adviesraad referendum
Herman Beun
chbeun at WORLDONLINE.NL
Mon Nov 22 09:11:15 CET 1999
Onderstaand bericht deed de Adviesraad, heel taktisch, vlak voor het
congres uitgaan naar de leden van wie het e-mailadres bekend is bij
het landelijk secretariaat.
Wat mij stoort (afgezien van het voortbestaan van de AR als zodanig)
is dat hier opnieuw de term "referendum" misbruikt wordt voor iets
waarbij stemmers niet zelf de agenda en de vraagstelling kunnen
bepalen, en dat bovendien nog op geen enkele manier bindend is ook.
Merkwaardig dat een D66-orgaan meedoet aan deze woordinflatie.
Herman
(die ledenraadpleging op zich overigens wel een goed idee vindt,
maar de gekozen vorm en terminologie ongelukkig)
-----Oorspronkelijk bericht-----
Van: d66-leden-owner at mail.d66.nl
[mailto:d66-leden-owner at mail.d66.nl] Namens Adviesraad D66
Verzonden: donderdag 18 november 1999 13:26
Aan: d66-leden at d66.nl
Onderwerp: adviesraad referendum
Beste Democraten,
De Adviesraad wil een nieuw middel uitproberen om zoveel mogelijk
leden te
betrekken bij onze adviezen aan fractieleden van de Eerste en Tweede
Kamer
en het Europees parlement. Via e-mail leggen wij politieke
stellingen aan
jullie voor waarover ons advies is gevraagd. Jullie reactie kan dan
direkt
doorklinken in ons en daarmee ook jullie advies. Zo wordt de
politiek nog
interessanter voor ons allemaal.
Als aftrap nemen wij het onderwerp Ruimtelijke Ordening dat in het
teken
staat van de te verwachten 5e Nota van minister Pronk. De Adviesraad
praat
hierover op 18 december as.
Er zijn vier stellingen die u kunt beantwoorden met voor of tegen,
en
eventueel een korte argumentatie.
Tevens wordt u uitgedaagd een thema, onderwerp of aspect aan te
dragen
waarmee D66 zich naar onze achterban goed kan profileren over de 5e
Nota
en de ruimtelijke ordening.
Binnen twee weken kunt u reageren.
De procedure is heel eenvoudig:
A. U klikt Beantwoording van e-mail aan.
B. In uw Antwoord-mail tikt u bovenaan in:
1. voor
2. tegen
3. voor
4. naar keuze a, b, c of d
Met uiteraard voor en tegen naar uw eigen mening.
C. Daaronder kunt u in max. enkele zinnen uw eventuele argumentatie
kwijt.
D. Ook kunt u suggesties toevoegen voor een D66 thema ruimtelijke
ordening.
E. Wis de tekst van het Oorspronkelijk bericht.
F. En druk tenslotte op Verzenden van uw bericht.
Bij de stellingen behoort een toelichtende tekst die samen met de
Tweede
Kamerfractie (Francisca Ravestein) is gemaakt. Opgemerkt wordt dat
de
tekst geen officieel standpunt is. Het zijn slechts verkenningen die
de
discussie dienen te stimuleren.
Het aanspreekpunt voor dit onderwerp in de Adviesraad is Willem Bos,
voor
het geval van brandende vragen/suggesties.(tel 079-3521998 of
bosvariant at wxs.nl)
Uw meningen worden ter kennis gebracht van de Adviesraad en het
betreffende fractielid. De reagerende leden krijgen bericht terug
over wat
de Adviesraad heeft geadviseerd.
Wij wensen u veel plezier toe bij het overdenken en opmaken van uw
keuze.
met vriendelijke groeten,
mede namens het Presidium van de Adviesraad,
Willem Bos
NB In digitaal vindt u informatie over de adviezen van de
Adviesraad van
30 oktober jl.
Stellingen Ruimtelijke Ordening
1. Het bouwen van nieuwe steden is ongewenst. Het tast
onvermijdelijk
groene landelijke gebieden aan. Het is veel beter een beperkt
aantal
kleinere steden te laten groeien.
2. In plaats van nieuw restrictief beleid moet de rijksoverheid
sneller en
strenger ingrijpen bij lokale overheden die het eigen belang laten
prevaleren boven het landelijk belang gericht op het open en groen
houden
van het platteland.
3. De sturing van het rijk moet zich beperken tot landelijk
cruciale
gebieden. Voor andere meer regionale gebieden moeten de lagere
overheden
juist meer ruimte krijgen voor eigen beleid.
