niet worden doorgevoerd zonder cultuurveranderingen. Daar zijn we
zelf voor verantwoordelijk. De regelgeving laat dat ook toe. Een voorbeeld
van een omgangsvorm die niet geregeld is, is een collegeprogramma of het
instellen van een (in-)formateur.

Commissies kunnen per periode van naam en samenstelling veranderen en
ingedeeld naar onderwerp. Ook is te kijken naar een indeling gebaseerd op
gebieden. Dit zou je kunnen verstreken. Er zijn dus tal van opties die de
staten zelf kunnen uitwerken om de problemen die we zelf ervaren op te
lossen, vooral op het terrein van gedrag.

Dhr. VAN EEUWIJK (PNG) heeft zijn vraagtekens bij de stelling dat het
bepreken van het aantal Statenleden het debat in de staten bevorderd. De
kleine fracties laten een zeer belangrijk geluid horen. De grotere fracties
hebben een voorsprong doordat gedeputeerden deze fracties van informatie
voorzien.
Reagerend op de vragen in de notitie:
 het ontkoppelen van PS en GS: het is goed dat de gedeputeerden los
van de fracties komen en dus geen deel meer uitmaken van PS.
 de fractie is voor een combinatie van elementen van een monistisch
en dualistisch systeem.
 de fractie is hoopvol gestemd over het werken met startnotities en
interactief beleid;
 voor de Commissaris van de Koningin geldt dat kwaliteit
belangrijker is dan wie hem of haar voordraagt. Wel moet het takenpakket
goed worden afgewogen. De vraag is of alleen representatieve taken voldoende
is.
 cultuurwijziging moet vanuit de staten en het dagelijks bestuur
komen. Er wordt nu nog teveel in de rem geknepen in plaats van fouten te
erkennen en in de toekomst te kijken na afrekening.
Dhr. VAN EEUWIJK vindt het naar buiten treden van staten en gedeputeerden en
de beeldvorming bij het publiek het grootste probleem.

Dhr. BERNARD (D66) ziet als grootste probleem de geringe legitimatie van de
politiek. Het is de vraag naar de democratie. Dit is geen
vanzelfsprekendheid. De waarde van de democratie moet breed worden
uitgedragen. Dit vraagt om een evenwichtige benadering van de
maatschappelijke problemen die de politiek wil oplossen.
De fractie is voor ontkoppeling van het lidmaatschap van gedeputeerden. Zo
voorkom je dat GS zichzelf als lid van PS controleren. Bovendien is dit een
onduidelijk onderscheid voor de burger.
De fractie onderkent dat het collegialiteitsbeginsel onder invloed van
partijpolitieke belangen onder druk staat. PS moet zich onafhankelijker van
GS kunnen opstellen. In de praktijk is het wel zo, maar het verschil is dat
PS onvoldoende instrumenten heeft, zoals enquêterecht en initiatiefrecht.
Dhr. VAN UITERT geeft aan dat dergelijke zaken in het reglement van orde al
staan. De staten maken er echter geen gebruik van.
Dhr. BERNARD meent dat dit veroorzaakt wordt door de collegialiteit. Een
scherpere taakverdeling kan dit wel bevorderen. Andere middelen zijn het
hebben van beschikking over eigen middelen en een rekenkamer.
De fractie vindt het onzinnig een onderscheid te maken in grote en kleine
gemeenten bij het kiezen van een voorzitter. Zij zijn voorstander van het
altijd kiezen van de voorzitter.
Een cultuurverandering kan bijdragen aan een structuurverandering. Dit moet
dan wel gericht zijn op verbeteren van de aanspreekbaarheid voor het
individu.
De fractie is tegen het verminderen van het aantal Statenleden. De werkdruk
zou nog meer toenemen. Bovendien doet het geen recht aan de
volksvertegenwoordiging. De fractie is ook tegen het instellen van een
kiesdrempel. Dit doet geen recht aan de pluriformiteit van de samenleving.
De fractie is voor het districtenstelsel. Dit versterkt de binding met de
kiezer.

Dhr. ZONDAG (SGP) vindt dat de politiek teveel afhankelijk is geworden van
personen die die uitspraken doen die bij het grote publiek aanspreken. De
beginselpolitiek is op de achtergrond geraakt. Er is geen kleur en
herkenning meer voor de burger.
Een minderheidsstandpunt wordt in het college zelden ingenomen. De
fractiediscipline is te knellend. Politici moeten eerlijk zijn en een
boetekleed durven aan te trekken. De fractie is voor een cultuurverandering.
Ontkoppelen van GS en PS is niet goed. PS moet meer gebruik maken van haar
controlerende taak. De huidige benoemingsprocedure van de Commissaris van de
Koningin behoeft geen aanpassing. Wel moet hij een goede taakinhoud krijgen.
Er moet beter en slagvaardiger vergaderd worden.

Dhr. VAN UITERT (GroenLinks) merkt vooraf op dat hij liever gedebatteerd had
zonder de druk van een vergadering van het IPO. De problematiek wordt teveel
opgehangen aan het opkomstpercentage. Dat is slechts een van de aspecten
waar het probleem zich in uit. De staten moeten weer op zoek naar kennis. De
fractie is van mening dat er meer kan worden overgelaten aan GS. De overige
onderwerpen moeten dan wel meer gepolitiseerd worden en ten principale
behandeld worden. PS is nu te reactief en passief.
Het ontbreekt de Statenleden aan tijd en capaciteit. Met budgetrecht is een
eventueel gebrek aan middelen op te lossen. Dit moet niet te bureaucratisch
geregeld worden.
Het ontkoppelen van GS en PS mag. Persoonlijk vindt dhr. VAN UITERT het niet
relevant hoe de voorzitter wordt aangesteld. De fractie denkt genuanceerd
over het verscherpen van de taakverdeling. De fractie is voor uitvoering van
het bestuurlijk protocol.
Vermindering van het aantal Statenleden is mogelijk als ze er meer tijd aan
kunnen besteden. De fractie heeft vraagtekens bij het instellen van een
kiesdrempel. Zowel cultuur- en structuurverandering is geen doel op zich

Dhr. NOUWS (Leefbaar Gelderland / De Groenen) wil vooral cultuurverandering.
Een structuurverandering kan ondersteunend zijn. Het probleem is de positie
van de lokale politieke partijen. Ze zijn minder herkenbaar. Provinciale en
landelijke problemen interesseren de burger minder dan de lokale problemen.
De provincie heeft een slecht imago. Onduidelijk is wat de politiek nog
betekent.
De fractie vindt het ontvlechten van GS en PS gevaarlijk. Een te zakelijk
bestuur is moeilijk te controleren. Het versterken van de bevoegdheid van PS
kan leiden tot meer bureaucratie, minder besturen op hoofdlijnen. Het
versterken van collegiaal bestuur ligt tussen dualisme en monisme in en
volgt de huidige praktijk. De fractie is voor kiezen van de Commissaris van
de Koningin.

Mw. DE JONG (VVD) ziet als problemen de onherkenbaarheid voor de burger. De
burger is desondanks tevreden. De burger hoeft ook niet te beïnvloeden, maar
kan dat doen.
De fractie is tegen het beperken van het aantal Statenleden. De fractie is
voor een onafhankelijke, niet gekozen Commissaris van de Koningin. Voor wat
betreft cultuurveranderingen vindt de fractie een protocol, startnotities,
communicatieplan en interactieve processen belangrijk.
De houding van Statenleden, uit met name de schragende partijen, is van
belang. Het collegeprogramma moet worden uitgevoerd. Dit komt voldoende
tegemoet aan de wensen van de burger.
De structuuroplossingen zijn hulpmiddelen die niet tegemoet komen aan het
feitelijke problemen. Cultuuraspecten zijn belangrijk. De Statenleden moeten
geen genoegen nemen met dikke nota’s. De leden moeten visie en durf hebben.
Een minderheidsstandpunt moet ingenomen kunnen worden. De rol van PS in
besluitvorming moet duidelijk zijn. De voorzitter moet in de staten het
debat bevorderen. Tenslotte moet de provincie nadenken over een rekenkamer.
De fractie is tegen ontkoppeling van GS en PS. Een scherpere taakverdeling
zou kunnen bijdragen als PS meer op de uitvoering gericht is. De huidige
wijze van voordracht van de Commissaris van de Koningin is prima.