4. Veel meer dan nu moet het beleid inzetten op intensief
ruimtegebruik:
a. gericht op vooral kantoren en bedrijven
b. niet iedereen kan in een huisje met een tuintje wonen
c. zowel werken als wonen
d. geen van beiden
Toelichting stellingen Ruimtelijke ordening
Nederland heeft een beperkt grondgebied. Daar moeten 17 miljoen
mensen
wonen, maar ook werken en recreeren. Dat leidt tot vervoer (lopend,
fiets,
auto, trein, boot of vliegtuig) wat ook een beroep doet op de
beschikbare
ruimte. En dat alles met als uitgangspunt dat Nederland leefbaar
moet zijn
en dus natuur, bos, hei, duin, etc. herbergt.
Al deze activiteiten concurreren om het "gebruik" van de schaarse
Nederlandse ruimte. Ons land kent dan ook een rijke traditie aan
planning,
zoals de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening.
Die planning krijgt de vorm van bijvoorbeeld een beperkt aantal
gebieden
waar nieuwe woningbouw mag (VINEX-gebieden) en compacte steden die
niet
teveel mogen uitdijen. Ook is er een Ecologische Hoofdstructuur
(EHS) die
meer vorm nog moet krijgen en er zijn zogenaamde
restrictief-beleidsgebieden die "open" moeten blijven, zoals Groene
Hart,
Veluwe, kuststrook en bufferzones tussen de steden.
Vorige week nog heeft de Rijksplanologische Dienst de "Balans
Ruimtelijke
Kwaliteit 1999" uitgebracht. En wat blijkt hieruit?
De landelijke ruimte die Nederland nog kent, wordt gestaag
volgebouwd. Dat
geldt in iets mindere mate ook voor de restrictief-beleidsgebieden.
Door
nieuwe wegen en woongebieden raakt de natuur versnipperd. Allemaal
zaken
die wij collectief niet willen, maar die wij als individu wel
bevorderen.
Als wij allemaal in het groen willen wonen, blijft er van dat groen
niets
over.
D66 is altijd een groot voorstander geweest van het restrictief
beleid en
van de compacte stad, van de VINEX-locaties en van het tegengaan van
bebouwing in de uiterwaarden of aan de kust.
Moeten wij dat beleid nu maar loslaten zoals de VVD al heeft
aangegeven en
de ontwikkelingen vrij hun gang laten gaan of zijn er andere
wenselijke
opties?
Zo valt te denken (zie Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid)
aan een opdeling in twee soorten plangebieden.
Voor de belangrijkste nationale gebieden (bv Groene Hart en EHS)
heeft het
rijk alle beslissingsbevoegdheden en wordt er sterk gestuurd en
gehandhaafd. Aan de andere kant van het spectrum zijn de minder
belangrijke regionale gebieden waar de lagere overheden
verantwoordelijk
voor zijn.
De rijksoverheid zou ook veel meer dan nu moeten handhaven:
gemeenten die
vanwege eigen belang het nationale belang onderuit halen dat gericht
is op
het open en groen houden van het landelijk gebied, moeten veel
eerder dan
nu het risico lopen een aanwijzing van de minister van VROM te
krijgen. In
dat geval behoeft er geen nieuw restrictief beleid te worden
gemaakt.
Verder zou uit een 1e versie van de 5e Nota blijken dat minister
Pronk de
bouw van nieuwe steden, zoals vroeger Zoetermeer en Almere, gaat
voorstellen. Men zou daar goed kunnen wonen in een mooie omgeving
zonder
dat het veel ruimte kost.
Pronk heeft al eerder het idee geopperd om Schiphol naar zee te
verplaatsen en een nieuwe stad te bouwen op de huidige luchthaven.
Dat vindt
D66 niet nodig: Schiphol moet blijven waar het nu is.
Maar wat vinden wij van het idee van nieuwe steden elders?
Het VROM-beleid richt zich ook op het stimuleren van intensief
ruimtegebruik. Daartoe kan gedacht worden aan ondergronds transport
en
ondergronds bouwen; dubbel ruimtegebruik (kantoorgebouwen boven
snelwegen); compacte en duurzame bedrijventerreinen; en misschien
zelfs aan
woningen met ruime balkons zodat hoogbouw in de stad weer
aantrekkelijk wordt en
kan concurreren met een vrijstaande woning in het groen.
Tot nu toe blijft dit stimuleren echter nog beperkt tot
experimenten. Het
opleggen van regelingen zou meer de nadruk moeten krijgen. Ook al
heeft
dat tot gevolg dat misschien niet iedereen een huisje met een
tuintje kan
krijgen.
More information about the D66
mailing list