Dhr. BIJL (PvdA) meent dat er over dit onderwerp langdurig gesproken moet
worden, los van standpunt bepaling voor het IPO.
De fractie is tegen vermindering van het aantal Statenleden. De
opkomstgegevens zijn geen werkelijk probleem. Dhr. BIJL is van mening dat de
rijksoverheid een onnodige bestuurslaag is. De omliggende provincies en
Brussel zijn belangrijker. De oorzaak van de problemen is de
onbetrouwbaarheid van de overheid. Een collegeakkoord moet geen keurslijf
zijn, maar moet ruimte bieden voor nieuwe inzichten. De invalshoek van de
fractie is het feit dat de burger geïnteresseerd is in thema’s. Dat maakt
mensen herkenbaar. Het invoeren van een districtenstelsel is dus niet
bezwaarlijk. Het verhoogt de herkenbaarheid.
Beleid en budget is met de daarbij behorende middelen aan de staten. De
uitvoering is aan het college. Daarop is zij afrekenbaar. Als een scheiding
een feit is, beperk je tevens het probleem van de juridisering die ontstaat
door het niet scheiden van functies en het verhoogt de duidelijkheid.
De voorzitter heeft een duidelijke functie in de uitvoering, maar moet niet
langer dan twee keer 4 jaar in functie zijn. Dat maakt het profiel
duidelijk.

Dhr. HENDRIKS (RPF/GPV) geeft aan dat de GEDEPUTEERDE in een publicatie
heeft aangegeven dat de Statenleden vaker hun mond moeten houden. Naar
aanleiding van die opmerking moeten we evalueren of het debat bondiger en
flitsenden is geweest. Enkele uitspraken in de krant zijn in ieder geval
niet zo gezegd. Dat stelt de fractie gerust.
Dualisme vindt de fractie belangrijk. Van belang is dat de kiezers moeten
worden opgezocht. Daarnaast moet er een goede dialoog zijn tussen PS en GS
zijn. Het bestuur moet herkenbaar en legitiem zijn. De fractie is tegen een
kiesdrempel. Zij is ook tegen vermindering van het aantal Statenleden. De
fractie is tegen het kiezen van de Commissaris van de Koningin. De fractie
is groot voorstander van gebiedsgericht besturen.

Mw. HANSELAAR (CDA) vindt de notitie prettig om te lezen. CDA ziet als
grootste probleem het imago en de rol van de provincie. De provincie moet
herkenbaar en betrouwbaar zijn en de taken van de provincie moeten blijvend
gedefinieerd worden.
Voor wat betreft de cultuur geldt dat men personen kiest en niet kiest op
basis van partijpolitieke programma’s. De provincie moet kwaliteit leveren.
Een populaire bestuurslaag zijn is geen doel op zich.
Het koppelen van GS en PS is bespreekbaar. De provincie moet naar een actief
monisme. Een scherpere taakverdeling leidt tot een reactieve rol van de
staten. De staten hebben al voldoende instrumenten, maar gebruiken ze niet
actief genoeg.
Het beperken van het aantal Statenleden betekent niet automatisch dat PS
kwalitatief beter wordt. De fractie geeft hier echter nog geen uitsluitsel
over. Hetzelfde geldt voor het districtenstelsel. De huidige wijze van het
kiezen van de Commissaris van de Koningin heeft de steun van de fractie.

Gedeputeerde ESMEIJER (CDA) vat de betogen samen op de vier hoofdpunten die
in de notitie van GS worden genoemd. Hij constateert dat de fracties geen
antwoord geformuleerd hebben op de vraag of verkiezingen gecombineerd moeten
worden.
Ten aanzien van het lage opkomstpercentage worden verschillende zaken
genoemd. De opkomst is geen probleem op zich, maar een signaal. Er is
herkenning over de problematiek met hetgeen van Kemenade heeft beschreven.
Het gaat om de kwaliteit van het bestuur. Daar is bijvoorbeeld
herkenbaarheid in het geding. De aandacht moet zich concentreren op het
collegeakkoord.
Een aantal fracties heeft het imagoprobleem aangeduid. Uit onderzoek blijkt
echter dat het beeld niet zo negatief is. Daar moeten we nader aandacht aan
besteden. Ook bij het communicatiebeleid moeten we niet het verkeerde
uitgangspunt kiezen.
Verschillende fracties vinden dat GS en PS ontkoppeld kunnen worden. Er is
geen eenduidig antwoord geformuleerd over het buiten de staten plaatsen van
GS. De meerderheid lijkt de gedeputeerden niet buiten de staten te willen
zoeken, maar wel een scheiding aan te brengen.
Ten aanzien van de scherpere taakverdeling wordt gesteld dat er hier nog
winst te halen valt.
Alleen D66 is voor het kiezen van de voorzitter. GroenLinks pleit voor
beroepen.
Er is een reeks suggesties gedaan voor cultuurveranderingen. In ieder geval
is duidelijk dat cultuur- en structuurveranderingen elkaar moeten
versterken. De suggestie van een gebiedsgerichte commissie wordt meegenomen.
Er is weinig draagvlak voor een vermindering van het aantal Statenleden en
het instellen van een kiesdrempel. De meerderheid voelt niet voor een
verandering van het kiesstelsel. Bij het project Staten Interactief kan
ervaring worden opgedaan met ambtelijke ondersteuning.

In tweede termijn geven de fracties hun visie op het combineren van de
verkiezingen.

Mw. DE JONG zegt dat haar fractie verdeeld is. Een deel vindt het een brevet
van onvermogen een deel vindt het efficiënter.
Dhr. NOUWS is tegen de combinatie. Het komt de duidelijkheid niet ten goede.
Hij wil in een volgende vergadering de cultuurverbetering nader oppakken.
Mw. HANSELAAR geeft aan dat het voor het CDA bespreekbaar is.
Dhr. BIJL zegt dat binnen de PvdA de opvattingen niet eensluidend zijn. De
discussie zou moeten worden voortgezet over welke rechten de Statenleden
kunnen benutten.
Dhr. BERNARD zegt dat het idee van koppelen D66 aanspreekt.
Dhr. HENDRIKS geeft aan dat zijn fractie voorstander is.
Dhr. ZONDAG meldt dat zijn fractie tegen is. Dan is namelijk niet meer te
meten of de opkomst verbeterd.
Dhr. VAN UITERT zegt dat de fractie tegen koppeling is. De rol van de
provincie neemt in belang toe. Daarom moeten verkiezingen apart
plaatsvinden.
Dhr. VAN EEUWIJK is tegen koppeling.

De VOORZITTER geeft aan dat het IPO op 25 februari een reactie vraagt. Het
is niet mogelijk, gezien deze datum, de discussie de volgende commissie
voort te zetten. Hij stelt voor de notitie van het college met het verslag
van deze vergadering aan het IPO te sturen. Daar zal een kort overzicht van
de standpunten van de fracties bij gegeven worden. Dhr. VAN UITERT vraagt of
de fractievoorzitters hier eerst op kunnen reageren. Dat vindt de commissie
niet nodig. Er zijn ook veel aanzetten gedaan die voor de provincie zelf van
belang zijn. Gedeputeerde ESMEIJER zal het verslag dan ook inbrengen in het
fractieoverleg.



Vriendelijke groet,
Ramon Barends, Nijmegen

Prive-mail sturen ? Dat kan op: r_barends at hotmail.com

*** DEZE E-MAIL IS OPENBAAR EN MAG VERDER VERSPREID WORDEN ***

Check ook:
D66: http://www.d66.nl
Fractie D66 Nijmegen: http://www.telekabel.nl/~d66
Afdeling D66 Nijmegen: http://www.gaypnt.demon.nl/d66
JD: http://welcome.to/jongedemocraten
De aktuele stand: http://www.politiekebarometer.nl

end

______________________________________________________
Get Your Private, Free Email at http://www.hotmail.com

**********
Dit bericht is verzonden via de informele D66 discussielijst (D66 at nic.surfnet.nl).
Aanmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SUBSCRIBE D66
Afmelden: stuur een email naar LISTSERV at nic.surfnet.nl met in het tekstveld alleen: SIGNOFF D66
Het on-line archief is te vinden op: http://listserv.surfnet.nl/archives/d66.html
**********



More information about the D66 mailing list